Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Groep 3 les 3: Interpunctie en e-mail schrijven en d's en t's
Groep 3 les 4: Interpunctie, e-mail schrijven en d's en t's
1 / 35
suivant
Slide 1:
Diapositive
NT1
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Cette leçon contient
35 diapositives
, avec
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
120 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Groep 3 les 4: Interpunctie, e-mail schrijven en d's en t's
Slide 1 - Diapositive
E-mail schrijven
donderdag 3 april 2025
welkom allemaal!
Slide 2 - Diapositive
De doelen voor vandaag:
Na de les van vandaag:
Weten jullie waar en wanneer je een komma en andere leestekens gebruikt.
Herken je de verschillen tussen een formele en een persoonlijke e-mail.
Heb je je kennis over werkwoorden in de 'nu-tijd' en de d's en t's weer opgefrist
Slide 3 - Diapositive
Wat gaan we vandaag doen?
Kort terugkijken naar de vorige les
Bespreken hoe en waar je leestekens (komma, punt etc) gebruikt.
Deze regels gebruiken in een tekst.
Formele en persoonlijke e-mails lezen
Een Kahoot
Grammatica: d's en t's
Slide 4 - Diapositive
Interpunctie
Het gebruik van leestekens in je tekst, zoals een punt, komma en aanhalingstekens.
Je gebruikt leestekens in je tekst, zodat hij makkelijker te lezen is.
Wa's da?!
Slide 5 - Diapositive
d
e punt ( . )
Zet je aan het eind van een zin. Het vertelt je dat de zin klaar is.
vb: Ik hou van boeken.
Jij komt uit Steenwijk/ Wolvega/ ....
Slide 6 - Diapositive
2. de komma ( , )
- Pauze in een zin
De zin is nog niet klaar, maar hij wordt zo duidelijker.
- Vaak
voor
een voegwoord of
tussen
twee werkwoorden.
vb: Ik hou van lezen, maar ik heb weinig tijd.
Ik ga op de fiets, omdat dat beter is voor het milieu.
Als ik thuis ben, trek ik mijn schoenen uit.
Slide 7 - Diapositive
3. het vraagteken ( ? )
Zet je aan het einde van een vraag.
Het betekent dat je iets wilt weten.
vb: Waar is mijn tas?
Slide 8 - Diapositive
4. het uitroepteken ( ! )
Gebruik je als je iets met veel gevoel zegt, of als iets belangrijk is.
vb: Hé, kijk uit!
Slide 9 - Diapositive
5. de apostrof ( ' )
Gebruik je als je een letter weglaat.
vb: Ik heb 't gezien.
Ik wil ook zo'n fiets.
's Ochtends eet ik yoghurt met fruit.
Slide 10 - Diapositive
6. de dubbele punt ( : )
Gebruik je
voor
een uitleg of lijstje. Het zegt: "kijk, hier komt iets belangrijks."
vb: Dit zijn mijn favoriete kleuren: blauw, rood en groen.
Zorg dat dit in je koffer zit als je op vakantie gaat: zonnebrandcreme, tandenborstel, deo, schoon ondergoed, enz.
Slide 11 - Diapositive
7. De Hoofdletter
( hoort er officieel niet bij)
- Elke nieuwe zin begint met een grote letter, zodat je weet waar een zin begint.
- Namen van mensen, steden, landen en dingen die speciaal zijn, beginnen altijd met een grote letter.
Slide 12 - Diapositive
Zet nu de leestekens in de tekst die je daarnet hebt gekregen.
