De eerste boeren

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

De eerste boeren

Even herhalen....

Wat weet je nog van de vorige les over de 

jager-verzamelaars?

De jager-verzamelaars

Tijdens deze les leer je...

Wat er veranderde toen de jager-verzamelaars boer werden. 

Met akkerbouw verbouw je....

1. Planten
2. Dieren
3. Geiten
4. Varkens

Met veeteelt fok je....

1. Planten
2. Dieren

Lees 'De eerste boeren' bij paragraaf 2.3

En maak opdracht 1

2.3

Wat je moet weten :

- Rond 10.000 voor Christus vonden mensen de landbouw uit. De jager-verzamelaars werden boeren. 

- Dit proces ging heel langzaam. 

- Jagers en boeren leefden lang naast elkaar.

Deelvraag: 

Welke gevolgen had het ontstaan van de landbouw?

Lees 'oorzaak en gevolg'

Paragraaf 2.3

Jagers-verzamelaars kunnen niet meer genoeg eten vinden. 

Oorzaak:

Gevolg:

Het klimaat werd warmer en droger. 

Mensen werden boer. 

De eerste boeren blijven bij hun akkers en hun vee wonen. 

Oorzaak:

Gevolg:

Boeren moeten hun akkers en vee verzorgen

Er ontstaan dorpen. 

Werk samen

Bekijk de foto's. Wat hebben de afbeeldingen te maken met de eerste boeren? Zoek de antwoorden op Learnbeat 2,3

De eerste boeren in Nederland gingen wonen in Limburg

Waarom denk je dat de eerste boeren hun boerderij graag op een heuvel bouwden?

Noem iets dat je nog niet wist en tijdens deze les hebt geleerd.

Maken

Maak opdracht C en D op learnbeat.

2.4 Egypte: Een rijk land

Hoe kon landbouw van Egypte een rijk land maken?

De Nijl

Als je als een vogel boven het oude Egypte zou vliegen, dan zag je een vreemd land. Het oude Egypte was honderden kilometers lang en bijna nergens meer dan twintig kilometer breed. Daar middendoor liep een rivier: de Nijl, een van de langste rivieren van de wereld. Langs de Nijl stonden grote bouwwerken, zoals piramides en tempels. Bijna alle Egyptenaren woonden en werkten langs de rivier. De grond langs de rivier was heel vruchtbaar.

Elk jaar overstroomde de Nijl. Veel land langs de rivier stond dan onder water. 

Als na een paar maanden het water weer zakte, bleef er op het land een dun laagje zwarte modder achter. 

Dat laagje was heel vruchtbaar. In het oude Egypte legden de mensen akkers aan op die vruchtbare grond. 

Behalve landbouwgewassen, zoals graan, verbouwden de Egyptenaren ook dadels en druiven, om er wijn van te maken. En ze hielden vee dat vlees, melk en leer opleverde.

Dankzij de Nijl leverde de landbouw veel op, veel meer dan de boeren voor zichzelf nodig hadden. 

Een deel van de oogst kregen de boeren als loon. De rest moesten ze als belasting geven aan de koning: de farao. De farao kon met de belastingopbrengst mensen betalen die niet als boer werkten. Daardoor ontstonden allerlei andere beroepen: ambtenaar, timmerman, priester en schrijver.