3G_4.1 t/m 4.6 herhaling_15 april '21
1 / 12
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Wat is nodig voor een verbranding?
A
Brandstof, water, vuur
B
Warmte, brandstof, zuurstof
C
Zuurstof, Stikstof en waterstof
D
Warmte, lucht en zuurstof
Slide 4 - Quiz
Wat is waar over onvolledige verbranding?
A
Een gele vlam betekent onvolledige verbranding
B
Bij onvolledige verbranding kan koolstofmonoxide vrijkomen
C
Een vlam met onvolledige verbranding maakt veel roet
D
Onvolledige verbranding bestaat helemaal niet
Slide 5 - Quiz
Geef de reactievergelijking voor de volledige verbranding van ammoniak (NH3)
Slide 6 - Question ouverte
Slide 7 - Diapositive
IJzer heeft een massa van 55,9 gram. Zwavel heeft een massa van 32,1 gram. Wat is dan de massaverhouding van deze reactie?
Slide 8 - Question ouverte
Slide 9 - Diapositive
Ammoniak (NH3) ontleedt in waterstof en stikstof in de massaverhouding 3 : 14. Bereken hoeveel gram ammoniak nodig is voor de vorming van 10 g waterstof.
