Vakdidactiek - meesterproef 3

Fictiedictiek
Wat heb je geleerd in de afgelopen vijf lessen?
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Fictiedictiek
Wat heb je geleerd in de afgelopen vijf lessen?

Slide 1 - Diapositive

Vanuit de theorie

Slide 2 - Diapositive

Ik kan uitleggen wat fictie betekent.
Ja
Nee

Slide 3 - Sondage

Fictie
Non-fictie
Harry Potter en de vuurbeker - 
J. K. Rowling
Mijn verhaal - Johan Cruijff
De Volkskrant
De hongerspelen - Suzanne Collins

Slide 4 - Question de remorquage

Waarom is het voor jou als onderwijsassistent relevant om te weten wat fictieonderwijs is?

Slide 5 - Question ouverte

Ik kan uitleggen waarom literatuur bijdraagt aan persoonsvorming.
Ja
Nee

Slide 6 - Sondage

Hoeveel boeken heb je gelezen de afgelopen vijf weken?
05

Slide 7 - Sondage

Leg uit wat het genre dystopie is.

Slide 8 - Question ouverte

Kan een boek zowel fictief als non-fictief zijn?
Ja, dat kan.
Nee. Een boek is fictief of non-fictief. Niet beide tegelijk.

Slide 9 - Sondage

Kan een boek zowel fictief als non-fictief zijn?
A
Ja, dat kan.
B
Nee. Een boek is fictief of non-fictief. Niet beide tegelijk.

Slide 10 - Quiz

Kennen we voorbeelden van een boek dat zowel fictief als non-fictief is?

Slide 11 - Diapositive

De tekstsoort van een nieuwsbericht is...
A
Informatief
B
Amuserend
C
Uiteenzettend
D
Beschouwend

Slide 12 - Quiz

De tekstsoort van Doornroosje is...
A
Informatief
B
Amuserend
C
Betoog
D
Activerend

Slide 13 - Quiz

Het tekstdoel van een gebruiksaanwijzing is...
A
Informatief
B
Beschouwend
C
Uiteenzettend
D
Activerend

Slide 14 - Quiz

Leg uit wat een ''open plek'' is.

Slide 15 - Question ouverte

Het motief van het boek is...
A
Een spannend einde van een boek dat de lezer nieuwsgierig maakt en motiveert om door te lezen.
B
Regelmatig herhalende betekenisvolle elementen waar het om draait binnen het boek.
C
De verhaalwerkelijke omgeving.
D
Zeer korte weergave van een handelingsverloop die vaak een onverwacht element heeft.

Slide 16 - Quiz

Ik heb een werkvorm ontworpen en in de praktijk uitgevoerd.
Ja
Nee

Slide 17 - Sondage

Vanuit de praktijk

Slide 18 - Diapositive

Het lukte mij om de leerlingen een zinvol gesprek te laten voeren over hun gelezen boek.
Ja
Nee

Slide 19 - Sondage

Aan het einde van jouw werkvorm kon jij horen dat de leerling heeft gewerkt aan persoonsvorming.
Ja
Nee

Slide 20 - Sondage

Ik vind het leuk om leerlingen advies te kunnen geven m.b.t. boeken die misschien passen bij hun belevingswereld / persoonlijke omstandigheden.
Ja
Nee

Slide 21 - Sondage

Ik weet nu (beter) waar mijn sterke punten en verbeterpunten liggen als het gaat om maken en uitvoeren van fictie-didactische werkvormen.
Ja
Nee

Slide 22 - Sondage

Mijn verbeterpunten
/ leerdoelen zijn...

Slide 23 - Carte mentale

Mijn sterke
punten zijn...

Slide 24 - Carte mentale