Je krijgt meerkeuzevragen, sleepvragen en open vragen.
Let op: de toets bestaat alleen uit open vragen
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
Anatomie, Fysiologie en PathologieMBOStudiejaar 2,4
Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Herhalen lesstof GHZ
Je krijgt meerkeuzevragen, sleepvragen en open vragen.
Let op: de toets bestaat alleen uit open vragen
Slide 1 - Diapositive
Bij het classificatiesysteem van Timmers-Huigens wordt ingedeeld op basis van:
A
Intelligentie (IQ)
B
Mentale leeftijd
C
Het vermogen tot het verwerken van informatie
D
De beperkingen van de zorgvrager
Slide 2 - Quiz
De definitie van een verstandelijke beperking bestaat uit 3 kenmerken. Welke hoort er NIET bij?
A
Intelligentie aantoonbaar lager dan de gemiddelde bevolking
B
Een beperking in sociale, conceptuele en praktische vaardigheden
C
De beperkingen treden op voordat iemand 18 jaar is geworden
D
De beperkingen zijn zichtbaar aanwezig vanaf de geboorte (congenitaal)
Slide 3 - Quiz
Sleep de term naar de juiste omschrijving:
Bevat informatie voor een erfelijke eigenschap
De verschillende versies van een gen
Bevat informatie voor meerdere erfelijke eigenschappen
Gen
Allel
Chromosoom
Slide 4 - Question de remorquage
Sleep het plaatje naar de juiste term:
Heterozygoot
Homozygoot
Slide 5 - Question de remorquage
Wat is een perinatale oorzaak van een verstandelijke beperking?
A
Chromosomale stoornissen
B
Teveel alcohol drinken tijdens zwangerschap
C
Ernstige geelzucht
D
Vergiftiging met een wasmiddelpod
Slide 6 - Quiz
Welke prenatale oorzaak van een verstandelijke beperking is erfelijk?
A
Genetische stofwisselingsziekte
B
Toxoplasmose infectie tijdens zwangerschap
C
Zwangerschapsdiabetes bij de moeder
D
Overmatig gebruik van drugs tijdens zwangerschap
Slide 7 - Quiz
Welke lichamelijke problemen zien we veel bij zorgvragers met een verstandelijke beperking?
Slide 8 - Question ouverte
Wat is de reden dat we bepaalde lichamelijke aandoeningen (bijv. spasticiteit, epilepsie, cerebrale visusstoornis etc.) vaker zien bij zorgvragers met een verstandelijke beperking?
Slide 9 - Question ouverte
Reflux en rumineren delen veel kenmerken. Wat is geen gedeeld kenmerk?
A
Leidt tot schade aan het gebit
B
Gebeurt na een grote maaltijd
C
De maaginhoud komt omhoog
D
Kan een uiting van onvrede zijn
Slide 10 - Quiz
Wat is een complicatie van spasticiteit?
A
Hypotonie
B
Contracturen
C
Parese
D
Onwillekeurige spiersamentrekkingen
Slide 11 - Quiz
Probleemgedrag is gedrag waarbij een ZV moeilijk met zichzelf of de omgeving om kan gaan. Noem een specifiek voorbeeld van probleemgedrag
Slide 12 - Question ouverte
Psychofarmaca kunnen worden ingezet bij probleemgedrag. Wanneer mag dat? Op welke bijwerking let je wanneer je dit inzet?
Slide 13 - Question ouverte
Wat is de meest voorkomende bijwerking van psychofarmaca?
Slide 14 - Question ouverte
Waarom is er vaak onderdiagnostiek van visus- en gehoorproblemen bij verstandelijk gehandicapten?