Les 2: gespr/spre 8.1 + 8.2 meet and greet + opinions (3/4)

Talking/ presenting

Boek 3/4 
8.1 + 8.2 meet and greet + opinions
Doel: Je begroet bekenden en onbekenden en spreekt ze aan.
Je spreekt je voorkeur uit en geeft je mening over kleding, over eten en over producten in een winkel.

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMBO

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Talking/ presenting

Boek 3/4 
8.1 + 8.2 meet and greet + opinions
Doel: Je begroet bekenden en onbekenden en spreekt ze aan.
Je spreekt je voorkeur uit en geeft je mening over kleding, over eten en over producten in een winkel.

Slide 1 - Diapositive

8.1 meet and greet
Je begroet bekenden en onbekenden en spreekt ze aan.

Slide 2 - Diapositive

Hoe stel je jezelf voor in het Engels? (informeel)

Slide 3 - Question ouverte

Hoe vraag je hoe het met iemand gaat in het Engels? (informeel)

Slide 4 - Question ouverte

Hoe vraag je om hulp in het Engels? (informeel)

Slide 5 - Question ouverte

Een bekende groeten of aanspreken (informeel)
Lang niet gezien!
Long time no see!
Erg leuk om je weer te zien!
So nice to see you again!
Het spijt me heel erg!
I’m so sorry!
Kom binnen.
Come on in.
Tot kijk! / Doei.
See you (later)! / Bye.

Slide 6 - Diapositive

Hoe stel je jezelf voor in het Engels? (formeel)

Slide 7 - Question ouverte

Hoe zeg je: Pardon, mag ik u iets vragen?

Slide 8 - Question ouverte

Hoe vraag je om hulp in het Engels? (formeel)

Slide 9 - Question ouverte

Hoe zeg je dat het je spijt? (formeel)

Slide 10 - Question ouverte

Beleefd groeten of aanspreken (formeel)
Goedemorgen / -middag / -avond.
Good morning / afternoon / evening.
Ik zou graag iets willen bestellen.
I would like to order something.
Het was leuk om u te ontmoeten.
It was nice / a pleasure to meet you.
Nog een fijne dag.
Have a nice day.

Slide 11 - Diapositive

8.2 opinions
Je spreekt je voorkeur uit en geeft je mening over kleding, over eten en over producten in een winkel.

Slide 12 - Diapositive

Zeggen wat je ergens van vindt
Ik vind ...
I think ...
Ik vind ... leuk / niet leuk.
I like / don’t like / dis­like ...
Ik geef de voorkeur aan..
I prefer ...
Ik vind deze erg leuk/lek­ker.
I think this one is really nice/tasty.
Deze/Dit is mijn eer­ste keus.
This is my num­ber one.
Dat is belachelijk/geweldig!
That’s ri­dicu­lous/great!

Slide 13 - Diapositive

Hoe zeg je dat iets je (minst) favoriet is?

Slide 14 - Question ouverte

Voor je mening uitkomen
Naar mijn men­ing ...
In my opin­ion ...
Ik ben het (on)eens met..
I (dis)agree with ...
Ik ben (niet) geïn­teress­eerd in ...
I’m (not) in­ter­ested in ...
Ik ben er (niet) van over­tuigd dat ...
I’m (not) con­vinced that ...

Slide 15 - Diapositive

Hoe zeg je: Ik ben (stel­lig) van men­ing

Slide 16 - Question ouverte

Hoe zeg je: Ik ben er (ab­so­luut) zeker van dat ...

Slide 17 - Question ouverte

Opdrachten
Boek 3/4
8.1: Ex. 1,2,3, exam exercise

8.2: Ex. 1,2,4, exam exercise

Extra verdieping:
8.1: Extra speaking, Extra exam exercise
8.2: Ex. 5, extra speaking, extra exam exercise


Slide 18 - Diapositive