Les 3 la famille

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

BONJOUR et BIENVENUE!

Bonjour

et 

bienvenue!!

Vendredi 28 octobre

Le programme pour aujourd'hui :

- Je kunt familie lidden in het Frans noemen;

- Je kunt het bezittelijk voornaamwoord aanpassen;

- Je kunt een tekst waarin iemand zichzelf voorstelt begrijpen.

Unité 2

la famille

Qui a fait les devoirs (huiswerk) ?

1/ Maak een zin met "je suis", een zin met "nous sommes" en een zin met "elle est". Schrijf jouw zinnen op papier met jouw naam erop.

= Je prends les papiers.

2/ Exercice 4, page 53 dans le livre.

Les devoirs (huiswerk)

Maak een zin met "je suis", een zin met "nous sommes" en een zin met "elle est". Schrijf jouw zinnen op papier met jouw naam erop.

= Je prends les papiers.

Les devoirs (huiswerk)

exercice 4, page 53 dans le livre.

welk lidwoord?
.....famille

1. le
2. la
3. les
4. l'

Voici (mijn) ... famille

1. mon
2. ma
3. mes
4. la

le cousin =

la cousine =

un rendez-vous

1. de afspraak
2. een bushalte
3. de ontmoeting
4. een afspraak

vertaal:
le grand-père

vertaal naar het NL:
j'ai deux grands-pères

vertaal: ik heb een oma

Vertaal "ontmoeten"

la soeur

1. de broer
2. de nicht
3. de zus
4. de vriendin

Vertaal: ik heb een zus

les parents

1. de kinderen
2. de ouders
3. het huis
4. de school

Singulier (ev)

Pluriel (mv)

Garçon

Famille

Cousins

Maisons

Mon

Ma

Mes

tante

grand-père

copains

soeur

cousins

oncle

Grand-mère

soeur

famille

frère

Ben je tevreden over het resultaat?
Waar moet je nog aan werken?

Zelfstandig werken

Madame Baichere lit le texte page 54

- pages 55 et 56, exercices 5 et 6 -