3.4 Massaverhouding

3.4 Massaverhouding
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

3.4 Massaverhouding

Slide 1 - Diapositive

Eerst molecuulmassa
Nodig: BINAS of gele kaart (weer terug inleveren!)

Slide 2 - Diapositive

Elk atoom heeft een bepaalde massa. Deze zoek je op in het periodiek systeem:

                                                      7 = atoomnummer (aantal                                                                protonen)
                                                     14,0 = atoommassa

De atoommassa wordt weergegeven in u (unit). Dit noemen we de atomaire massa-eenheid.
1 u = 1,66 x 10-24 gram

Slide 3 - Diapositive

MOLECUULMASSA BEREKENEN

Tel alle atoommassa's bij elkaar op!

Voorbeeld:
Bereken de molecuulmassa van H2SO4
  • 2x H =    2x 1,0     =    2,0
  • 1x S =     1x 32,1     =  32,1
  • 4x O =   4x 16,0   =  64,0
  •                                                +
  •                Totaal:        98,1 u

Slide 4 - Diapositive

Nu jullie!
Bereken de molecuulmassa van:
1. H2O2
2. NH3
3. C2H6O
timer
5:00
  • 1.     34,0 u
  • 2.    17,0 u
  • 3.    46,0 u  

Slide 5 - Diapositive

MASSAPERCENTAGE VAN ATOOM IN MOLECUUL BEREKENEN


percentage=geheeldeel100
deel = massa van atoomsoort
geheel = massa van molecuul
Bereken het massapercentage waterstof in ammoniak (NH3).
  • massa waterstof =     3x H                 = 3x 1,0         =    3,0 u
  • massa ammoniak = (1x N) + (3x H) = 14,0 + 3,0  =    17,0 u

17,03,0100=17,6

  • m%=                                              %

Slide 6 - Diapositive

Aan de slag met extra blaadje

Slide 7 - Diapositive

Rekenen aan reacties
= massaverhouding

Slide 8 - Diapositive

Tijdens een chemische reactie verandert de totale massa niet (Wet van Massabehoud). Dit komt doordat er geen atomen weggaan of bijkomen. 

Als er een hoeveelheid van een stof gaat reageren, kun je berekenen hoeveel er van de nieuwe stof gaat ontstaan.

Slide 9 - Diapositive

Massaverhouding
Wanneer: als er een hoeveelheid van een stof gegeven is, en de hoeveelheid van een andere stof wordt gevraagd
Hoe
1. zorg voor een kloppende reactievergelijking
2. bereken de molecuulmassa's van de betreffende stoffen
3. zet de gegeven hoeveelheid onder de juiste stof
4. kruiselings vermenigvuldigen

Slide 10 - Diapositive

VOORBEELD
15,0 gram waterstof (H2) reageert met stikstof (N2) tot ammoniak (NH3). Bereken hoeveel gram ammoniak zal ontstaan.

1. zorg voor een kloppende reactievergelijking
2. bereken de molecuulmassa's van de betreffende stoffen
3. zet de gegeven hoeveelheid onder de juiste stof
4. kruiselings vermenigvuldigen

Slide 11 - Diapositive