Gevaarsymbolen en gifwijzer

Gevaarsymbolen en gifwijzer
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
Huishouden en wonenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Gevaarsymbolen en gifwijzer

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
- Je herkent de gevarensymbolen en weet wat ze betekenen.
- Je kan werken met de gifwijzer en weet waarom je bepaalde handelingen uitvoert.

Slide 2 - Diapositive

Voeg hier de foto's toe van gevaarsymbolen en procedures!

Slide 3 - Question ouverte

Opdracht
Bespreek met je groep wat elk icoontje betekend. Je mag hierbij geen laptop op telefoon gebruiken!
timer
10:00

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Product kan gemakkelijk exploderen als er een ontstekingsbrons (vonk, vlam, warmte) bij komt. Dit zijn producten voor de professionele markt, die u in de super- of bouwmarkt niet zal aantreffen.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Product kan bij contact met andere (brandbare) stoffen heftig reageren en ervoor zorgen dat die stoffen gaan branden. Dit zijn producten voor de professionele markt, die u in de supermarkt of bouwmarkt niet zal aantreffen.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Product kan bij opname door de mond, via de huid of bij inademen ernstig gevaar opleveren en dodelijk zijn. Dit zijn producten voor de industriële markt, die u in de supermarkt of bouwmarkt niet zo snel aantreft.
Voorbeelden: winterproducten met methanol zoals bepaalde antivriesmiddelen en ontdooiingsmiddelen.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Product kan gemakkelijk vlam vatten als het in contact komt met een ontstekingsbron (brandende sigaret, lucifer, vonk). Zowel stoffen in een vaste substantie als vloeistoffen en gassen kunnen ontvlambaar zijn.
Voorbeelden: spiritus, aceton, smeerolie, wasbenzine en spuitbussen met verf (met brandbare oplosmiddelen).

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Het gezondheidsgevaar van deze producten is minder ernstig dan bij giftige en bijtende stoffen en bij stoffen met een lange termijn gezondheidsgevaar. Sommige producten met zo'n symbool leveren bij opname via de mond of huid en bij inademen irritatie op, sommige producten kunnen schadelijk zijn.


Voorbeelden: geconcentreerde reinigingsmiddelen, waaronder vaatwasmachinetabletten, chloorbleekmiddel en speciale ontkalkers (bijvoorbeeld voor de badkamer). Maar ook: tuinfakkelolie (schadelijk), groene-aanslagreiniger (irriterend) en hardhoutolie (schadelijk).

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Product kan bij opname via de mond of de huid of bij inademen mogelijk kankerverwekkend zijn of op een andere manier schadelijk voor de gezondheid, bijvoorbeeld voor de voortplanting.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Producten die – als ze in het milieu terecht komen – schadelijk zijn voor de organismen. Deze producten kunnen bijvoorbeeld sterfte van vissen of bijen veroorzaken.
Voorbeelden: terpentine, bepaalde gewasbeschermingsmiddelen en stickerverwijderaar.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Product heeft een vernietigend effect op lichaamsweefsels als huid, ogen en slokdarm en veroorzaakt brandwonden. Daarnaast kan het product textiel, hout en metaal aantasten.
Voorbeelden: gootsteenontstopper, verdund zoutzuur (30%) en sterke ontkalkingsmiddelen. 

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Dit zijn samengeperste gassen en vloeibaar gemaakte gassen in gasflessen. Blootstellen aan hoge temperaturen kan brand of ontploffen tot gevolg hebben. 


Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Zoek op in de gifwijzer voor jezelf!

Slide 24 - Diapositive

Wat te doen bij het binnenkrijgen van wasmiddelen (machine)?

Slide 25 - Question ouverte

Wat te doen bij het binnenkrijgen van allesreinigers?

Slide 26 - Question ouverte

Waarom in sommige gevallen iets vets geven (punt 5)?

Slide 27 - Question ouverte

Lesdoel bereikt?
- Herken je de gevarensymbolen en weet je wat ze betekenen.
- Je weet hoe de gifwijzer werkt en waarom je bepaalde handelingen uitvoert.
- TIPS & TOPS

Slide 28 - Diapositive

Vragen?

Slide 29 - Diapositive