Laatste herhaling hoofdstuk 5

prochain(e)
A
waarom
B
zelfs
C
dit jaar
D
volgende
1 / 26
suivant
Slide 1: Quiz
FransMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

prochain(e)
A
waarom
B
zelfs
C
dit jaar
D
volgende

Slide 1 - Quiz

mince
A
slank
B
vaak
C
bruin
D
verlegen

Slide 2 - Quiz

la question
A
de grootmoeder
B
de buurvrouw
C
de vraag
D
de zus

Slide 3 - Quiz

grand(e)
A
grijs
B
groen
C
groot
D
beste

Slide 4 - Quiz

bien sûr
A
waarom
B
lang (tijd)
C
grappig
D
natuurlijk

Slide 5 - Quiz

l'argent
A
de neef
B
de broer
C
het geld
D
de dag

Slide 6 - Quiz

meilleur(e)
A
sinds
B
beste
C
bijvoorbeeld
D
klein

Slide 7 - Quiz

chez
A
wie
B
bij
C
zelfs
D
een beetje

Slide 8 - Quiz

janvier
A
bijvoorbeeld
B
verlegen
C
dragen
D
januari

Slide 9 - Quiz

rencontrer
A
dragen
B
veranderen
C
ontmoeten
D
doorbrengen

Slide 10 - Quiz

soixante-quinze
A
64
B
74
C
75
D
76

Slide 11 - Quiz

quatre-vingt-dix-sept
A
87
B
97
C
98
D
99

Slide 12 - Quiz

92
A
quatre-vingt-deux
B
quatre-vingt-cinq
C
quatre-vingt-douze
D
quatre-vingt-treize

Slide 13 - Quiz

80
A
quatre-vingt
B
quatre-vingts
C
quatre-vingt-dix
D
quatre-vingt-dix-huit

Slide 14 - Quiz

Passé composé
Om te vertellen dat je iets al hebt gedaan

2 delen:
1. Vorm van 'avoir' (hebben)
2. Voltooid deelwoord

Slide 15 - Diapositive

Il ___ mangé un croissant.
A
ai
B
as
C
a
D
ont

Slide 16 - Quiz

Vous ___ parlé avec votre fille.
A
ai
B
as
C
avons
D
avez

Slide 17 - Quiz

Tu ___ un bon week-end.

Slide 18 - Question ouverte

Welk van onderstaande woorden is het voltooid deelwoord van het woord:
parler
A
parler
B
parle
C
parlé
D
parles

Slide 19 - Quiz

J'ai ___ un T-shirt. (porter)

Slide 20 - Question ouverte

Bijvoeglijk naamwoord
man. enk.
vrouw. enk.
man. mv.
vrouw. mv.
-
-e
-s
-es
petit
petite
petits
petites
bleu
bleue
bleus
bleues
Let op!
Bnw's die eindigen op een -e, krijgen bij vrouwelijk enkelvoud geen extra -e.
Bnw's die eindigen op een -s, krijgen bij mannelijk meervoud geen extra -s.

Slide 21 - Diapositive

Les T-shirts (mmv) (vert)
A
vert
B
verte
C
verts
D
vertes

Slide 22 - Quiz

La jupe (v) (noir)
A
noir
B
noire
C
noirs
D
noires

Slide 23 - Quiz

Les filles (vmv) sont (grand).
A
grand
B
grande
C
grands
D
grandes

Slide 24 - Quiz

Le pantalon (m) est (rouge).

Slide 25 - Question ouverte

Les baskets (mmv) sont (bleu).

Slide 26 - Question ouverte