paragraaf 3 h4 1hv memo

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Paragraaf 3

De verspreiding van het christendom.

Volgende filmpje

- Weet wat heidenen en missionarissen met elkaar te maken hebben.

- Leer Bonifatius en Willibrord.

- Leer de Friezen en dat ze polytheïstisch zijn.

Van natuurgoden naar christendom

- De Romeinen hebben het christendom verspreid in hun rijk.

- De Franken hebben dat gebied naar het noorden wat uitgebreid (Friezen, Saksen)

- Ongelovige worden heidenen genoemd. De meeste heidenen hebben een polytheïstische godsdienst.

volgende filmpje

- Snap wat het kloosterleven inhoudt.

- Waarom bouwen Christenen kloosters?

- Snap waarom kloosters belangrijk zijn geweest bij de bekering van de heidenen.

kloosters

- Om ongelovige te bekeren werden verschillende tactieken gebruikt.

- Missionarissen zijn monniken die actief heidenen opzoeken en proberen te bekeren.

- Kloosters werden ook vaak in heidens gebied gebouwd. Doel is een soort uitvalsbasis te hebben. Monniken leven volgens klooster regels. Omwonende kunnen hulp vragen bij een klooster. (eten, ziekenzorg)

- Sommige heidenen worden vrijwillig christen. Andere heidenen worden gedwongen. Je mag best ver gaan om mensen te bekeren want je redt ze als het ware van de hel.

- Om heidenen te overtuigen werden veel heidense feesten gekoppeld aan het Christendom. zo wordt het midwinterfeest gekoppeld aan kerstmis.

- Ook kregen christenen vaak belasting voordeel of meer kans op baantjes. Op die manier kozen sommige heidenen om zich te bekeren.

Volgende filmpje

- Herhaling stukje over de verspreiding van het christendom.

- Snap dat de Romeinen heel belangrijk zijn geweest bij de verspreiding van het christendom.

- Snap dat Germaanse volkeren niet christelijk zijn rond 500 na chr.

Snap waarom Clovis zich wel laat dopen + waarom dit zo'n belangrijk moment in de christelijke geschiedenis is geweest.

christelijke cultuur

- Dopen, trouwen en begrafenissen vonden en vinden vaak plaats in de kerk. Dit zorgt voor een belangrijke band tussen de christenen en kerk. (los van de diensten op zondag, biechten etc.)

- Feestdagen waren ook gekoppeld aan de kerk. Dus ook leuke zaken waren aan christelijke elementen gekoppeld.

Priester is heel belangrijk. Hij kan de bijbel lezen en op die manier het contact met god voor de mensen regelen. (volk kan geen latijn / niet lezen)

- Priester helpt de mensen dus op hun reis naar de hemel.

- Alleen ongetrouwde mannen konden priester worden. Vaak waren dit mannen uit de tweede stand.

volgende filmpje

- Leer de standenmaatschappij

- Snap waarom de eerste stand een belangrijke rol speelde in het leven van de mensen.

- Tweede filmpje behandeld de stof wat uitgebreider.

standenmaatschappij

- Je hebt drie standen.

1. Eerste stand. De geestelijkheid. (kunnen lezen, krijgen geen kinderen, eer voor de familie, de hogere geestelijken vaak uit rijke families)

2. Tweede stand: Adel (De achternaam bepaalt of je van adel bent. De adel is ook het leger (ridders), vaak is de adel een leenman maar ook leenheer in het leenstelsel. Je hebt allerlei adellijke titels,  (ridder, baron, burggraaf, graaf, markies, hertog, prins) Mensen van adel trouwen met andere mensen van adel. Op die manier blijf je machtig. Adel heeft privileges zoals geen belasting betalen, betere rechtspraak, kans op bestuurstaken.

3. Derde stand: Ongeveer 90 % van de bevolking. Kunnen vaak niet lezen of schrijven. Vaak arm. Geen privileges. Vaak horige.