Katern 7 Goede tijden, slechte tijden

Katern 7 Goede tijden, slechte tijden
Hoofdstuk 1 Schommelingen in de economie.
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Katern 7 Goede tijden, slechte tijden
Hoofdstuk 1 Schommelingen in de economie.

Slide 1 - Diapositive

1.1 De leerdoelen

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

De conjunctuur

Slide 4 - Diapositive

Maak en logisch verhaal met onderstaande begrippen.

Laagconjunctuur: Conjuncturele werkloosheid, onderbesteding, bezettingsgraad.

Hoogconjunctuur: Overbesteding, krappe arbeidsmarkt en bestedingsinflatie

Slide 5 - Diapositive

Maken opdracht 1,3,4,5,6,7,8,9
timer
10:00

Slide 6 - Diapositive

Bespreken opdracht 1,6 en 8

Slide 7 - Diapositive

Laagconjunctuur
minder belastinginkomsten door minder binnenlandse productie en inkomen
meer uitgifte aan uitkeringen omdat werkloosheid toeneemt.
Inkomstenkant van de overheid
Inkomstenkant van de overheid
Beroep op overheid om te stimuleren
leidt tot oplopen overheidstekort.

Slide 8 - Diapositive

Hoogconjunctuur
Inflatie 
door overbesteding en hogere lonen
Krappe arbeidsmarkt

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Maken opdracht 10,11,12 en 13

Slide 11 - Diapositive

1.2 Inflatie
  • Je weet hoe inflatie gemeten wordt en waarom inflatie de koopkracht aantast.
  • Je weet wat de gevolgen van inflatie en deflatie zijn.
  • Je kunt de oorzaken van inflatie uitleggen.
  • Je kunt het effect van inflatie op (pensioen)uitkeringen uitleggen.

Slide 12 - Diapositive

Wat is inflatie?

Slide 13 - Question ouverte

Wat was de inflatie november?

Slide 14 - Question ouverte

Door inflatie wordt de koopkracht aangetast. Leg dit uit?

Slide 15 - Question ouverte

Als we de koopkracht willen berekenen, hoe doen we dit dan?

Slide 16 - Question ouverte

Door inflatie daalt/stijgt de koopkracht.
Door inflatie worden schulden meer/minder waard.
Het spaargeld dat je bezit wordt door inflatie meer/minder waard.
Door inflatie daalt/stijgt de omzet van producenten.
Door inflatie daalt/stijgt het nominale bbp

Slide 17 - Diapositive

Wat kan een gevolg zijn van deflatie?

Slide 18 - Question ouverte

Hoe ontstaat bestedingsinflatie en kosteninflatie

Slide 19 - Question ouverte

Hoofdstuk 2 Overheidsingrijpen

Slide 20 - Diapositive

2.1 Begrotingsbeleid van de overheid
Wat zijn de kenmerken van een hoog en laag conjunctuur?
De overheid kan ingrijpen in een laag of hoogconjunctuur. Hoe zouden ze dit kunnen doen?

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Anticyclisch beleid is moeilijk toe te passen om de volgende redenen
  1. Stand van de conjunctuur.
  2.  Politieke besluitvorming kost tijd.
  3. Goede timing is moeilijk.
  4. Het overheidssaldo
  5. Politieke motieven

Slide 23 - Diapositive

Laag conjunctuur
Overheid extra geld uitgaven

Slide 24 - Diapositive

Wat zijn de kenmerken van een laagconjunctuur.

Slide 25 - Question ouverte

Wat doet de overheid als ze kiezen voor een anticyclisch begrotingsbeleid in laagconjunctuur?

Slide 26 - Question ouverte

Noem 2 redenen waarom het voor de overheid lastig is om anticyclisch beleid toe te passen.

Slide 27 - Question ouverte

inverdieneffect
Wanneer de overheid de economie wil stimuleren, zal een deel van de extra uitgaven via extra belastinginkomsten worden terugverdiend.

Slide 28 - Diapositive

Leg het inverdieneffect uit bij een laagconjunctuur?

Slide 29 - Question ouverte

Leg uit dat de rente op leningen vaak gaat dalen in een laagconjunctuur?

Slide 30 - Question ouverte

Welke maatregelen kan de overheid nemen in een hoogconjunctuur?

Slide 31 - Question ouverte

bespreken vraag 1,3 en 4

Slide 32 - Diapositive

2.3 Centrale bank en inflatiebestrijding
De belangrijkste taak van de centrale bank is het zorgen van prijsstabiliteit. 
Sinds de invoering van de euro voert de Europese centrale  bank (ECB) die taak voor de eurolanden uit.
Het beleid waarmee de ECB prijsstabiliteit probeert te bereiken, wordt het monetair beleid genoemd
Wat is een normale inflatie?

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Vidéo

Lezen blz. 76 t/m 79
Maken opdrachten 28 t/m 33.

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Lien

Slide 37 - Vidéo