Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
4.3 Verspreiding van het christendom
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt uitleggen:
- Hoe het christendom zich in de vroege middeleeuwen verspreidt in West-Europa
- Dat het christendom voor mensen in de middeleeuwen erg belangrijk is
- Hoe de middeleeuwse standenmaatschappij werkt
Slide 2 - Diapositive
Filmpje
Verspreiding van het christendom
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Heidenen
In de vroege middeleeuwen zijn veel mensen nog heidenen
Heidenen geloven niet niet christus, maar in natuurgoden
Christelijke missionarissen willen de heidenen gaan bekeren
1. Met hulp van de heer heidense gebruiken en feesten verbieden
2. Heidense gebruiken en feesten christelijk maken
Slide 5 - Diapositive
Filmpje
De heidenen bekeren
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Vidéo
Slide 8 - Vidéo
Kloosters
Waar bekering lukt, worden kerken en kloosters gesticht
In kloosters wonen mensen die hun hele leven aan God wijden
Deze monniken en nonnen hebben strenge regels
Zo mogen ze niet trouwen en soms niet eens praten
Slide 9 - Diapositive
Filmpje
Op bezoek bij de monniken
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Vidéo
In het klooster
Als je in het klooster komt hoor je vaak dit:
Monniken hebben twee grote taken: bidden en werken (ora et labora)
Bidden kan in stilte of in zang, zoals je hoort
Het klooster is op deze taken ingericht
Slide 12 - Diapositive
Hier is de slaapzaal. Alle monniken slapen in dezelfde ruimte.
Om het klooster staat een kloostermuur. De muur beschermt de monniken tegen rovers en wilde dieren.
Dit is de moestuin. De monniken verbouwen daar groente.
Dit is de kerk. Dit is het belangrijkste gebouw van het klooster. Hier bidden de monniken.
Dit is de eetzaal. Hier eten de monniken samen. Tijdens het eten leest één van de monniken voor uit de Bijbel.
Dit is de kloostergang. Alle gebouwen in het klooster worden verbonden door een kloostergang. Deze heeft een dak, zodat de monniken niet nat worden als het regent. De monniken gebruiken de kloostergang ook om te lezen en te bidden.
Dit is de kruidentuin. De monniken kweken zelf kruiden om te koken en om mensen beter te maken. Ze maken van sommige kruiden zalf, thee of olie. De monniken weten precies welk kruid zij nodig hebben.
In de ziekenboeg (hospitaal) zorgen de monniken ook voor de zieken. Alleen zij kunnen medische boeken lezen en hebben ervaring met het verzorgen van zieken.
In het scriptorium (schrijfzaal) schreven monniken boeken over. Doordat er geen drukpers was moest dit met de hand. Een monik kon jaren doen over één boek.
Slide 13 - Diapositive
Invloed van de kerk
Trouwen doe je in de kerk
Je kind laat je dopen in de kerk
Je wordt begraven op grond van de kerk
Op zondagen en feestdagen naar de kerk gaan
Iedere kerk heeft een priester. Hij heeft contact met God en kan heillige taken uitvoeren. Verder helpt de priester de gelovigen een goed leven te leiden door de regels uit te leggen, want alleen hij kan de Bijbel lezen
Slide 14 - Diapositive
4.3 Verspreiding van het christendom
Slide 15 - Diapositive
Hoe werd het christendom voornamelijk verspreid?
A
Verhalen uit de Bijbel vertellen en verspreiden
B
Vernielen van kloosters
C
Oorlog voeren
D
Heidenen omkopen
Slide 16 - Quiz
De verspreiding van het christendom is een ... verandering.
A
Economische
B
Politieke
C
Culturele
D
Sociale
Slide 17 - Quiz
Waar werd het christendom verspreid?
A
Overal in het oude West-Romeinse Rijk
B
ten noorden en oosten van het oude West-Romeinse Rijk
C
Noord-Afrika en het Midden-Oosten
D
Klein-Azië en Griekenland
Slide 18 - Quiz
Wie verspreidden het christendom?
A
bisschoppen
B
ridders
C
missionarissen
D
monniken
Slide 19 - Quiz
Hoe werd het Christendom verspreid?
A
Er werden een heleboel Bijbels gedrukt.
B
Predikers reisden rond en verspreidden het verhaal van Jezus.
C
Doordat de Christenen uit Judea zich verspreidden.
D
Het Christendom bleef alleen in de hoofdstad Rome.
Slide 20 - Quiz
Wie woonden er in een klooster?
Slide 21 - Question ouverte
Leg uit wat christenen bedoelen met heidenen
Slide 22 - Question ouverte
Een priester heeft in de middeleeuwen verschillende taken. Maak de juiste combinaties.
De priester...
Hoort bij...
Doopt deze mensen
Heeft met hem contact
Hoort bij een...
Zegt hoe je moet leven
Hemel en hel
God
Kerk
Baby
Slide 23 - Question de remorquage
De standenmaatschappij
In de middeleeuwen heb je in de samenleving drie standen:
1. Geestelijken
2. Adel
3. Boeren
Elke groep heet een stand. Letterlijk: waar jij staat in de maatschappij, wat jouw plek is
Slide 24 - Diapositive
Filmpje
Hoe de drie groepen verdeeld waren
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Vidéo
Sleep de kenmerken naar de juiste standen
Eerste stand
Tweede stand
Derde stand
De geestelijken
De adel
De boeren
Moest vechten
Moest werken
Moest bidden
Slide 27 - Question de remorquage
www.npostart.nl
Slide 28 - Lien
De standenmaatschappij
In de middeleeuwen heb je in de samenleving drie standen:
1. Geestelijken
2. Adel
3. Boeren
Elke groep heet een stand. Letterlijk: waar jij staat in de maatschappij, wat jouw plek is