herhaling steden h4

Herhalingsquiz Wonen in Nederland
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Herhalingsquiz Wonen in Nederland

Slide 1 - Diapositive

In welke wijken zie je veel gentrificatie?
A
lage inkomenswijken rond het centrum
B
lage inkomenswijken in het centrum
C
rijke wijken rond het centrum
D
rijke buitenwijken

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Diapositive

Over welk nadeel van gentrification gaat het verhaal?
A
Verdringing
B
Vervreemding
C
Polarisatie
D
Klassenstrijd

Slide 4 - Quiz

Op welke manier profiteren winkeliers van gentrification?
A
Toename van stedelingen betekent nieuwe klanten
B
zij kunnen (meer) duurdere producten verkopen
C
Toename van stedelingen betekent meer personeel

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Diapositive

Wat is de goede volgorde in tijd?
A
urbanisatie, suburbanisatie, re-urbanisatie
B
re-urbanisatie, suburbanisatie, urbanisatie
C
suburbanisatie, re-urbanisatie, urbanisatie
D
urbanisatie, suburbanisatie, urbanisatie

Slide 7 - Quiz

Als een stadswijk wordt opgeknapt, zodat deze weer aantrekkelijk wordt voor de eigen bewoners dan heet dat
A
stadsvernieuwing
B
wijkrenovatie
C
herstructuren
D
krachtwijken herprofileren

Slide 8 - Quiz

Als een stadswijk wordt aangepakt met de nadruk op meer duurdere koopwoningen, nieuwe of het verbeteren van de openbare ruimte dan is dat
A
fysieke stadsvernieuwing
B
herstructurering
C
sociale stadsvernieuwing
D
stadsvernieuwing

Slide 9 - Quiz

In de stad werken zowel veel hoogopgeleiden als laagopgeleiden. Het begrip dat hierbij past is
A
monotone arbeidsmarkt
B
gentrification
C
duale arbeidsmarkt
D
kenniseconomie

Slide 10 - Quiz

Wat is het doel van het idee van de creatieve stad?
A
meer kunst is goed voor de mensen in de stad
B
een stad met minstens 1 kunstacademie
C
de creatieve stad is een economische motor
D
een stad die de wijken origineel verbetert

Slide 11 - Quiz

Waar vind je relatief veel Vinex-wijken?
A
in dorpen die kunnen uitbreiden
B
in rurale gebieden met veel ruimte
C
aan de rand van steden
D
in het Groene Hart

Slide 12 - Quiz

Wat is het verschil tussen stadsvernieuwing en herstructurering?
A
stadsvernieuwing is voor de bestaande bewoners
B
bij herstructurering komen andere soorten mensen en functies in de wijk erbij
C
herstructurering kan ook een nieuwe functie voor oude fabrieken zijn
D
alle andere antwoorden zijn juist

Slide 13 - Quiz

Gebruik bron 4.
In Den Haag Escamp heeft herstructurering plaatsgevonden. Dit had te maken met woningkenmerken en de daarmee samenhangende bewonerskenmerken in dit stadsdeel. 3p 33 Geef met behulp van bron 4
twee woningkenmerken van dit stadsdeel en;
twee bewonerskenmerken van dit stadsdeel.

Slide 14 - Question ouverte

In de wijk Escamp in Den Haag vond tussen 2000 en 2013 herstructurering plaats. Tegenstanders van deze herstructurering zijn van mening dat de sociale problemen in Den Haag hierdoor niet zullen afnemen.
2p 34 Geef twee argumenten waarmee zij hun standpunt kunnen onderbouwen.

Slide 15 - Question ouverte

Verder oefenen?
Dit kan met:
- de examenopgaven op eindexamensite.nl 
selecteer bij examenstof de kopjes 
"leefbaarheid steden" en "stedelijke gebieden NL" 
of
- de examentrainers op de buitenland site.
- de oefentoets op de buitenland site.

Slide 16 - Diapositive

Gebruik bron 1.
Bewonerskenmerken en woningkenmerken hangen vaak met elkaar samen.
1p 30 Beschrijf met behulp van bron 1 een relatie tussen bewonerskenmerken en
woningkenmerken.

Slide 17 - Question ouverte

Gebruik bron 1.
De twee buurtprofielen A en B in bron 1 zijn van buurten in de Rotterdamse
deelgemeenten Delfshaven en Prins Alexander.
2p 31 Beredeneer met behulp van een bewonerskenmerk en de atlas welk buurtprofiel,
A of B, hoort bij een buurt in de deelgemeente Prins Alexander.

Slide 18 - Question ouverte

Gebruik bron 1.
1p 32 Toon met behulp van gegevens uit de bron aan in welke buurt er meer één- en
tweepersoonshuishoudens zijn, in buurt A of in buurt B.

Slide 19 - Question ouverte

Gebruik bron 1.
De veiligheidsindex in bron 1 is samengesteld uit een groot aantal gegevens,
zowel feitelijke gegevens als bewonersoordelen. Hoe hoger de veiligheidsindex,
hoe beter het is gesteld met de veiligheid in de buurt.
2p 33 Noteer een aspect van veiligheid dat te maken heeft met objectieve veiligheid
en een aspect dat te maken heeft met subjectieve veiligheid.

Slide 20 - Question ouverte

De gemeente Rotterdam heeft onder andere het aantal verhuisbewegingen in
een buurt opgenomen in de veiligheidsindex.
2p 34 Beredeneer dat verhuisbewegingen een zinvolle maat of indicator voor veiligheid
kunnen zijn.

Slide 21 - Question ouverte