2.2 Het Romeinse Rijk

Het Romeinse Rijk
De tijd van Grieken en Romeinen
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

Het Romeinse Rijk
De tijd van Grieken en Romeinen

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

...uitleggen hoe Rome van een klein dorp uitgroeide tot een wereldrijk

...hoe de Romeinen in hun grote rijk zo lang de baas konden blijven

...wat de gevolgen waren van de Romeinse veroveringen
voor de Germanen
Aan het einde van de les kan je...

Slide 3 - Diapositive

Voorkennis ophalen

Klassikale uitleg

Zelfstandig werken
DOEN

Slide 4 - Diapositive

WAT WEET JIJ AL VAN DE ROMEINEN?

Maak in je groepje een woordwolk
over de Romeinen
VOORKENNIS OPHALEN

Slide 5 - Diapositive

§2.2
Het Romeinse Rijk
A
Een groot rijk
Leerdoel:
Je kan uitleggen hoe Rome van een klein dorp uitgroeide tot een wereldrijk
Begrippen:
  • Romeinse Rijk
  • oudheid
B
Een sterk leger
Leerdoel:
Je kan uitleggen hoe de Romeinen in hun grote rijk zo lang de baas konden blijven
Begrippen:
  • beroepsleger
  • bondgenoot
C
Romeinen langs de Rijn
Leerdoel:
Je kan uitleggen wat de gevolgen waren van de Romeinse veroveringen voor de Germanen
Begrippen:
  • Germanen
  • cultuur

Slide 6 - Diapositive

750 v. Chr: Rome is een klein dorp aan een rivier
  • Door handel werd het dorp steeds rijker
  • Bestuurders konden een leger vormen
  • Om de stad te verdedigen en de handel uit te breiden werd het gebied rondom de stad veroverd
  • Gevolg:
    - meer landbouwgrond
    - meer grondstoffen
    - nieuwe handelsroutes
Leerdoel:
Je kan uitleggen hoe Rome van een klein dorp uitgroeide tot een wereldrijk
Begrippen:
Romeinse Rijk
oudheid
§2.2
Het Romeinse Rijk
A
DeBoze burgers
Een groot rijk

Slide 7 - Diapositive

  • Tussen 200 v. Chr. en 200 na Chr. veroverden de Romeinen veel gebieden in Europa.
  • Dit rijk noemen we het Romeinse Rijk.
  • Rond het jaar 500 komt er een einde aan het Romeinse Rijk.
  • Op dat moment eindigt ook de oudheid
§2.2
Het Romeinse Rijk
A
DeBoze burgers
Een groot rijk

Slide 8 - Diapositive

Beroepsleger.
  • In het leger zitten is het beroep van de soldaten
  • Minimaal 20 jaar in het leger blijven
  • Goede training en wapens
  • Snel verplaatsen over harde wegen
Leerdoel:
Je kan uitleggen hoe de Romeinen in hun grote rijk zo lang de baas konden blijven
Begrippen:
beroepsleger
bondgenoot
§2.2
Het Romeinse Rijk
B
DeBoze burgers
Een sterk leger

Slide 9 - Diapositive

Bongenoten
  • Samenwerken met volken die verslagen zijn
  • Volk mocht eigen leiders houden
  • Belasting betalen aan de Romeinen
  • Soldaten leveren
§2.2
Het Romeinse Rijk
B
DeBoze burgers
Een sterk leger

Slide 10 - Diapositive

Eerste eeuw voor Chr: Romeinen veroveren zuiden van wat nu Nederland is:
  • Germanen: Friezen en Bataven
  • Boeren in kleine dorpjes
  • Natuurgodsdienst
  • Geen schrift

De grens werd de Rijn 
Leerdoel:
Je kan uitleggen wat de gevolgen waren van de Romeinse veroveringen voor de Germanen
Begrippen:
Germanen
cultuur
§2.2
Het Romeinse Rijk
C
DeBoze burgers
Romeinen langs de Rijn

Slide 11 - Diapositive

De Romeinen zorgden voor veranderingen in het leven van de Germanen:
  • Langs de Rijn kwamen legerforten
  • Soldaten hadden voedsel en producten nodig
  • Handel met de Germanen
  • Nieuwe producten als spiegels, glas, olijfolie, wijn
  • Germanen leerden schrijven
  • Namen Romeinse godsdienst en schrift over
  • Er ontstond een nieuwe cultuur

§2.2
Het Romeinse Rijk
C
DeBoze burgers
Romeinen langs de Rijn

Slide 12 - Diapositive

AAN DE SLAG!
Wat?
Maken §2.2
opdracht 8 t/m 22 

Hoe?
Boek, bladzijde 50

Waarom?
Omdat je uit moet kunnen leggen hoe de Romeinen zo'n groot rijk konden vormen en daar de baas konden blijven.
Tijd?






Hulp?
Je werkt in stilte
Vinger in de lucht bij vragen

Klaar?
Maken opdrachten 23 t/m 28
timer
1:00

Slide 13 - Diapositive

HEB JE HET GESNAPT?

Slide 14 - Diapositive


De Romeinen gebruikten 2 manieren om lang de baas te kunnen blijven.
Welke 2?

Slide 15 - Question ouverte


Geef je inzet tijdens deze les een cijfer
110

Slide 16 - Sondage