Herhaling stof toetsweek 1

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Hoe noem je een groepje regels in een gedicht?

De tijd die voorbijgaat in een verhaal wordt de vertelde tijd genoemd.

1. Waar
2. Niet waar

1. Een synoniem is één woord met verschillende betekenissen.
2. Een antoniem is een woord met een tegengestelde betekenis.

1. 1 = juist 2= onjuist
2. 1 = onjuist 2= juist
3. 1 en 2 zijn beide juist
4. 1 en 2 zijn beide onjuist

Wat is het antoniem van toenmalig?

Het antoniem van tenzij is:

1. maar
2. want
3. mits
4. omdat

Wat is het antoniem van gierig?

De mannetjesgorilla is erg dominant in de groep.
dominant =

1. in grote lijnen
2. hevig
3. overheersend
4. nadenkend

De stof van dat hoofdstuk moet je globaal kennen.
globaal =

1. precies
2. in grote lijnen
3. nauwkeurig
4. intensief

In grote groepen moet je op je hoede zijn voor zakkenrollers.
op je hoede zijn =

1. er niet zijn
2. een afwijkende vorm
3. iets gevaarlijks doen
4. opletten voor dreigend gevaar

Waar kijk je naar als je een tekst oriënterend gaat lezen?

Zelfstandig werken

• Maak de zelftoetsen spelling van blok 2 en blok 3.
• Controleer je antwoorden goed. Maak je ergens veel fouten ga dan naar bijspijkeren van dat onderdeel.
• Wil je extra oefenen met spelling ga dan naar Cambiumned.nl en zoek daar op het onderdeel dat je wilt oefenen.
• Snap je iets niet? Kom dan terug in Teams om je vragen te stellen. 

Afsluiting

• Vragen?
• Huiswerk: leren voor de toets of werken aan de opdrachten.
• Tot donderdag.