Spreekwoorden

Spreekwoorden
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Spreekwoorden

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het eind van deze les:
  • Ken je de betekenis van enkele spreekwoorden en gezegden
  • Weet je het verschil tussen figuurlijk en letterlijk taalgebruik

Slide 2 - Diapositive

Wat zijn spreekwoorden en gezegden?

  • Een spreekwoord of gezegde is een korte, krachtige  uitspraak die een waarheid of wijsheid bevat.
  • Ze hebben vaak een figuurlijke betekenis. 

Slide 3 - Diapositive

Welke spreekwoord wordt hier uitgebeeld? Wat betekent dit spreekwoord?

Slide 4 - Diapositive

Wat betekent: 
'De hond in de pot vinden?'

A   De hond is in de pot gaan zitten.
B    De hond heeft al het eten   
       opgegeten. 
C.  Je hond kwijt zijn.
D.  Je bent te laat voor het eten en
      alles is op.


Slide 5 - Diapositive

Los de rebus op!

Slide 6 - Diapositive

Wat betekent 'Met het verkeerde been uit bed stappen?'
A. Uit bed vallen.
B. Met een slecht humeur de
     dag starten. 
C. Aan de verkeerde kant van
     het bed uitstappen. 
D. Slaapwandelen.

Slide 7 - Diapositive

Wat betekent 'Het is weer koek en ei tussen hen'?
A   Ze hebben ruzie.
B   Ze zijn verliefd.
C   De ruzie is voorbij, ze zijn
      weer vrienden.
D   Ze gaan samen koken.

Slide 8 - Diapositive

Ken je nu meer spreekwoorden dan dat je voor de les kende?
Ja!
Nee.....

Slide 9 - Sondage


Bedankt voor je aandacht.
Leuk dat je er was!

Ken je nu meer spreekwoorden? 


Slide 10 - Diapositive

Opdracht 1
Spreekwoordenposter

Op de kleurplaat staan 55 spreekwoorden.
- Schrijf er zoveel mogelijk, maar minimaal 15, in je schrift. 
- Zet de betekenis erachter.


Slide 11 - Diapositive

Opdracht 2
Je gaat nu zelf een rebus tekenen bij een spreekwoord/gezegde. Je mag ook een uitdrukking "van de jeugd" gebruiken.


  1. Neem een spreekwoord in gedachte (of zoek er één op/ vraag hulp)
  2. Bedenk plaatjes bij de woorden
    Bijv. Begint jouw spreekwoord met ‘het’, teken dan een            en zet eronder: p = h  (want pet = het)
  3. Teken alles uit! 

Slide 12 - Diapositive

Opdracht 3
- Zoek een aantal spreekwoorden uit (met de betekenis) en teken ze uit.

Slide 13 - Diapositive


  • Kies 2 spreekwoorden uit. 
  • Beeld deze spreekwoorden uit. Je kan hiervoor foto's zoeken op het internet.  Je mag het ook tekenen of plakken/knippen.
  • Maak een foto.
  • Lever 2 foto's in met het uitgewerkte spreekwoord. Schrijf de betekenis erbij.
  • Zoek de betekenis van het spreekwoord of de uitdrukking op.
  • Weet je de betekenis van een spreekwoord niet? Zoek het op! https://nl.wikiquote.org/wiki/Nederlandstalige_spreekwoorden

 


Opdracht 4

Slide 14 - Diapositive