H1.1 Woordenschat

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Welkom

De drie wonderlijkste woorden

Wanneer ik het woord Toekomst uitspreek,

vertrekt de eerste lettergreep al naar het verleden.

Wanneer ik het woord Stilte uitspreek,

vernietig ik haar.

Wanneer ik het woord Niet uitspreek,

schep ik iets dat in geen enkel niet-bestaan past.

          

                                                 (Wislawa Szymborska)

Wat gaan we doen vandaag?

We gaan aan de slag met stijlfiguren: repetitio en enumeratio.

Doel van de les: Je kunt de stijlfiguren repetitio en enumeratio herkennen, begrijpen en zelf toepassen.

Stijlfiguren

• retorische middelen (retorica = leer van de welsprekendheid: zo mooi mogelijk spreken).
  
  
• Een stijlfiguur gebruik je om iets te benadrukken. 

Stijlfiguur - repetitio

repetitio (herhaling)

"Tijdens het zomerkamp was het macaroni en nog eens macaroni wat we te eten kregen."

“Uur na uur gebeurde er niets.”

 

Gedicht van Willem Kloos 

De Zee, de Zee klotst voort in eindeloze deining,

De Zee, waarin mijn Ziel zich-zelf weerspiegeld ziet;

De Zee is als mijn Ziel, in wezen en verschijning,

Zij is een levend Schoon en kent zich-zelve niet.

Stijlfiguren/opsommingen

Enumeratio (opsomming)

"Wat ben jij een miezerig, vervelend, irritant, misselijk ventje."

Opsomming in drieën (drie woorden, zinsdelen of zinnen)

Het volk was redeloos, de regering radeloos en het land reddeloos.

Drieslag (vaste combinatie van een opsomming in drieën)

Geloof, hoop en liefde.

Stijlfiguur

Climax (een sterker wordende reeks) 

Uren, dagen, maanden, jaren vliegen als een schaduw heen. 

Omgekeerde climax (een steeds zwakker wordende reeks)

Hij ging voor goud, maar het werd zelfs geen zilver, slechts brons. 

repetitio 

enumeratio 

drieslag

climax

herhaling

opsomming

vaste combinatie van een opsomming

sterker wordende reeks

Opdracht maken 

Maak opdracht 2 in tweetallen op blz. 27 

10 minuten de tijd

Afsluitende opdracht 

Afsluiting: kies een van de zes stijlfiguren die we net hebben behandeld. Schrijf in één zin op wat je meeneemt uit deze les. Formuleer dat op zo'n manier, zodat er een van de zes stijlfiguren in voorkomt. 

Mijn afsluitende zin met een stijlfiguur...