T2 B1 2HV

B1 Voedingsmiddelen en voedingstoffen
  • Jas in je kluis
  • Spullen op tafel
       Laptop/Leerwerkboek
       Schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 88-91
timer
5:00
Kennen/Kunnen
  • Je kent het verschil tussen voedingsmiddelen en voedingsstoffen
  • Je kunt de 4 taken die voedingsstoffen hebben opschrijven.
  • Je kunt de 6 voedingsstoffen opschrijven.
  • Je kunt van elk van de 6 voedingsstoffen opschrijven welke taken ze hebben.
  • Je kunt het nut van vezels beschrijven
Huiswerk T2 B1
Opdr. 1 t/m 9, 4k, 8k
OF uitdaging
Opdr. 5 t/m 11, 4k, 8k
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

B1 Voedingsmiddelen en voedingstoffen
  • Jas in je kluis
  • Spullen op tafel
       Laptop/Leerwerkboek
       Schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 88-91
timer
5:00
Kennen/Kunnen
  • Je kent het verschil tussen voedingsmiddelen en voedingsstoffen
  • Je kunt de 4 taken die voedingsstoffen hebben opschrijven.
  • Je kunt de 6 voedingsstoffen opschrijven.
  • Je kunt van elk van de 6 voedingsstoffen opschrijven welke taken ze hebben.
  • Je kunt het nut van vezels beschrijven
Huiswerk T2 B1
Opdr. 1 t/m 9, 4k, 8k
OF uitdaging
Opdr. 5 t/m 11, 4k, 8k

Slide 1 - Diapositive

Geheime leerling
Deze les heb ik willekeurig een geheime leerling gekozen.

Ik let extra op deze leerling en kijk naar:
  • Inzet tijdens de les
  • Werkhouding tijdens de les



Aan het eind zal ik de geheime leerling onthullen, als ik deze leerling positieve feedback kan geven, dan verdient deze leerling ook 1/3 +0,5 OF +1 cm² spiekbriefje.

Slide 2 - Diapositive

Brood is een
A
Voedingsmiddel
B
Voedingsstof

Slide 3 - Quiz

Chips is een ... product
A
Dierlijk
B
Plantaardig
C
Overig

Slide 4 - Quiz

Zout is een ... product
A
Dierlijk
B
Plantaardig
C
Overig

Slide 5 - Quiz

Kaas is een ... product
A
Dierlijk
B
Plantaardig
C
Overig

Slide 6 - Quiz

Voedingsmiddelen
= Iets wat je kunt eten/drinken
  • Dierlijk
  • Plantaardig
  • Overig
  • Combinatie

Voedingsstoffen zitten
in voedingsmiddelen

Slide 7 - Diapositive

Denken-Delen-Uitwisselen
  • Denken: Werk zelfstandig de opdracht uit.
  • Beantwoord onderstaande vragen over de afbeelding >
  • Waar komt deze afbeelding vandaan?
  • Wat is het nut ervan?
  • Is het gezond? Waarom (niet)?
  • Delen: Vergelijk je uitwerking met je buur, vul aan en verbeter. 
  • Uitwisselen: Klassikaal bespreken.
timer
2:00
timer
2:00

Slide 8 - Diapositive

4 taken
  • Bouwstoffen > bouwen en repareren
  • Brandstoffen > energie leveren
  • Reservestoffen > voorraad
  • Beschermende stoffen > beschermen

Slide 9 - Diapositive

Eiwitten
Koolhydraten
Eten rijk aan eiwitten:
  • Vlees
  • Zuivel: Melk, kaas, kwark, yoghurt
  • Noten en pinda's
  • Peulvruchten: Bonen, linzen, etc.
  • Sojaproducten: Tahoe, Tempeh

Eten rijk aan koolhydraten:
  • Groente
  • Fruit
  • Brood (ook bijv. pizza
  • Pasta, rijst, etc.
  • Cornflakes, muesli

Slide 10 - Diapositive

Water
Vetten
Eten rijk aan water:
  • Dranken 
  • fruit en groentes zoals: komkommer, watermeloen
Eten rijk aan vetten:
  • Vis
  • Boter
  • Olie
  • Noten
  • Eieren
  • Chocola, chips, fast food

Slide 11 - Diapositive

Mineralen
Vitamines
Eten rijk aan mineralen:
  • groente 
  • aardappelen
  • (volkoren)granen
  • noten
  • peulvruchten
  • vlees 
  • zuivel
Eten rijk aan vitaminen:
  • Fruit
  • Groente
  • Vis
  • Noten

Slide 12 - Diapositive

Vezels
  • Plantaardige stof die lichaam niet kan verteren
  • Laat darmen goed werken
Eten rijk aan vezels:
  • In plantaardige producten
  • Vooral volkoren versies van onderstaande producten
  • Brood
  • Havermout
  • Pasta

Slide 13 - Diapositive

Water is ..
A
een voedingsmiddel
B
een voedingsstof
C
beide
D
geen van beide

Slide 14 - Quiz

Wat is een bron van eiwitten?
A
Vlees
B
Fruit
C
Water
D
Brood

Slide 15 - Quiz

Welke voedingsstof kan de meeste taken uitvoeren?
A
water
B
vitamines
C
eiwitten
D
koolhydraten

Slide 16 - Quiz

Welke voedingstof kan de minste taken uitvoeren?
A
Eiwit
B
Koolhydraat
C
Vet
D
Water

Slide 17 - Quiz

Ga aan de slag met: T2 B1
  • blz. 88-96
  • Opdr. 1 t/m 9, 4k, 8k
OF uitdaging
  • Opdr. 5 t/m 11, 4k, 8k

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zs = Werken in stilte
  • Geen vinger opsteken
  • Aan het werk
  • Stil en stoor niemand
  • Blijf op je plek
timer
6:00

Slide 18 - Diapositive

Ga aan de slag met: T2 B1
  • blz. 88-96
  • Opdr. 1 t/m 9, 4k, 8k
OF uitdaging
  • Opdr. 5 t/m 11, 4k, 8k

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zf = Werken met fluisteren
  • Geen vinger opsteken
  • De docent komt langs
  • Aan het werk
  • Fluister alleen met de persoon naast je
  • Blijf op je plek

Slide 19 - Diapositive

Geheime leerling
De geheime leerling was .......

Ik lette extra op deze leerling en keek naar:
  • Inzet tijdens de les
  • Werkhouding tijdens de les

Als ik je positieve feedback kan geven, 
dan verdien je ook 1/3 +0,5 OF +1 cm² spiekbriefje.

Slide 20 - Diapositive

Opruimdienst
Vandaag zijn dit
  • Tafels leeg en recht
  • Stoelen aangeschoven
  • Grond vrij van afval

Slide 21 - Diapositive

Afsluiting
Doelen:
  • Je kent het verschil tussen voedingsmiddelen en voedingsstoffen
  • Je kunt de 4 taken die voedingsstoffen hebben opschrijven.
  • Je kunt de 6 voedingsstoffen opschrijven.
  • Je kunt van elk van de 6 voedingsstoffen opschrijven welke taken ze hebben.
  • Je kunt het nut van vezels beschrijven

Wie heeft de hoogste score?

Slide 22 - Diapositive