6.3 Seizoenen

Ga in dit tweetal zitten op deze plek in de klas
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo, mavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Ga in dit tweetal zitten op deze plek in de klas

Slide 1 - Diapositive

De agenda voor de komende 8 weken
Week 2
Week 3
Week 4
Week 5
Week 6
Week 7
Week 8
3.1




3.3
4.2

3.4
4.3
PW
6.3
6.1 & 6.2


6.4
6.2 & 6.3
Weerkaart
6.4
Lesdoelen
Basis:
Je weet wat een levensbeschouwing is en je kunt daar voorbeelden van geven.
Je kunt uitleggen wat vrijheid van godsdienst betekent.
Je weet wat wereldgodsdiensten zijn en waar deze voorkomen.
Je kunt uitleggen wat er bedoeld wordt met de scheiding van kerk en staat.

Verdieping:
Je kunt beschrijven op welke manier het christendom in Nederland werd verspreid
Je kunt beschrijven hoe heel Europa christelijk werd
Je kunt uitleggen hoe de christelijke en Germaanse culturen werden vermengd
Je kunt uitleggen waardoor geestelijken belangrijk waren in de samenleving
Lesdoelen
Basis:
Je weet dat bepaalde symbolen, helden en rituelen kenmerkend zijn voor een cultuur.
Je kunt voorbeelden geven van waarden en normen en je kunt uitleggen wat met respect bedoeld wordt.
Je kunt voorbeelden geven van feiten en meningen en je kunt een standpunt onderbouwen met argumenten.
Verdieping:
Je kunt uitleggen waardoor boeren in de landbouwsamenleving halfvrij waren
Je kunt beschrijven hoe de landbouw was georganiseerd
Je kunt uitleggen welke sociale verhoudingen er waren
Je kunt benoemen welke handel er was
Lesdoelen
(5) beschrijven welke natuurrampen ontstaan langs de Ring van Vuur;

Lesdoelen
Basis:
Je begrijpt het verschil tussen weer en klimaat en je kunt een klimaatgrafiek aflezen.
Je weet dat de breedteligging invloed heeft op de temperatuur.
Je weet dat de hoogte van het landschap invloed heeft op de temperatuur.
Je begrijpt hoe seizoenen ontstaan en je kunt uitleggen welke invloed seizoenen op de temperatuur hebben.
Verdieping:
Je kunt uitleggen wat de invloed van de breedte ligging is op de termperatuur in Europa
Je weet in welke luchtstreken Europa ligt
Je kunt uitleggen wat de invloed van de golfstroom is op de temperatuur in Europa
Je kunt uitleggen wat de invloed van aanlandige westenwinden is op de temperatuur in Europa
Je kunt de kenmerken van de vorm van Europa beschrijven.
Je kent de kenmerken van het relief van Europa

Lesdoelen
Basis:
Je weet wat een klimaatgebied is en welke klimaatgebieden op lage breedte liggen.
Je weet welke klimaatgebieden op gematigde breedte liggen.
Je weet welke klimaatgebieden op hoge breedte liggen.
Je begrijpt waarom er verschillende plantenzones zijn vanaf de evenaar naar de polen en je weet welke dat zijn.

Verdieping
Je kent het verband tussen het relief en de temperatuur (hoe hoger, hoge kouder)
Je kent het verband tussen het relief en de neerslag (stuwingsregen en regenschaduw)
Je kent de kenmerken van belangrijkste klimaten in Europa
Je kunt beschrijven welke plantengroei in deze klimaten voorkomen
Lesdoelen
- Je weet welke kenmerken de klimaatverandering in Europa heeft
- Je weet dat klimaatveranderingen altijd voorkomen
- Je kunt het verschil tussen de temperatuurstijging in het verleden en nu beschrijven
- Je weet wat de gevolgen van klimaatverandering zijn in koude gebieden
- Je weet wat de gevolgen van klimaatverandering zijn in droge gebieden
- Je leert onderzoek doen en dit te presenteren


Passende afbeelding
Lesdoelen
  • Je weet hoe Karel de Grote het Frankische rijk uitbreidde.
  • Je kunt uitleggen hoe het Karel de Grote zijn rijk bestuurde. 
  • Je kunt uitleggen hoe in het Frankische rijk het christelijk geloof verspreid werd en welke rol geestelijken daarin speelden.
  • Je kunt uitleggen hoe in de tijd van Karel de Grote de samenleving georganiseerd was.
Alleen bij Havowens: 

Je kunt uitleggen hoe politieke verdeeldheid en onveiligheid ontstonden na Karels dood
Je kunt uitleggen welke plaats ridders hadden in de samenleving
    Iedereen hetzelfde = zwart. Basis = Oranje. Verdieping = paars

Slide 2 - Diapositive

Lesplanning
Maandag
Dinsdag
Donderdag
Vrijdag
Je kunt een klimaatgrafiek aflezen.


Je begrijpt hoe seizoenen ontstaan en je kunt uitleggen 
Welke invloed seizoenen op de temperatuur hebben.
Je weet dat de hoogte van het landschap invloed heeft op de temperatuur.
Je kunt de kenmerken van de vorm van Europa beschrijven.
Je kent de kenmerken van het relief van Europa

Je kunt uitleggen wat de invloed van de golfstroom is op de temperatuur in Europa

Je kunt uitleggen wat de invloed van aanlandige westenwinden is op de temperatuur in Europa

Slide 3 - Diapositive

Seizoenen
  • Seizoenen ontstaan doordat de aarde draait. 

  • Noordelijk halfrond: zon staat in de zomer hierop gericht. 
  • Zuidelijk halfrond: zon staat in de winter hierop gericht.

Slide 4 - Diapositive

Waarom hebben we seizoenen op aarde? (blz. 68)
Lees Seizoenen op aarde op blz. 61.

  1. Waarom hebben we seizoenen

Slide 5 - Diapositive

Bij de evenaar hebben ze ook seizoenen.
A
Niet waar
B
Waar

Slide 6 - Quiz

We hebben seizoenen omdat...
A
Er ook verschillende klimaten zijn.
B
Het weer iedere dag anders is.
C
De aarde schuin staat en om de zon heen draait.
D
De klimaten zich op aarde kunnen verplaatsen.

Slide 7 - Quiz

Leerdoel check:
Hoe kan het zijn dat er seizoenen zijn op aarde?

Slide 8 - Question ouverte

Wat wil jij nu gaan doen?
Ik vind het fijn om de stof nog een keer te herhalen. Ik ga aan de slag met 6.3.
Ik doe mee met de uitleg voor de verdiepingsdoelen

Slide 9 - Sondage

Zeestromen
* Verplaatsingen van water in oceanen en zeeën
* Ontstaan door temperatuurverschillen in oceanen en zeeën
* Koude en warme zeestromen
Warme Golfstroom:
    - begint bij de Golf van Mexico   
    - zorgt voor warm  zeewater
       in Nederland

Slide 10 - Diapositive

Golfstroom & westenwind
- Boven het relatief warme zeewater is de lucht ook warmer.
- De wind in West- en Noord-Europa is aanlandig en daarom is het er niet zo koud in de winter. Zomers is het andersom.
- Hoe verder van de kust, des te kleiner de invloed van de zee. In het binnenland zijn de temperatuurverschillen groter.


Slide 11 - Diapositive

Land
Zee
Warmt snel op
Koelt snel af
Wordt niet zo koud?
Wordt niet zo warm

Slide 12 - Question de remorquage