3.9 herh 3.10 aan het voetballen

Zinnen maken
Maak groepjes van 4.
Iedereen zegt om de beurt een woord. 
Maak zo samen een zin waarin je 
om.....te.... 
gebruikt
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Zinnen maken
Maak groepjes van 4.
Iedereen zegt om de beurt een woord. 
Maak zo samen een zin waarin je 
om.....te.... 
gebruikt

Slide 1 - Diapositive

Aan het...
Als iets nu bezig is, kan je aan het gebruiken.
Je begint met een vorm van het werkwoord zijn.
Na aan het komt het tweede werkwoord. 
Dit is het hele werkwoord.
Ze zijn aan het voetballen.
Hij is aan het koken.
Alin en Fatima zijn aan het lachen.

Slide 2 - Diapositive

Maak een zin met aan het:
Tim - bellen

Slide 3 - Question ouverte

Maak een zin met aan het:
Noor - een boterham eten

Slide 4 - Question ouverte

Maak een zin met aan het:
Laila - afwassen

Slide 5 - Question ouverte

Maak een zin met aan het:
Koen - vergaderen

Slide 6 - Question ouverte

Maak een zin met aan het:
Zora - met een klant praten

Slide 7 - Question ouverte

Maak een zin met aan het:
Thomas - boodschappen doen

Slide 8 - Question ouverte

Emine - koffie drinken

Slide 9 - Question ouverte

Kijk naar de praatplaat In de supermarkt:
Wat is Carlos aan het doen?

Slide 10 - Question ouverte

In de supermarkt:
Wat is Aron aan het doen?

Slide 11 - Question ouverte

In de supermarkt:
Wat is Felix aan het doen?

Slide 12 - Question ouverte

In de supermarkt:
Wat is Bas aan het doen?

Slide 13 - Question ouverte

In de supermarkt:
Wat is Karlijn aan het doen?

Slide 14 - Question ouverte