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
een e-mail
aan (= hetzelfde als 'geadresseerde')
cc en bcc
onderwerp (= hetzelfde als 'betreft')
inleiding
kern
afsluiting
een bijlage mee sturen
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Opdrachten
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
A1 2.13 Ik drink, hij drinkt, wij drinken
Slide 19 - Diapositive
ik
ik-vorm
jij/je
ik-vorm + t
ik-vorm + jij/je
u
ik-vorm + t
hij/zij/ze
ik-vorm+ t
wij/we
hele werkwoord
jullie
hele werkwoord
zij/ze
hele werkwoord
ik drink thee
jij/je drink
t
koffie
drink jij/je? cola
u drink
t
melk
hij/zij/ze drink
t
water
wij/we drinken koffie
jullie drinken thee
zij/ze drinken water
hele werkwoord
: drinken
->
drinken
->
drink:
ik-vorm
Slide 20 - Diapositive
ik
ik-vorm
jij/je
ik-vorm + t
ik-vorm + jij/je
u
ik-vorm + t
hij/zij/ze
ik-vorm+ t
wij/we
hele werkwoord
jullie
hele werkwoord
zij/ze
hele werkwoord
ik word moe
jij/je word
t
groot
word
jij/je? groot
u word
t
oud
hij/zij/ze word
t
doof
wij/we worden ziek
jullie worden moe
zij/ze worden oud
hele werkwoord
: worden
->
worden
->
word:
ik-vorm
Slide 21 - Diapositive
A1 3.2 Ik zeg, wij zeggen - ik spel, wij spellen
Slide 22 - Diapositive
ik
ik-vorm
jij/je
ik-vorm + t
ik-vorm + jij/je
u
ik-vorm + t
hij/zij/ze
ik-vorm+ t
wij/we
hele werkwoord
jullie
hele werkwoord
zij/ze
hele werkwoord
ik zeg hallo
jij/je zeg
t
hoi
zeg
jij/je? dag
u zeg
t
hallo
hij/zij/ze zeg
t
doei
wij/we zeggen doeg
jullie zeggen hoi
zij/ze zeggen dag
hele werkwoord
: zeggen
->
zeg
gen
->
zeg:
ik-vorm
Slide 23 - Diapositive
ik
ik-vorm
jij/je
ik-vorm
ik-vorm + jij/je
u
ik-vorm
hij/zij/ze
ik-vorm
wij/we
hele werkwoord
jullie
hele werkwoord
zij/ze
hele werkwoord
ik zit
jij/je zi
t
zit
jij/je?
u zi
t
hij/zij/ze zi
t
wij/we zitten
jullie zitten
zij/ze zitten
hele werkwoord
: zitten
->
zit
te
n
->
zit:
ik-vorm
Slide 24 - Diapositive
Aan het eind van een woord staan nooit twee dezelfde medeklinkers (gg, ll, tt, nn)
Slide 25 - Diapositive
3.6 Ik woon, wij wonen - ik spreek wij spreken
Slide 26 - Diapositive
ik
ik-vorm
jij/je
ik-vorm + t
ik-vorm + jij/je
u
ik-vorm + t
hij/zij/ze
ik-vorm+ t
wij/we
hele werkwoord
jullie
hele werkwoord
zij/ze
hele werkwoord
ik woon hier
jij/je woon
t
daar
woon
jij/je? daar
u woon
t
hier
hij/zij/ze woon
t
daar wij/we wonen hier
jullie wonen hier
zij/ze wonen daar
hele werkwoord
: zitten
->
zit
te
n
->
zit:
ik-vorm
Slide 27 - Diapositive
Heeft het hele werkwoord een lange klank?
De ik-vorm krijgt twee klinkers
wonen won ik woon
spreken
sprek
ik spreek
maken
mak
ik maak
leren
ler
ik leer
Slide 28 - Diapositive
Vul de goede vorm van het werkwoord in!
- maken
- leren
- wonen
- spreken
Slide 29 - Diapositive
3.11 Ik schrijf, wij schrijven - ik kies, wij kiezen
Slide 30 - Diapositive
Aan het eind
van een woord staat
nooit
een
v
of een
z
schrijven -> schrij
v
-> ik schrijf
kiezen -> kie
z
->
ik kies
lezen -> lee
z
->
ik lees
geven -> gee
v
->
ik geef
Slide 31 - Diapositive
Goed of fout?
Wat moet
het wel zijn?
Slide 32 - Diapositive
Dobbelspel
ik
jij
hij
u
wij
jullie
Slide 33 - Diapositive
Goed of Fout?
Wat moet het wel zijn?
Slide 34 - Diapositive
BEDANKT!
jullie hebben hard gewerkt.
Tot ziens op
donderdag 10 april!
Slide 35 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
gramm tegenwoordige tijd
December 2024
- Leçon avec
19 diapositives
Les 2 De Formele brief
January 2025
- Leçon avec
35 diapositives
NT1
ISK
Les 5 Herhaling en afsluiting vd pilot
January 2025
- Leçon avec
18 diapositives
NT1
ISK
TC Th 1 herh hebben en zijn, vragen maken en begin Th 2
June 2022
- Leçon avec
19 diapositives
NT2
ISK
3.4, 4.5 en 3.6
November 2024
- Leçon avec
10 diapositives
NT2
MBO
Studiejaar 1
A1 herhaling en TC 3.7
June 2023
- Leçon avec
35 diapositives
NT2
MBO
Studiejaar 2
A1 TC 3,3 en 3.4 en 3.5
September 2023
- Leçon avec
22 diapositives
NT2
MBO
Studiejaar 1
A1 herhalen TC2 en start TC3 Wonen
October 2021
- Leçon avec
17 diapositives
NT2
MBO
Studiejaar 1