12.1/12.2 Lijn- en draaisymmetrie

12.1 Lijnsymmetrie 
12.2 Draaisymmetrie
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

12.1 Lijnsymmetrie 
12.2 Draaisymmetrie

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je leert hoe je spiegelsymmetrische figuren herkent.
  • Je leert hoe je draaisymmetrische figuren herkent.
  • Je leert de kleinste draaihoek berekenen.

Slide 2 - Diapositive

Lijnsymmetrie
Een figuur is lijnsymmetrisch of spiegelsymmetrisch als deze uit twee helften bestaat, die elkaars spiegelbeeld zijn.

De vouwlijn noemen we de symmetrieas.

Slide 3 - Diapositive

Een afbeelding kan ook méér dan één symmetrieas hebben

Slide 4 - Diapositive

Een afbeelding kan ook méér dan één symmetrieas hebben

Slide 5 - Diapositive

Lijnsymmetrisch?
Zo ja, hoeveel symmetrieassen?

Slide 6 - Diapositive

Draaisymmetrie
Een figuur die na een halve of een kleinere draai op zichzelf past noem je draaisymmetrisch. 

Slide 7 - Diapositive

Je kan een figuur in alle standen draaien. Zie het hartje hieronder die kunnen we bijvoorbeeld 45 graden draaien en dat ziet er dan als volgt uit:
Maar als we het hebben over draaisymmetrisch bedoelen we dat je een figuur draait zo dat het figuur weer precies hetzelfde is gebleven.

Slide 8 - Diapositive

je ziet hier figuur die ik een aantal keer heb gedraaid.
Niets mis mee.
maar als we het hebben over draaisymetrisch dan is er maar 1 oplossing en dat is een heel rondje om dus 360 graden. Alleen dan zie je niet dat het hartje is gedraaid!

Slide 9 - Diapositive

 draaisymmetrisch over 360 graden
draaisymmetrisch over 
180 graden

Slide 10 - Diapositive

Het logo hiernaast kan je wel 3x draaien en dan zie je het niet. het gaat alleen om het logo. Niet het witte vierkant eromheen

Aan de rode stip kan je zien dat het figuur 3x is gedraaid
         beginstand           1                            2                        3                   

Slide 11 - Diapositive

Hoe bepaal je nou de kleinste draaihoek?
Stap 1: Kijk hoe vaak je een figuur kan draaien zonder dat de figuur veranderd.
Stap 2: 360 : 3 =120 dus kleinste draaihoek = 120 graden!
         beginstand           1                            2                        3                   

Slide 12 - Diapositive

Hoe bepaal je nou de kleinste draaihoek?
Stap 1: Kijk hoe vaak je een figuur kan draaien zonder dat de figuur veranderd.
Stap 2: 360 : 4 =90 dus kleinste draaihoek = 90 graden!
         beginstand        1                   2                   3                   4
.
.
.
.
.

Slide 13 - Diapositive

Draaisymmetrisch?
Zo ja, wat is de kleinste draaihoek?

Slide 14 - Diapositive

Is deze afbeelding draaisymmetrisch?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quiz

Wat is de kleinste draaihoek?
A
45 graden
B
90 graden
C
180 graden
D
270 graden

Slide 16 - Quiz

Is deze afbeelding draaisymmetrisch?
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quiz

Hoeveel keer kan je deze figuur draaien?
A
0
B
1
C
2
D
4

Slide 18 - Quiz

Wat is dan de kleinst draaihoek?
A
45 graden
B
90 graden
C
180 graden
D
270 graden

Slide 19 - Quiz

Hoeveel keer kan je deze figuur draaien?
A
4x
B
6x
C
12x
D
8x

Slide 20 - Quiz

Wat is de kleinste draaihoek van deze figuur?
A
60 graden
B
90 graden
C
45 graden
D
180 graden

Slide 21 - Quiz

Aan de slag! 
Maak 12.1 en 12.2  af

Slide 22 - Diapositive