1HV week 46

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Salut!

Programme

Les devoirs apprendre 2, 3

Uitleg bezittelijk voornaamwoord

ex. 16ABCD

le frère

1. de broer
2. de zus
3. de familie
4. de vader

meilleur

1. morgen
2. beste
3. zaterdag
4. eten

De hond is in het Frans...

uitnodigen

1. la fête
2. danser
3. l'invitation
4. inviter

avoir
=
hebben

il/elle/on

nous

vous

ils/elles

tu

j'

avons

ont

ai

avez

as

a

Wij hebben

1. nous avons
2. vous avez
3. ils ont
4. nous sommes

Jij bent

1. Tu es
2. Il est
3. Il a
4. Tu as

Programme

Uitleg bezittelijk voornaamwoord

Maken ex. 16ABCD
Nakijken / bespreken opdrachten
Bingo

Het bezittelijk voornaamwoord

Een bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is. 

Voorbeeld in het Nederlands?

Nederlands...

Het is mijn broer.

Het is jouw zus.

Het is haar familie.

Nu in het Frans!

Het is mijn broer. = C'est mon frère

Het is jouw zus. = C'est ta soeur

Het is haar familie. = C'est sa famille

Regels

Het bezittelijk voornaamwoord werkt hetzelfde als het lidwoord.
Het past zich aan naar het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.

Is het zelfstandig naamwoord mannelijk? Dan is het bezittelijk voornaamwoord dat ook!

Regels

Hem/haar = son, sa, ses

Kijk naar het Franse zelfstandige naamwoord! Niet naar de Nederlandse vertaling.

Elisa, comment s'appelle ton frère? 

Jonas, comment s'appelle ta soeur?

Uitzondering

Let op bij woorden in enkelvoud die beginnen met een klinker of stomme h...

Dan krijgt het woord altijd de mannelijke vorm van het bezittelijk voornaamwoord!

Waarom? Klinkerbotsing!

dus niet ma amie, maar mon amie (mijn vriendin)

Au travail

Maak ex. 16BCD op blz. 58-60

Wat niet af is, is huiswerk.

Klaar? Leer apprendre 4 + 5

Programme

Uitleg bezittelijk voornaamwoord

ex. 16ABCD

Salut!

Programme

Quiz/herhaling bezittelijk voornaamwoord

Controleren 16ABCD

Dialogen p. 61 + ex. 18, 21, 

Je me présente (ex. 23)

mijn vader = .........

1. mon frère
2. mon père
3. ma père
4. ma frère

jouw zus = .........

1. ton soeur
2. tes soeur
3. ta soeur
4. sa soeur

haar ouders = .........

1. ses parents
2. son parents
3. sa parents
4. tes parents

haar vriendin = .........

1. sa amie
2. son amie
3. sa ami
4. son ami

Haar hond

Zijn oom

Jouw tuin

Parler

Regels

Het bezittelijk voornaamwoord past zich aan naar het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort, net als het lidwoord.

Is het zelfstandig naamwoord mannelijk? Dan is het bezittelijk voornaamwoord dat ook!

Uitzondering

Let op bij woorden in enkelvoud die beginnen met een klinker of stomme h...

Dan krijgt het woord altijd de mannelijke vorm van het bezittelijk voornaamwoord!

dus niet ma amie, maar mon amie (mijn vriendin)

Programme

Quiz/herhaling bezittelijk voornaamwoord

Controleren 16ABCD

Dialogen p. 61 + ex. 18, 21, 

Je me présente (ex. 23)