Hoofdstuk 2 voca + zinnen + grammatica

Comment est ta chambre?
A
Hoe is zij?
B
Ben jij vaak in je slaapkamer?
C
Hoe is jouw slaapkamer?
D
Woon jij in een appartement?
1 / 14
suivant
Slide 1: Quiz
FransMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Comment est ta chambre?
A
Hoe is zij?
B
Ben jij vaak in je slaapkamer?
C
Hoe is jouw slaapkamer?
D
Woon jij in een appartement?

Slide 1 - Quiz

Oui, pour faire mes devoirs.
A
Ja, om te sporten
B
Ja, ik heb twee broers.
C
Ja, wij hebben een hond.
D
Ja, om mijn huiswerk te maken.

Slide 2 - Quiz

Comment elle s'appelle, ta petite soeur?
A
Hoe heet ze, jouw kleine zusje?
B
Hoe heet hij, jouw kleine broer?
C
Hoe heet ze, jouw grote zus?
D
Hoe heet hij, jouw grote broer?

Slide 3 - Quiz

On aime faire du sport.
A
Wij hebben een hond.
B
Wat doen jullie graag samen?
C
Wij vinden het leuk om te sporten.
D
Hebben jullie een dier?

Slide 4 - Quiz

l'endroit
A
de kast
B
de zolder
C
de vis
D
de plek

Slide 5 - Quiz

sur
A
in
B
op
C
met
D
voor

Slide 6 - Quiz

le rêve
A
de droom
B
de woonkamer
C
de straat
D
de helft

Slide 7 - Quiz

content(e)
A
verboden
B
dichtbij
C
tevreden, blij
D
andere

Slide 8 - Quiz

Les (grand) frères (mmv)
A
grand
B
grande
C
grands
D
grandes

Slide 9 - Quiz

Les (vieux) femmes (vmv)
A
vieux
B
vieille
C
vieuxs
D
vieilles

Slide 10 - Quiz

La jupe (vert)
A
vert
B
verte
C
verts
D
vertes

Slide 11 - Quiz

vous (partager)
A
partage
B
partages
C
partagez
D
partagent

Slide 12 - Quiz

il (rencontrer)
A
rencontre
B
rencontres
C
rencontrons
D
rencontrent

Slide 13 - Quiz

elles (bavarder)
A
bavarde
B
bavardes
C
bavardons
D
bavardent

Slide 14 - Quiz