2hv - Lezen H4

Nederlands
Woensdag 6 januari  
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Nederlands
Woensdag 6 januari  

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we deze les doen?
  • Nakijken 
  • Wat weet je nog?
  • Aan de slag! 
  • Afsluiting + HW volgende les 

Slide 2 - Diapositive

Werkwijze online lessen
  • Weekplanner + HW in Magister 
  • Camera aan tijdens de les. Camera uit? - Afwezig!
  • Microfoon uit, tenzij docent anders aangeeft
  • Elke les start en eindigt klassikaal!

Slide 3 - Diapositive

Nakijken - opdracht 6 zin 1 t/m 4

Slide 4 - Diapositive

Lezen H4
Leerdoelen van deze les: 
  • Ik kan onderscheid maken tussen standpunten en argumenten.
  • Ik kan tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden.

Slide 5 - Diapositive

Wat weet je nog?
H1: hoofd- en bijzaken en kernzinnen 
H2 + H3: tekstverbanden en signaalwoorden 

Slide 6 - Diapositive

H1: hoofd- en bijzaken en kernzinnen
H2 + H3: tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 7 - Carte mentale

Aan de slag! 
Je gaat zelfstandig deze LessonUp doornemen en de opdrachten maken die aangegeven worden. Dit is ook direct het huiswerk voor as. maandag 11/01

Als je vragen hebt, mag je deze in de chat stellen of je hand op steken, dan help ik je!

Om 13:50 uur kom je terug naar de centrale ruimte en ronden we samen af. 

Slide 8 - Diapositive

Lezen H4 - Wat weet je al?
1. Sporten is gezond.
4. Als op school de bel gaat, is de les begonnen of afgelopen. 
3. Als je te laat bent, moet je je melden.
2. Ik vind het raar om leraren met 'u' aan te spreken. 
5. Als je niet kunt leren, kun je toch een leuke baan krijgen.
FEIT
MENING

Slide 9 - Question de remorquage

Lezen H4 - Theorie
Dit hoofdstuk gaat over feiten en meningen

Een feit kun je controleren. Je kunt controleren of het waar of niet waar is:
VB: 'Mijn oma woont hier om de hoek.'

Een mening of standpunt is iets wat iemand van iets vindt. Een mening kun je niet controleren. Je kunt het eens of oneens zijn met de mening van iemand. 


Slide 10 - Diapositive

Lezen H4 - Theorie
Als iemand zegt waaróm hij een bepaalde mening heeft, gebruikt hij een argument. Met een argument legt je dus eigenlijk uit waarom vindt wat je vindt. Goede argumenten kunnen een mening of argument een stuk overtuigender maken!

Een mening of standpunt kun je herkennen aan woorden als: 'Ik vind', 'Volgens mij', 'Naar mijn mening'. Een mening bevat niet altijd duidelijke signaalwoorden. 

Een argument herken je aan signaalwoorden als 'want', 'omdat', 'namelijk', 'immers'. 



Slide 11 - Diapositive

Waar denk je aan bij het woord: 'vaccineren'?

Slide 12 - Carte mentale

Lezen H4
Zojuist heb je nagedacht over wat je al weet over 'vaccineren'. Dit kan je helpen om het volgende artikel makkelijker te lezen. 

Lees het volgende artikel: https://nos.nl/artikel/2363172-sanna-elkadiri-krijgt-als-eerste-vaccin-vind-de-dingen-eromheen-spannender.html 

Noteer voor jezelf drie feiten en drie meningen. 


Slide 13 - Diapositive


Schrijf hieronder welke feiten en meningen je genoteerd hebt. 

Slide 14 - Question ouverte

Aan de slag! 
Je hebt de theorie van Lezen H4 doorgenomen. De opdrachten die je gaat maken, wijken iets af van de planner. Maak de volgende opdrachten online of uit het boek:

Havo: Lezen H4, opdr. 1 en 2 óf online de eerste drie opdrachten.
VWO: Lezen H4: opdr. 1, 2, 4 óf online de eerste vier opdrachten. 

Slide 15 - Diapositive

Lezen H4
Leerdoelen van deze les: 
  • Ik kan onderscheid maken tussen standpunten en argumenten. 
  • Ik kan tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden.
Welke feiten en meningen herkende je in het artikel?

Slide 16 - Diapositive


Welk tekstverband herken je in het volgende stukje tekst?

En iemand moet de eerste zijn, redeneert Elkadiri. "Ik vind de vaccinatie niet eng, de dingen er omheen vind ik spannender." Want ze beseft dat alle ogen morgenochtend op haar gericht zijn.
A
concluderend verband
B
redengevend verband
C
oorzakelijk verband

Slide 17 - Quiz


Welk tekstverband herken je in het volgende stukje tekst?

'Elkadiri en de andere 'eersten' krijgen het vaccin van Pfizer en BioNTech. Het wordt toegediend door GGD Hart voor Brabant. Ook in de regio's Rotterdam en Utrecht begint de inenting.
A
chronologisch verband
B
opsommend verband
C
tegenstellend verband
D
toelichtend verband

Slide 18 - Quiz

Afsluiting + HW volgende les 
Volgende les - maandag 11/01, 1e uur: 
Havo: Lezen H4, opdr. 1 en 2 óf online de eerste drie opdrachten.
VWO: Lezen H4: opdr. 1, 2, 4 óf online de eerste vier opdrachten. 

Als je de opdrachten uit je boek maakt, lever je voor maandag foto's in via Teams - chat. 

Slide 19 - Diapositive


Hoe vond je het om op deze manier te werken?
A
Ik vond het prettig om zelfstandig te werken. Ik heb niet meer begeleiding nodig van de docent.
B
Ik vond het prettig om zelfstandig te werken, maar ik zou wel iets meer begeleiding willen.
C
Ik vond het niet prettig om op deze manier te werken. Ik krijg liever uitleg van de docent.

Slide 20 - Quiz