7.1 Alles werkt samen

Wat verwachten jullie van mij?
Of wat heb je nodig
Om het jaar goed door te komen?
1 / 19
suivant
Slide 1: Carte mentale
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Wat verwachten jullie van mij?
Of wat heb je nodig
Om het jaar goed door te komen?

Slide 1 - Carte mentale

Lesdoelen

  • Onderdelen van het lichaam kunnen benoemen van klein naar groot.
  • De taak kunnen benoemen van het verteringsstelsel, ademhalingsstelsel en bloedvatenstelsel.
  • De formule van verbranding kunnen opschrijven.

Slide 2 - Diapositive

Waaruit bestaat je lichaam?
  • Je lichaam bestaat uit kleine bouwsteentjes: de cellen.
  • Cellen van dezelfde soort liggen bij elkaar, dit vormt een weefsel.
  • Verschillende weefsels samen vormen een orgaan.
  • Organen die samenwerken noemen we een orgaanstelsel.
  • Alle orgaanstelsels samen vormt het organisme.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Hoe komen je cellen aan energie?
  • Energie komt uit de verbranding van energierijke stoffen, vooral glucose.

  • Voor de verbranding is ook zuurstof nodig.

  • Formule voor verbranding?

Slide 5 - Diapositive

Afvoer van koolstofdioxide en water

Slide 6 - Diapositive

Lesdoelen

  • Onderdelen van het lichaam kunnen benoemen van klein naar groot.
  • De taak kunnen benoemen van het verteringsstelsel, ademhalingsstelsel en bloedvatenstelsel.
  • De formule van verbranding kunnen opschrijven.

Slide 7 - Diapositive

Zelf aan de slag (7.1) 
Je mag zelf kiezen waarmee je aan de slag gaat. Als je klaar bent ga je door met een ander onderdeel. Niks doen is geen optie.
Controle elke laatste les van de week.

  • Opdracht 1 t/m 11 (WB blz. 9 t/m 12)
  • Zelf samenvatten (schrift) (TB blz. 8 t/m 12)
  • Samenvatting werkboek opdr. 1 + 2 (WB blz. 51) 
  • Digitaal werkboek in Cumlaude

Slide 8 - Diapositive

Lesdoelen


  • Kunnen uitleggen hoe het lichaam de hoeveelheid glucose in het bloed regelt.
  • Kunnen benoemen wat diabetes is en het verschil kunnen benoemen tussen diabetes type 1 en type 2.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Adrenaline
  • Ook adrenaline heeft invloed op de glucosegehalte in het bloed.

  • Adrenaline wordt gemaakt in de bijnieren.

  • Wanneer komt adrenaline vrij?

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Suikerziekte
  • Sommige mensen maken weinig of geen insuline aan. Zij hebben dan suikerziekte/diabetes.

  • Suikerpatiënten moeten zelf de hoeveelheid glucose in hun bloed regelen.

  • Er zijn 2 soorten diabetes. Diabetes type 1  en type 2.

Slide 13 - Diapositive

Glucosegehalte meten
  • Mensen met diabetes moeten zelf de hoeveelheid glucose in het bloed meten.

  • Te laag: ze moeten snel iets eten of drinken waar suiker in zit.

  • Te hoog: ze moeten zelf insuline spuiten.

Slide 14 - Diapositive

Insuline in de buik spuiten

Slide 15 - Diapositive

Type 1:

  • De alvleesklier maakt geen insuline.

  • Type 1 komt meestal voor bij kinderen en jonge pubers.
Type 2:

  • Insuline wordt wel gemaakt, maar het lichaam is er ongevoelig voor.

  • Mensen met overgewicht hebben een grotere kans op diabetes type 2.

Slide 16 - Diapositive

0

Slide 17 - Vidéo

Lesdoelen


  • Kunnen uitleggen hoe het lichaam de hoeveelheid glucose in het bloed regelt.
  • Kunnen benoemen wat diabetes is en het verschil kunnen benoemen tussen diabetes type 1 en type 2.

Slide 18 - Diapositive

Zelf aan de slag (7.1) 
Je mag zelf kiezen waarmee je aan de slag gaat. Als je klaar bent ga je door met een ander onderdeel. Niks doen is geen optie.
Controle elke laatste les van de week.

  • Opdracht 1 t/m 18 (WB blz. 9 t/m 14)
  • Zelf samenvatten (schrift) (TB blz. 8 t/m 14)
  • Samenvatting werkboek opdr. 1 t/m 4 (WB blz. 51) 
  • Digitaal werkboek in Cumlaude

Slide 19 - Diapositive