Gzhl - Spijsvertering bewegingsapparaat 1

• gezondheidsleer
• MBO
• Studiejaar 3

Gezondheidsleer

Even kennismaken

Welkom

Mariëlle van Lennep

Docent zorg en welzijn

Doktersassistent

Moeder van Laura (8)

Woon in Leeuwarden

Hou van mens en dier

Wie ben jij?

Planning periode 1

- spijsvertering (2.3.1)

- bewegingsapparaat (2.3.3)

Planning periode 2

- gynaecologie (2.3.4)

- neurologie (2.3.5)

- lab

Welke organen werken er volgens jou mee aan de spijsvertering?

van mond tot kont

mondholte

keelholte (farynx)

slokdarm (oesophagus)

maag (ventriculus, gaster)

dunne darm (enteron):

■ twaalfvingerige darm (duodenum)

■ nuchtere darm (jejunum)

■ kronkeldarm (ileum)

dikke darm (colon):

■ blindedarm met wormvormig aanhangsel (appendix)

■ karteldarm met:

      opstijgend deel

      dwarsverlopend deel

      dalend deel

      S-vormig deel

■ endeldarm (rectum).

Waar begint de vertering?

1. mondholte
2. maag
3. dunne darm
4. dikke darm

In de mond:

- kauwen

- speeksel zorgt voor vertering van zetmeel door speekselamylase

- 3x speekselklieren: oor-, ondertong-, onderkaakspeekselklier

- tong zorgt voor kneden en slikken

In de keelholte (farynx):

Slikken is een reflex. Zodra er voedsel of speeksel in de keel komt, slik je.

In de slokdarm (oesophagus):

- transportbuis van keelholte naar maag

- peristaltische bewegingen

In de maag (1):

- 3 functies:

1. opslagplaats

2. peristaltische (kneed) bewegingen

3. vertering door maagsap

In de maag (2):

- zwevende zenuw (nervus vagus) stimuleert sapafscheiding en maagperistaltiek

- hormoon gastrine stimuleert maagsapsecretie lange tijd

- Maagsap bestaat uit water, slijm, zoutzuur, enzymen en intrinsic factor.

- maagportier = pylorus (kringspier naar twaalfvingerige darm)

Welke drie functies heeft de maag?

Wat doet het hormoon gastrine?

1. Verteren van eiwitten
2. Zorgt voor opening van de pylorus
3. Stimuleert sapafscheiding en maagperistaltiek
4. Stimuleert langdurige maagsapsecretie

In de dunne darm (1):

- 6m lang en opgebouwd uit drie delen: duodenum,  jejenum en ileum.

- papil van Vater

In de dunne darm (2):

In de dunne darm zijn drie sappen werkzaam voor vertering:

1. het pancreassap uit de alvleesklier
   
2. de gal, afkomstig uit de lever
   
3. het darmsap door talrijke darmsapkliertjes
   
   Resoptie: opname van voedingsstoffen en geneesmiddelen die oraal zijn ingenomen in bloed- en lymfevaten.
   Oppervlaktevergroting door darmplooien, villi en microvilli.

De enkelvoudige suikers en de aminozuren worden door de haarvaten van de darmvlokken opgenomen. Via de poortader worden ze vervolgens naar de lever getransporteerd.

De lymfevaten van de darmvlokken hebben grotere poriën zodat de vetten door die vaten, ook chylvaten genoemd, worden afgevoerd. Deze monden uit in de linker ondersleutelbeenader

Wat is de functie van de papil van Vater?

1. Hier vindt de vertering plaats
2. Hier worden afvalstoffen in opgeslagen
3. Hier komt de pancreasbuis en de galbuis samen
4. Dit is de opening naar de lymfevaten

In welk deel van de dunne darm begint de vertering?

1. Ileum
2. Duodenum
3. Jejenum
4. Colon

In de dikke darm:

- 1,5 meter lang. 

- onverteerbare materiaal verder ingedikt door terugresorptie. 

- darmflora met zeer groot aantal bacteriën (o.a. de colibacteriën). Ze zorgen voor de rottings- en gistingsprocessen. 

- Enkele bacteriën zijn in staat om vitamine K te maken; vitamine K speelt een rol bij de bloedstolling. 

Wat betekent terugresorptie?

Volgende week

pathologie van spijsverteringsorganen