Blok 2 Spelling opdr 1 tm 4 (RvL)

Blok 2 spelling
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Blok 2 spelling

Slide 1 - Diapositive

lesdoelen

Aan het einde van deze les weet je 
- hoe je klankvaste (sterke) werkwoorden in de verleden tijd spelt.
- hoe je de regel van het kofschip gebruikt.

Slide 2 - Diapositive

t ex kofschip

Slide 3 - Diapositive

'T eX-KoFSCHiP
Voorbeeld:
Gisteren won PSV de wedstrijd. De supporters ... (JUICHEN). 

Stap 1: Pak de stam van 'juichen'. (Haal -en van het hele werkwoord af)
Stap 2: De stam = juich. 
Stap 3: Zit de 'h' in 'T KoFSCHiP?
                Ja --> ik-vorm +te(n).                >>>                  De supporters juichten 

Slide 4 - Diapositive

'T eX-KoFSCHiP
Voorbeeld:
De buurvrouw .... (braden) vorige week een heerlijke kip. 

Stap 1: Pak de stam van 'braden'. (Haal -en van het hele werkwoord af)
Stap 2: De stam = brad. 
Stap 3: Zit de 'd' in 'T KoFSCHiP?
                 Nee --> ik-vorm + de(n). De buurvrouw braadde.
VERGEET NIET OM BIJ STAP 3 DE IK-VORM OP TE SCHRIJVEN!! 

Slide 5 - Diapositive

Let goed op! 
Er komt een -n achter het werkwoord bij meervoud. 

de supporters juichten (meerdere supporters) 
de supporter juichte (een supporter) 
De buurvrouw braadde (een buurvrouw) 
De buren braadden (meerdere mensen) 

Slide 6 - Diapositive

Schrobben:

Na afloop van het feest ... wij de vloer.
A
Schrobbden
B
Schropten
C
Schrobde
D
Schrobden

Slide 7 - Quiz

peinzen: Ik ... me suf over die moeilijke som.

Slide 8 - Question ouverte

Kerven:

Wij ... onze naam in het stuk hout.
A
Kervde
B
Kervden
C
Kerfde
D
Kerfden

Slide 9 - Quiz

grissen: Anne ... het blad uit mijn handen vanmorgen.

Slide 10 - Question ouverte

Keffen: Het hondje ... (keffen) gisteren urenlang.

Slide 11 - Question ouverte

Klagen: De jongen ….. over pijn in zijn buik.

Slide 12 - Question ouverte

landen: Het vliegtuig ... (landen) gisteren op het vliegveld.

Slide 13 - Question ouverte

missen: Hanneke ... (missen) de trein gisteren op het nippertje.

Slide 14 - Question ouverte

Huiswerk
maken opdracht 1 tm 3
blz 79 tm 80


Dit is huiswerk voor de volgende les

Slide 15 - Diapositive