laatste les

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

plattegrond + telefoonnummers

Docent

woensdag 3 april 2024

mercredi 3 avril 2024

toetsen inhalen

schrijftoets: Elise

vocatoets (examenvoca 2): Mohammed

leestoets: Mohammed

examentips + info

examentips + info

Het examen Frans bestaat uit gemiddeld 15 teksten 

en 40 vragen 

(soms iets meer, soms iets minder)

je hebt 2 klokuren (120  minuten) de tijd.

Dat is circa 3 minuten per vraag.

examentips + info

De teksten aan het begin en aan het eind zijn vaak korter en relatief makkelijk.

examentips + info

Examens hebben vaak dezelfde soort onderwerpen:

- sport / sporters           - duurzaamheid / milieu

- beroemdheden           - forumdiscussie

- dieren                         - typische Franse zaken (Eiffeltoren)    - bijzonder nieuws        - bijzondere reizen / reizigers

- kunst / kunstenaars    - folders / sites van toeristische

                                        attracties

examentips + info

Neem je eigen woordenboek(en) mee.

Er mag niet in geschreven zijn.

Zoek alleen woorden op die je nodig hebt om het stukje tekst waar de vraag over gaat te begrijpen.

Als je tijd over hebt, kun je nog meer woorden opzoeken.

examentips + info

Leer de meest gestelde vragen F-N.

Een overzicht hiervan vind je in magister studiewijzer.

Bijv. Qu'est-ce qui est vrai selon le premier alinéa?

        Qu'est-ce qu'on lit au dernier alinéa?

examentips + info

-  Qu'est-ce qui est vrai selon le premier alinéa?

-  Qu'est-ce qu'on lit au dernier alinéa?

Dit soort vragen gaan vaak over de hoofdgedachte van een alinea. Die staat vaak in de eerste of laatste zin van de alinea.

examentips + info

-  Qu'est-ce qui est vrai selon le premier alinéa?

-  Qu'est-ce qu'on lit au dernier alinéa?

Dit soort vragen gaan vaak over de hoofdgedachte van een alinea. Die staat vaak in de eerste of laatste zin van de alinea.

examentips + info

Maak gebruik van de beschikbaar tijd: 2 uur / 120 minuten.

Leerlingen die dit doen, scoren meestal beter.

Klaar en tijd over? Bestudeer de lastige vragen nog eens extra goed. Gebruik het woordenboek!

Examentip 1

Je mag in de examenboekjes schrijven, strepen, markeren etc.

Maak daar gebruik van!

Als je bijv. een woord opzoekt in het woordenboek, schrijf de betekenis van dat woord in de tekst op.

Examentip 2

Open vragen beantwoord je in het Nederlands. 

- Maak één (hele) zin.

- Je antwoord bestaat uit één aspect (tenzij er om 2 gevraagd wordt).

- Schrijf je antwoord eerst op kladpapier en controleer of je je eigen zin begrijpt. Is het correct Nederlands?

examentip 3

Vul bij elke vraag een (voorlopig) antwoord in. Ook als je nog twijfelt. 

zo voorkom je

dat je een meerkeuze-

vraag onbeantwoord

laat.

examentip 4

Noteer op kladpapier het nummer van de vraag waarover je nog twijfelt.

Tijd over aan het eind? Lees nog eens extra goed. 

Zoek onbekende woorden op in het woordenboek. Pas je antwoord eventueel aan.

examentip 5

Voordat je je examenwerk inlevert controleer je of je alle vragen hebt beantwoord. 

Tip: neem al je antwoorden over op kladpapier. Dan kun je thuis meteen kijken hoeveel je er goed hebt.

examentip 6

Verbeteren bij meerkeuzevragen doe je zo:

examentip 7

Bij meerkeuzevragen staan de antwoordmogelijkheden op alfabetische volgorde. 

Het kan dus voorkomen dat je bijvoorbeeld vier keer achter elkaar antwoord A moet invullen. 

Laat je daar niet door van de wijs brengen.

examentip 8

In de antwoordmogelijkheden staan soms dezelfde woorden  als in de tekst. 

Dat betekent niet per sé dat het om het goede antwoord gaat.

Meestal kom je dan ook in de andere antwoordmogelijkheden woorden uit de tekst tegen.

examentip 9

examentraining is als marathontraining:

je begint niet met 40 km hardlopen, je bouwt het op

- van makkelijk naar moeilijk(er).

- zorg voor regelmaat 

- spreid je training over een langere periode (je gaat in de laatste week voor de marathon ook niet ineens 2 x per dag trainen)

examentip 10

Zorg dat je de belangrijkste signaalwoorden kent:

mais                          maar

donc                          dus

parce que                omdat

ainsi                            zo

pourtant                    toch

car                                want

par contre                 daarentegen

en plus                        bovendien

examentip 11

Oefenen helpt!

- oude examens

- examensprint (Grandes Lignes / leermiddelen online)

- examenbundel 

- duolingo

- Franse films / series

Nu oefenen - tekst 6 (3+4) - CSE 2021-I

10 minuten in stilte.

Daarna bespreken we de vragen.

Daarna kies je: verder oefenen met tekst 3 + 4

                         of

                         oefenen talendorp