herhaling grammatica unit 3 (en 2)

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 1

herhaling grammatica unit 3 (en 2)

In de komende lessen gaan we de grammatica die je hebt geleerd in Unit 3 herhalen, ook die van Unit 2 zodat je goed voorbereid bent op de toets. 

jhherhaling grammatica

Grammar

Vergrotende + overtreffende trap

klein - kleiner - kleinst(e)

small - smaller - smallest

groot - groter - grootst(e)

big - bigger - biggest

aardig - aardiger - aardigst(e)

nice - nicer - nicest

Comparative +

Superlative

Let op woorden die eindigen op een Y!

(medeklinker + y dan 'i' ipv 'y'

Let op!

goed - beter - best

good - better - best

slecht - slechter - slechtst(e)

bad - worse - worst

ver - verder - verst(e)

far - further - furthest

Vergrotende trap:

+ER

Vaak wordt het woord gevolgd door THAN

Frank is taller than Rob.

The boys are faster than us.

Overtreffende trap:

+EST

Vaak komt er voor het woord THE te staan

Rob is the tallest boy I know.

That is the fastest car ever.

Woorden van 2 of meer lettergrepen

krijgen GEEN -er of -est,

maar MORE of MOST ervoor!

I am smaller than Frank, but he is more intelligent than I am.

Jason is the sweetest baby I know, Jasmin is 

the most beautiful baby though.

Aan de slag

Maak van je werkblad opdracht 1,2,3

Grammar! 

Aan de slag

Maak van je werkblad opdracht 4,5

Present simple 

SHIT!

I drink

You drink

He drinks
She drinks

It drinks

We drink

They drink

You drink

Aan de slag

Maak van je werkblad opdracht 6,7,8

Grammar

Demonstrative pronouns