Periode 4 - week 19 - H.3 Lezen

Welkom!


Nederlands periode 4


1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom!


Nederlands periode 4


Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Donderdag 18 november

     



  • AGENDA - Huiswerk woensdag 24-11, 5e uur
  --> maken: H. 2.6-Schrijven, blz. 78, schrijftaak
  --> nakijken: opdr. 7, 9, 10, blz. 76


       


-Schrift, pen
-Lesboek
-Chromebook
-Agenda 


PAK JE

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Donderdag 18 november

     



  • AGENDA - Huiswerk woensdag 24-11, 5e uur
  --> maken: H. 2.6-Schrijven, blz. 78, schrijftaak
  --> nakijken: opdr. 7, 9, 10, blz. 76


       
Nakijken: H.3.2 Lezen, p. 102, opdr. 5, 6 
Maken: H.3.2 Lezen, p. 102, opdr. 7a-d, 10, 12
SCHRIJF IN JE AGENDA
Huiswerk donderdag 13-5, 5e uur:
woe. 25 mei
Inleveren instructiefilmpje!

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Woensdag 11 mei

Wat gaan we doen?    

  • Theorie H.3-Lezen, blz. 102
  • Quizje
  • Werktijd
  • Kahoot?

       

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het einde van de les...


ken je de theorie rondom verwijswoorden en hoofd- en bijzaken
en heb je met de theorie geoefend door de vragen uit het boek te maken

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoofd- en bijzaken
Hoofdzaken = belangrijkste dingen die in de tekst worden gezegd.
Bijzaken = de minder belangrijke informatie.

Samenvatting maken? 
- Hoofdzaken noteren en bijzaken weglaten.
- Kijk per deelonderwerp wat de hoofdzaak is.
- Maak gebruik van de kernzinnen van de alinea's.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verwijswoorden
Niet steeds dezelfde woorden gebruiken? Gebruik verwijswoorden.

Verwijswoorden wijzen naar iets wat eerder in de tekst is genoemd.

Stel een vraag om erachter te komen waar een verwijswoord naar verwijst:
Het was vervelend dat ik in mijn vakantie kiespijn kreeg. 
Vraag: 'Wat was vervelend?'
Antwoord: 'dat ik in mijn vakantie kiespijn kreeg'.        
Lees theorie
p. 102

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Quizje! Vier vragen 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het nut van verwijswoorden?

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions


Merle heeft een glas laten vallen.
...... brak in honderden stukjes.
........ vader baalde van de rommel.
.......vond dat ........ het zelf moest opruimen.

Vul de verwijswoorden in!
verwijswoorden
verwijswoorden

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions


Waarnaar verwijst 'hij' in de volgende zin? 
Die oude eik is ziek en daarom moet hij gekapt worden. 

Slide 11 - Question ouverte

De eik is mannelijk. Vandaar de verwijzing met 'hij'.

Waarnaar verwijst 'haar' in de volgende zin?
De familie Van Voorst tot Voorst heeft haar landgoed verkocht. 

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Donderdag 18 november

     



  • AGENDA - Huiswerk woensdag 24-11, 5e uur
  --> maken: H. 2.6-Schrijven, blz. 78, schrijftaak
  --> nakijken: opdr. 7, 9, 10, blz. 76


       
Lezen:
H. 3.2 Lezen
p. 103, tekst 2

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?
Aan de slag 

LEZEN: H. 3.2, tekst 2, p. 103 - 'Vuurwerktraditie...'
MAKEN: opdr. 7a-d, 10, 12

 Wat?


Met wie?

Hulp?

Klaar?



Zelfstandig, in stilte
 Steek je vinger op
- Kahoot over de theorie van de hoofdstukken       1, 2, 3-Lezen
- Werken aan je Instructiefilmpje
timer
20:00

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions