Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Welkom!
Paragraaf 13.2
Draaisymmetrie
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan wij doen vandaag?
Herhaling
Uitleg
Samen oefenen
Aan het werk!
Slide 2 - Diapositive
Wat ga je leren?
Slide 3 - Diapositive
Lijnsymmetrie
Als 2 helften van een figuur elkaars spiegelbeeld zijn, dan noemen we dat figuur spiegelsymmetrisch of lijnsymmetrisch.
Hier zie je een aantal figuren die lijnsymmetrisch zijn.
Slide 4 - Diapositive
Symmetrieas
Die lijn waarover je de spiegel op kunt zetten, noem je een symmetrieas. De vorige figuren hadden allemaal 1 symmetrieas, maar er bestaan ook figuren met meer symmetrieassen.
Slide 5 - Diapositive
Hoeveel symmetrie assen heeft dit figuur
A
2
B
4
C
6
D
1
Slide 6 - Quiz
Wat is een ander woord voor lijnsymmetrie?
A
draaisymmetrie
B
puntsymmetrie
C
spiegelsymmetrie
D
vouwsymmetrie
Slide 7 - Quiz
Hoeveel symmetrieassen heeft het logo?
A
0
B
2
C
1
D
4
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Vidéo
Je kan een figuur in alle standen draaien. Zie het hartje hieronder die kunnen we bv om 45 graden draaien en dat ziet er dan als volgt uit:
Maar als we het hebben over draaisymmetrisch bedoelen we dat je een figuur draait zo dat het figuur weer precies hetzelfde is gebleven.
Slide 10 - Diapositive
je ziet hier figuur die ik een aantal keer heb gedraaid.
Niets mis mee.
maar als we het hebben over draaisymetrisch dan is er maar 1 oplossing en dat is een heel rondje om dus 360 graden. Alleen dan zie je niet dat het hartje is gedraaid!
Slide 11 - Diapositive
Het logo hiernaast kan je wel 3x draaien en dan zie je het niet. het gaat alleen om het logo. Niet het witte vierkant eromheen
Aan de rode stip kan je zien dat het figuur 3x is gedraaid
beginstand 1 2 3
Slide 12 - Diapositive
Theorie
Slide 13 - Diapositive
Hoe bepaal je nou de kleinste draaihoek?
Stap 1: Kijk hoe vaak je een figuur kan draaien zonder dat de figuur veranderd.