§8 pers. en bez. vnw

Lesplanning

* stillezen in je leesboek
* theorie §8
* oefeningen


Lesdoel

Aan het eind van de 
les kan/weet ik:
* persoonlijk en bezittelijk voornaamwoorden herkennen en benoemen

timer
10:00
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Lesplanning

* stillezen in je leesboek
* theorie §8
* oefeningen


Lesdoel

Aan het eind van de 
les kan/weet ik:
* persoonlijk en bezittelijk voornaamwoorden herkennen en benoemen

timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Voornaamwoord
  • een woord dat verwijst naar een persoon, dier of ding
  • vervangt een (zelfstandig) naamwoord
  • acht verschillende soorten (wij behandelen vandaag 2 voornaamwoorden)

Slide 2 - Diapositive

Steek het aantal vingers op dat correspondeert met het juiste antwoord.
Welke uitspraak over werkwoorden is waar?
  1. Elke zin bevat een hulpwerkwoord.
  2. Hulpwerkwoorden kunnen zowel in een werkwoordelijk gezegde als in een naamwoordelijk gezegde voorkomen.
  3. In een naamwoordelijk gezegde is de persoonsvorm altijd het koppelwerkwoord.
  4. In een zin kan én een koppelwerkwoord én een zelfstandig werkwoord voorkomen.

Slide 3 - Diapositive

Steek het aantal vingers op dat correspondeert met het juiste antwoord.
Met wat voor speelgoed zouden kinderen in de middeleeuwen gespeeld hebben?

Welk woordsoort is 'zouden'?
  1. hww
  2. kww
  3. zww

Slide 4 - Diapositive

Schrijf op in je schrift
Wat zijn zelfstandig naamwoorden?
Hoe herken je deze?
timer
1:00

Slide 5 - Diapositive

Persoonlijk voornaamwoord
(pers.vnw)

Slide 6 - Diapositive

Persoonlijk voornaamwoord (pers.vnw)

Is onderwerp of voorwerp (lv / mv) in de zin.

Zij hebben ons opgehaald.


Slide 7 - Diapositive

Bezittelijk voornaamwoord (bez.vnw)

Slide 8 - Diapositive

Bezittelijk voornaamwoord (bez.vnw)
Geeft aan wie de bezitter van iets is.


Waar heb je jouw jas gelaten? En waar is de mijne?

Slide 9 - Diapositive

Keuze
1. Je maakt opdracht 1 en 3. (aanbevolen als je dit lastig vindt)

2. Je maakt opdracht 2 en 3. (aanbevolen als je dit makkelijk vindt)

Klaar? Maak opdracht 4.
timer
15:00

Slide 10 - Diapositive

Pers.vnw
Steek het aantal vingers op dat correspondeert met het juiste antwoord.

Wat is het pers.vnw in deze zin? 

Wij gaan morgen in ons fictieboekje werken.
1. Wij
2. gaan
3. ons
4. werken

Slide 11 - Diapositive

Bez.vnw
Steek het aantal vingers op dat correspondeert met het juiste antwoord.

Wat is het bez.vnw in deze zin?

Voor deze keer hoeven de leerlingen van A1C niet hun leesboek erbij te pakken.

1. deze
2. leerlingen
3. hun
4. pakken

Slide 12 - Diapositive

Hoe vind je dat je gewerkt hebt?
Teken een emoji in je schrift.
timer
1:00

Slide 13 - Diapositive