SCV, d1 les 4

Sociaal communicatieve vaardigheden
les 4

1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Sociaal communicatieve vaardigheden
les 4

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugblik les 3
  1. Wat is een referentiekader? 
  2. Hoe beïnvloed mijn referentiekader hoe ik decodeer? 
  3. Welk communicatiedoel gebruik je bij:  
  • Nieuwe cliënt rondleiden op de dagbesteding.
  • Cliënt stimuleren om mee te doen aan een activiteit.
  • Het aanleren van een vaardigheid als de vaatwasser inruimen.

Slide 2 - Diapositive

informeren, activeren, instrueren, overtuigen
Leerdoelen les 4
  • Ik kan vertellen wat verbale en non-verbale communicatie is.
  • Ik kan voorbeelden geven van non-verbale communicatie. 
  • Ik kan het belang van non-verbale communicatie uitleggen. 



Communicatie & gedrag: H. 1.2

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verbale communicatie
Gaat om je uiten met woorden of geluiden

Verbale communicatie kan zowel gesproken als geschreven zijn. 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Non-verbale communicatie 
Communicatie tussen mensen zonder woorden
1. Gebaren
2. Gezichtsuitdrukking 
3. Aanrakingen (als je dichtbij staat) 
4. Lichaamshouding & -taal
5. Stemgebruik (toon van je stem, intonatie, spreektempo)
6. Oogcontact

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn vormen van non-verbale communicatie?
A
Woorden die je schrijft of uitspreekt
B
Whatsapp met een emoticon
C
Blozen van het gezicht
D
Een stripverhaal

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Verbale en non-verbale communicatie vullen elkaar aan.

Non verbale communicatie kan de boodschap versterken of afzwakken.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht
Beantwoord de volgende vraag: (individueel)
1. Welke vorm van communicatie is belangrijker? 
2. Geef twee argumenten waarom jij dit vindt. 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vervolgopdracht 
1. Ga nu met zijn allen in een kring zitten.

2. Vier personen mogen in totaal slechts tien seconden gaan staan. Daarna moeten zij gaan zitten en worden ze direct vervangen door anderen uit de groep.
-> Er mag niet gesproken worden, alle communicatie vindt non-verbaal plaats. 

timer
5:00

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Evaluatie les 4
  • Ik kan vertellen wat verbale en non-verbale communicatie is.
  • Ik kan voorbeelden geven van non-verbale communicatie. 
  • Ik kan het belang van non-verbale communicatie uitleggen. 



Communicatie & gedrag: H. 1.2

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdrachtenblad
Maak de opdrachten met een studiegenoot:
Opdracht 1: lichaamshouding & -taal 
Opdracht 2: communicatie begrippen toepassen

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions