T5 BS 6 Regeling

T5 Bs 6 Regeling
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

T5 Bs 6 Regeling

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Je kunt benoemen wat terugkoppeling is en hiervan voorbeelden geven
  • Je kunt de werking van adrenaline, glucagon en insuline benomen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je van hormonen?

Slide 3 - Carte mentale

Wat zijn hormonen?
Hoe werken Zenuwstelsel en hormoonstelsel samen?

Slide 4 - Diapositive

Hormonen regelen langzame en langdurige processen
vb: stofwisseling, voortplanting, groei en ontwikkeling. 

Hormoonklieren --> geven hormoon af aan het bloed --> via bloed naar hele lichaam --> hormonen zijn werkzaam in weefsel en organen die gevoelig voor zijn


Wat is de functie van hormonen?
A
Hormonen verwerken de impulsen die afkomstig zijn van spiercellen
B
Hormonen regelen de werking van weefsels en organen die er gevoelig voor zijn.

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Het hormoonstelsel regelt processen in het lichaam door hormonen af te geven

2. Het zenuwstelsel regelt processen in het lichaam door impulsen
A
beide waar
B
beide nietwaar
C
1 waar 2 nietwaar
D
1 nietwaar 2 waar

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

  1. Hoe ontstaat diabetes?
  2. Welk orgaan maakt insuline aan?
  3. Hoe gaat insuline naar de spieren?
  4. Wat is insuline?
1. Hoe ontstaat diabetes?
2. Welk orgaan maakt insuline aan?
3. Hoe gaat insuline naar de spieren?
4. Wat is diabetes

Slide 7 - Diapositive

Hormoonklieren --> geven hormoon af aan het bloed --> via bloed naar hele lichaam --> hormonen zijn werkzaam in weefsel en organen die gevoelig voor zijn

Wat is glucose?
A
Glucose is een brandstof dat afkomstig is van planten door fotosynthese
B
Glucose is een vorm van vet en dient als brandstof

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Na eten

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugkoppeling

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bloedsuikerspiegel

Slide 11 - Diapositive

Waarom wil je niet dat de glucose hoog blijft in je bloed?
Door welk hormoon neemt bloedglucose af?
A
Insuline
B
Adrenaline
C
Glucagon

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Insuline

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe zorgt insuline ervoor dat de bloedsuikerspiegel daalt?
A
Insuline zorgt ervoor dat bloedsuikerspiegel opgenomen kan worden door cellen in je lichaam
B
Insuline zorgt ervoor dat bloedsuikerspiegel wordt opgelost in het bloed

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Insuline 

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Glucose wordt in de lever omgezet naar...
A
glycogeen
B
glucagon

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Door welk hormoon neemt bloedsuikerspiegel weer toe?

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Door welk hormoon neemt bloedsuikerspiegel weer toe?
A
Glucagon
B
Insuline

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Eilandjes van langerhans
Produceren: insuline en glucagon

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Glucagon

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze hormonen worden in de alvleesklier gemaakt:
A
insuline, glucose, glycogeen
B
insuline, glycogeen en glucagon
C
insuline en glucagon
D
glucose, glycogeen en glucagon

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als de bloedsuikerspiegel in je bloed te laag is, wordt....
A
minder glucagon afgegeven
B
meer glucagon afgegeven
C
meer insuline afgegeven
D
minder insuline afgegeven

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugkoppeling/ Feedback

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk:
- BS 6 opdracht: 1 t/m 7

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Extra: Diabetes 

Slide 26 - Diapositive

Verschil tussen diabetes type 1 en 2

Slide 27 - Diapositive

1. Wat bedoeld de mug met het woord zoets in de zin: "ik kan wel wat zoets gebruiken?
2. Is het bloed dan van diabetes patiënt 'zoeter' dan gezond patiënt? waarom?
3.  Wat is diabetes? Wat is het probleem bij diabetes? wat gaat er mis?

We gaan deze les ook kijken naar hoe het normaal proces verloopt. 
(als extra kunnen we kijken naar diabetes)
Welk hormoon veroorzaakt de verandering van glucosegehalte tussen t1 en t2?
A
Insuline
B
Glucagon
C
Glycogeen
D
Adrenaline

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Cette vidéo n'est plus disponible

Slide 29 - Diapositive

Hormoonklieren --> geven hormoon af aan het bloed --> via bloed naar hele lichaam --> hormonen zijn werkzaam in weefsel en organen die gevoelig voor zijn

Herhaling

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk hormoon?

Slide 31 - Diapositive

Wat voel je ?
Welk Hormoon?
A
Adrenaline
B
Insuline
C
Glycogeen
D
Hypofyse

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Je kunt de werking van adrenaline benoemen. 

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Adrenaline
1.  Waar zorgt adrenaline voor?
2. Waarom is het belangrijk dat bloedsuikerspiegel stijgt door adrenaline?
3. Waarom is langdurige 
stress niet goed?




Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Adrenaline wordt gemaakt in
A
alvleesklier
B
schildklier
C
hypofyse
D
bijnieren

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Adrenaline
- Wordt gemaakt in de bijnieren
- Adrenaline komt vrij bij woede, angst en schrik
- Het heeft een korte, snele en kortdurende werking



Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Casus Faalangst

Slide 37 - Diapositive

Wat voel ik en wat gebeurd er in mijn lichaam?

Slide 38 - Diapositive

vb van leerling toepassen. 
Waarom is het belangrijk dat bloedsuikerspiegel stijgt in gevallen van stress?
Adrenaline --> Glycogeen wordt omgezet in Glucose --> Bloedsuikerspiegel stijgt



Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Adrenaline
- Zorgt ervoor dat het lichaam klaar is om actie te ondernemen
- ‘vlucht-of-vecht-hormoon’
- Snelle hartslag --> meer zuurstof en glucose naar spieren
- Snelle ademhaling
- Hogere bloedsuikerspiegel 
- Meer verbranding
- Hersenen werken effectiever --> betere concentratie


Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions