Omgangskunde leerjaar 2 periode 1 les 3

• Burgerschap
• MBO
• Studiejaar 1,2

Omgangskunde 

Leerjaar 2 periode 1 

les 3

Wat gaan we vandaag doen?

• Herhalen lesstof vorige week
•  Opdracht HAAK checklist
• Verdieping HAAK checklist (H=hulpvraag)
• Casus
• Onderbreken
• In de wacht zetten
• Huiswerk

Wat betekent het woord triëren?

Wat betekent het woord triëren?

Het woord triëren komt uit het Frans en betekent 'sorteren'.

Wat is het verschil tussen telefonische triage en fysieke triage?

Wat is het verschil tussen telefonische triage en fysieke triage?

Bij fysieke triage kan de verzorger de patiënten zien, aanraken en onderzoeken. Bij telefonische triage kan dit niet.

In welk jaartal is telefonische triage geïntroduceerd in de huisartsenwereld?

1. 1993
2. 1995
3. 1998
4. 1999

Wanneer spreek je NIET van triage? Bij welke taken?

Wanneer spreek je NIET van triage? Bij welke taken?

• Het maken van afspraken
• Het aanvragen van herhaalrecepten
• Een verwijsbrief  

De vragen die een doktersassistente stelt kun je indelen in 2 groepen:

De vragen die een doktersassistente stelt kun je indelen in 2 groepen:

• Medisch-inhoudelijke vragen: over koorts (hoe hoog?), keelpijn (sinds wanneer?), pijn (waar?), enzovoort.
• Vragen betreffende de patiënt of de beller zelf: is deze ongerust, onzeker, bedlegerig, boos? 

Je kunt beter niet zeggen: ‘ja, dat heerst heel erg.’ Waarom niet?

Je kunt beter niet zeggen: ‘ja, dat heerst heel erg.’ Waarom niet?

Dit kan klinken alsof je een diagnose stelt

Wat kun je wel zeggen:

*We horen de laatste dagen vaak deze klachten

*We horen van veel mensen dezelfde klachten

Opdracht HAAK checklist

Opdracht in tweetallen:

Leg de Haak chekclist in de juiste volgorde

Verdieping HAAK checklist

Fase H: hulpvraag

kennismaken: hoe?

Benoem het probleem + de beleving / betekenis

Benoem de verwachting

Benoem of vraag naar de persoonlijke omstandigheden

Non-verbale signalen ‘tussen de regels door’

Aandachtig luisteren + noem naam patient

Kennismaken

• Hoe open je het gesprek?
• Voornaam is voldoende

Benoeming en beleving van het probleem

• Beleving is hoe een bepaalde klacht wordt ervaren of wat dat probleem voor iemand betekent.

*Blz. 18, 19 en 20

Opdracht: hoe kun je naar de beleving vragen?

Verwachting en persoonlijke omstandigheden

Vanzelfsprekend belt iemand niet zomaar naar een huisartsenpraktijk, maar altijd met een bepaalde verwachting. Die verwachting wordt vaak beïnvloed door de persoonlijke omstandigheden waarin iemand zich bevindt. 

Voorbeeld van verwachtingen en persoonlijke omstandigheden: 

-De patiënt die morgen examen moet doen en zich beroerd voelt, is een andere patiënt dan degene die morgen een vrije dag heeft.

Verwachting en persoonlijke omstandigheden

Verwachting duidelijk krijgen:

*Wat is uw vraag aan mij?

*Ik heb uw vraag niet goed begrepen

*Blz. 20, 21 en 22

Reactie op (non) verbale signalen

• Een gevoel dat de patiënt tussen de regels door zegt.
• Hoe kun je dit doen: 'Ik heb de indruk dat u zich daar veel zorgen over maakt, klopt dat? 

Hoe laat je merken dat je aandachtig luistert?

Hoe laat je merken dat je aandachtig luistert?

• Ja/nee/hummen
• Vertelt u verder
• Benoem ten minste één keer tijdens het gesprek de naam van de patiënt 

Casus oefenen met de H = hulpvraag

Je bent assistente van Huisartsenpraktijk Summa. Het is 13.00 uur. De arts is visite rijden.

Telefonisch spreekuur: 13,30 – 14,00 u (2 plaatsen)

Gewoon spreekuur: 14,00 – 17,00 u (3 plaatsen 15,30-16,00)

Dossier Ardy Wintels (30-10-2016):

Geen bijzonderheden

Onderbreken

Hoe?

1. Noem de naam van de patiënt
2. Sorry dat ik u onderbreek
3. Stel je vraag