Les 4 (07 en 09 juni 2022)

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
WereldoriëntatieBasisschoolGroep 4-8

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

SPEL

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

EMOTIES
Wat is een emotie?
Angst, blijheid, boosheid, jaloezie, schaamte, verdriet, verliefdheid, verlegenheid, verwarring, verrassing, trots of zenuwen: het zijn allemaal voorbeelden van emoties.

Een emotie wordt wel omschreven als een gevoel, dat zich binnen in jezelf afspeelt.

Als je zelf een emotie voelt, dan wordt dit vaak zichtbaar door je lichaam en stem. 


Slide 5 - Diapositive

Emotionele reacties zijn voor een deel aangeboren en voor een deel aangeleerd.
Een emotie treedt soms spontaan op, maar wordt meestal door een bepaalde (positieve of negatieve) gebeurtenis of gedachte opgeroepen.
Soms lukt het om een emotie verbergen, maar meestal niet.
Vaak wordt je emotie zichtbaar door je expressie: het is aan je houding, lichaamstaal, gebaren, mimiek, taalgebruik, intonatie en klank van je stem zichtbaar of hoorbaar hoe je je voelt.
Emotie in het theater is erg belangrijk. Het publiek wil graag kunnen meeleven en meevoelen met de personages. Zonder emotie kan dat niet en wordt een toneelstuk of musical al snel heel saai.
Emoties geven betekenis aan de dingen die je zegt en doet. De manier waarop je dat doet zegt iets over je emotie. Het maakt nogal een verschil of je dezelfde tekst boos of verdrietig uitspreekt, of helemaal zonder emoties uit?  Dan wordt het saai en ook een beetje verwarrend. Het publiek weet dan namelijk niet waar het aan toe is, hoe ze met het personage mee moeten leven.

Slide 6 - Diapositive

EMOTIE DOBBELEN
1) Spreek deze zin uit met de emotie die hoort bij het nummer, dat jij met de dobbelsteen gooit:
“Wanneer mag ik naar de Panta Plusklas?” 
1 = Blij
2 = Verdrietig
3 = Boos
4 = Bang
5 = Verliefd
6 = Gek (geen emotie, maar gewoon leuk)

Slide 7 - Diapositive

EMOTIES IN JOUW VOORSTELLING
Zoek in jouw verhaal naar de emoties.

Denk per scène, per emotie na over hoe je deze over gaat brengen op je publiek.

Schrijf dit op.

Slide 8 - Diapositive

CONTACT MET PUBLIEK
Om echt effectief te zijn moet een cabaretier  nauw contact met het publiek hebben. Hij moet kunnen peilen wat het publiek vindt van het verhaal, de liedjes en de grappen.
Bij cabaret wordt dan ook, anders dan bij toneelvoorstellingen en musicals, vrijwel altijd de zogenaamde ‘vierde wand’ doorbroken.


Slide 9 - Diapositive

De vierde wand

De vierde wand is een begrip uit de theaterwereld, waarmee de denkbeeldige wand tussen het toneel en publiek wordt bedoeld.
De zijkanten en achterkant van het toneel zijn de eerste drie wanden, de voorkant van het toneel is de vierde wand.

De vierde wand is aanwezig als acteurs het publiek negeren, geen contact maken en hun teksten rechtstreeks tot de andere acteurs richten.

In cabaretvoorstellingen richten de artiesten zich vaak wel rechtstreeks tot het publiek, of betrekken zij zelfs de voorste rijen in hun voorstelling of grappen.

De vierde wand wordt trouwens ook wel eens gebruikt in films of televisieseries, bijvoorbeeld als de vierde wand (het scherm) wordt doorbroken: de acteur of actrice richt zich plotseling direct tot de kijker. Daarmee wordt direct duidelijk dat alles wat zich daarvoor op het scherm heeft afgespeeld een illusie is.

Slide 10 - Diapositive

STEM EN HOUDING
Emoties moeten uitvergroot worden om ze goed over te brengen op het publiek. Dat doe je met je stem en je houding. Om jouw karakter goed neer te zetten, gebruik je je stem en houding niet alleen voor de emoties, maar tijdens het hele spel.

Stem
Met je stem kun je ‘spelen’. Je hebt een boze stem, een lieve stem, een troostende stem, een zeurderige stem, een harde stem, een zachte stem enzovoort. En dan kun je ook nog snel spreken of juist langzaam, hakkelend praten of op een zangerige toon. Jouw stem heeft ontzettend veel mogelijkheden. In het theater gebruik je die stemmen om je boodschap over te brengen.

Slide 11 - Diapositive

Houding
Met je houding kun je ook dingen aangeven. Heb je wel eens iemand gezien die heel enthousiast was, met hangende schouders? Waarschijnlijk niet.
Onze lichaamshouding past bij hoe wel ons voelen. Ook hiermee kun je een boodschap overbrengen. Als je huppelend het toneel op komt, hoef je niets te zeggen, maar verwacht iedereen dat je blij bent. Als je naar beneden kijkt en je hoofd en schouders laat hangen, ziet dat er verdrietig uit.



Slide 12 - Diapositive

Gezichtsuitdrukking

Je gezichtsuitdrukking geeft ook veel informatie.
Natuurlijk weet je wel hoe de basisemoties er op een gezicht uitzien.
Maar je kunt ook bijvoorbeeld met je ogen rollen, als teken dat je iemand niet serieus neemt en je kunt vast nog veel meer verzinnen!
Gebaren

Verder kunnen gebaren nog een rol spelen.
Als je nadenkt, kun je dat uitvergroten door over je kin te wrijven. Als je in je ogen wrijft, kun je laten zien dat je verdrietig bent en als je verrast wordt of ergens van schrikt, kun je je handen op je wangen leggen.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

PANIEK IN DE DIERENTUIN

Slide 15 - Diapositive

INDIVIDUELE OPDRACHT – Emoties Memory maken
Je mag kiezen of je zelf plaatjes wil tekenen, of dat je ze opzoekt op internet.
Let erop dat je de naam van de emotie erbij zet op het plaatje.

 TIPS:
- Hoe meer kaartjes je maakt, hoe moeilijker het wordt.
- Denk eraan dat alle kaartjes hetzelfde formaat hebben.
- Bedenk een manier waardoor je niet door de kaartjes heen kan kijken.

Als jouw memory klaar is, gaan we het in de klas spelen!
Dus zorg dat het netjes gemaakt en goed afgewerkt is.



Slide 16 - Diapositive

SCHOOLWERK
Vul je formulier in!

Hou dit steeds goed bij, dan weet je wat je nog moet (*) of kan (**) doen.

(*) de lichtblauwe opdrachten moet iedereen doen.

(**) de donkerblauwe opdrachten zijn individueel en als extra

Slide 17 - Diapositive