LJ1 4.1 Het skelet - LJ2 de pubertijd

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Biologie Hoofdstuk: 4.1
1.	Lesopening
2.	Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
3.	Mini-check
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

LJ 1: Pak je boek van biologie en open deze op blz 8.

LJ 2: Lees de theorie van paragraaf 4.1 in stilte goed door vanaf blz 8. 

Huiswerk controle

2. Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen

Aan het einde van de les:

- ken je de delen van het lichaam.

- kun je in een afbeelding van het skelet de botten benoemen.

- kun je de functies van het skelet noemen.

Leergebied overstijgende doelen:

Reflecteren

- Kijk eigen werk na en verbeter waar nodig

- Beoordeel of je de juiste prioriteiten hebt gesteld en geef aan welke gevolgen dit voor je planning heeft

Zelfstandig leren

- Zet je voor langere tijd in voor werk wat je moeilijk vindt, niet leuk vindt of als je afgeleid bent

- Reflecteer tijdens het werken op je gemaakte werk, door na te kijken, verbeteren en te bepalen welke doelen nog geoefend moeten worden

3. Mini-check + arrangementen

Verdiept arrangement (gemiddeld een 8 of hoger): 

De rest doet mee met de mini-check!

Kennen jullie een ander woord voor botten?

Wat zijn de taken van het skelet?

1. stevigheid en vorm
2. stevigheid, vorm en bescherming
3. stevigheid, vorm, bescherming en beweging
4. stevigheid, vorm, bescherming, beweging en stilstaan

Wat is geen functie van een skelet?

1. Stevigheid
2. Bescherming
3. Maakt beweging mogelijk
4. Ziet er gewoon mooi uit

In welke drie delen verdeel je je lichaam als je naar je skelet kijkt?

1. Schedel, armen, benen
2. Schedel, romp, ledenmaten

Wie maakt wat

Had je alle vragen van de mini-check goed, dan maak je de opdrachten zelfstandig.

Opdracht 1 t/m 5 op blz 10 t/m 12

De rest doet mee met de instructie. 

Het skelet

Het skelet/geraamte 

bestaat uit:

Hoofd

Romp

Ledenmaten (armen en benen)

Hoofd

Schedelbeenderen

Bovenkaak

Onderkaak

Romp

Schoudergordel (sleutelbeen en schouderblad)

Borstkas (borstbeen en ribben)

Bekken (heupbeenderen)

Wervelkolom 

Botten van je ledematen

Wervelkolom

Vier functies van het skelet

• Stevigheid geven
• Bescherming geven
• Beweging mogelijk maken
• Vorm geven aan het lichaam

5. Begeleid inoefenen

Had je alle vragen van de mini-check fout?

Dan maak je samen met de leerkracht opdracht 1 en 2!

6. Zelfstandig werken

Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 5 op blz 10 t/m 12.

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdrachten na.

Daarna maak je de inzichtsvragen op blz 13/14

2. Lesdoel

Aan het einde van de les:

- kun je primaire en secundaire geslachtskenmerken noemen.

- kun je de lichamelijke en geestelijke veranderingen in de puberteit beschrijven.

Leergebied overstijgende doelen:

Reflecteren

- Kijk eigen werk na en verbeter waar nodig

- Beoordeel of je de juiste prioriteiten hebt gesteld en geef aan welke gevolgen dit voor je planning heeft

Zelfstandig leren

- Zet je voor langere tijd in voor werk wat je moeilijk vindt, niet leuk vindt of als je afgeleid bent

- Reflecteer tijdens het werken op je gemaakte werk, door na te kijken, verbeteren en te bepalen welke doelen nog geoefend moeten worden

3. Mini-check

Verdiept arrangement (gemiddeld een 8 of hoger): 

De rest doet mee met de mini-check!

De geslachtskenmerken die al bij de geboorte aanwezig zijn, heten

1. Primaire geslachtskenmerken
2. Secundaire geslachtskenmerken

Secundaire geslachtskenmerken ontstaat tijdens de pubertijd.

1. Waar
2. Niet waar

Komen lichamelijke veranderingen in de pubertijd allemaal tegelijk?

1. Ja
2. Nee

Wat hoort NIET bij geestelijke veranderingen?

1. Gedachten
2. Gevoelens
3. Sociaal leven
4. Groeispurt

Wie maakt wat

Had je alle vragen van de mini-check goed, dan maak je de opdrachten zelfstandig.

Opdracht 1 t/m 5 op blz 11 t/m 14

De rest doet mee met de instructie. 

De pubertijd

Veranderingen:

• Lichamelijk
• Geestelijk
• Sociaal

Hormonen

Geslachtskenmerken

Kenmerken waaraan je kan zien of iemand een 

jongen of een meisje is. 

Er zijn 2 soorten geslachtskenmerken:

1. PRIMAIRE geslachtskenmerken
2. SECUNDAIRE geslachtskenmerken

PRIMAIRE geslachtskenmerken

•  Zie je meteen bij de geboorte.
• Meisjes hebben schaamlippen en een vagina.
• Jongens hebben een penis en een balzak

SECUNDAIRE geslachtskenmerken

• Jongens krijgen een baard en borsthaar. 
• Ze krijgen meer spieren en 
• 'de baard in de keel'.

SECUNDAIRE geslachtskenmerken

• Meisjes krijgen rondere lichaamsvormen. 
• Ze krijgen borsten en bredere heupen. 
• Eerder dan jongens in de pubertijd

Schaamhaar 

Zowel jongens als meisjes krijgen schaamhaar onder hun oksels en op hun geslachtsorganen.

Schaamhaar is géén secundair geslachtskenmerk. 

Het is niet typisch voor een jongen of meisje. Iedereen krijgt het. 

5. Begeleid inoefenen

Had je alle vragen van de mini-check fout?

Dan maak je samen met de leerkracht opdracht 1 en 2!

6. Instructie

Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 5 op blz 11 t/m 14

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdrachten na.

Daarna maak je de inzichtsvragen op blz 14/15

7. Evaluatie LJ1

Hoe ging de les?

Zijn er opdrachten waar je moeite mee had?

Heb je nog ergens vragen over? 

- ken je de delen van het lichaam?

- kun je de functies van het skelet noemen?

7. Evaluatie LJ2

Hoe ging de les?

Zijn er opdrachten waar je moeite mee had?

Heb je nog ergens vragen over? 

- kun je primaire en secundaire geslachtskenmerken noemen?

- kun je de lichamelijke en geestelijke veranderingen in de puberteit beschrijven?

Huiswerk

LJ1:                                                         LJ2

Woensdag 12 januari                     Woensdag 12 januari

4.1 opdracht 1 t/m 5                       4.1 opdracht 1 t/m 5

Dinsdag 18 januari                          Dinsdag 18 januari

SO 4.1 t/m 4.3                                     SO 4.1 t/m 4.3