Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 40 min
Éléments de cette leçon
V1l vrijdag 16 april
Slide 1 - Diapositive
Planning 16/4:
- intro: * Bij de Franse bakker
* Uitspraaktips
- voorzetsels voor landen & plaatsen + exercices
Slide 2 - Diapositive
Bij de Franse bakker
Let op:
- begroeting
- aantallen
- beleefdheidsvorm
Slide 3 - Diapositive
https:
Slide 4 - Lien
Uitspraaktips
Kijk goed naar de volgende video
Slide 5 - Diapositive
https:
Slide 6 - Lien
Voorzetsels voor landen & plaatsen
Je gebruikt in het Frans bepaalde voorzetsels om uit te drukken dat je ergens bent (land of plaats) of ergens heengaat. In de volgende powerpoint volgt een korte uitleg.
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Diapositive
Slide 29 - Diapositive
Slide 30 - Diapositive
Bij vrouwelijke landen gebruik je het voorzetsel EN, bij mannelijke landen gebruik je AU. Is dit...
A
vrai
B
faux
Slide 31 - Quiz
Voor steden- of dorpennamen gebruik ik het voorzetsels À. Is dit..
A
vrai
B
faux
Slide 32 - Quiz
Als de naam van het land meervoud is gebruik ik gewoon AU. Is dit...
A
vrai
B
faux
Slide 33 - Quiz
Kies het juiste voorzetsel: Je vais démenager ___ Australie.
A
au
B
en
Slide 34 - Quiz
Kies het juiste voorzetsel: Ma copine habite ___ Danemark.
A
au
B
aux
Slide 35 - Quiz
Kies het juiste voorzetsel: Pendant les vacances, je vais ___ Lyon (stad).