Spelling persoonsvorm verleden tijd

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Wat gaan we vandaag doen?

5 min	De persoonsvorm, hoe kun je die ook alweer vinden?
10 min	Uitleg persoonsvorm verleden/tegenwoordige tijd en infinitief
20 min	Werken aan opdrachten in LearnBeat.
5 min	Afsluiting les

Wat draag je 's nachts als je gaat slapen?	Pyjama	Pijama
Hoe noem je het als iemand netjes en met respect praat?	Beleefdheid	Beleeftheid
Wat gebruik je om buiten te koken, vaak in de zomer?	Barbecue	Barbeque
Wat doe je als je denkt aan iets uit het verleden?	Herinneren	Herinderen
Hoe noem je het schrijfgerei dat eigendom is van Steven?	Stevens pen	Steevens pen
Wat betekent 'officieel' in het Nederlands?	Officiële	Officieele
Wat groeit in de natuur, zoals gras en struiken?	Begroeiing	Begroeing
Waar ga je naartoe om oude kunst of geschiedenis te bekijken?	Museum	Museaum
Hoe heet het litteken dat overblijft na een wond?	Litteken	Littekken
Welke maand komt direct na januari?	Februari	Febuari

Hoe spel je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd

(pvtt)?

• Wat moet er inde vakjes staan onder de eerste rij?

Ik.....

.....je/jij

hij/u/de/buurman/Katrien

wij/jullie/zij/etc.

Leerdoelen

Je leert:

• de persoonsvorm in de verleden tijd spellen;
  
• met ’t ex-kofschip spellen.

Persoonsvorm verleden tijd

Persoonsvorm verleden tijd

Infinitief

• Een infinitief is een vorm van het werkwoord.
• Schaatst --> infinitief is schaatsen
• Fietsten --> infinitief is fietsen

PVVT

Tot voor kort (verlichten pvvt) één schemerlamp mijn hele kamer.

Verlichte

Verlichtte

Verlichten

Verlichtten

Zitten

Staan

Staan op stoel

Staan op 1 been

PVVT

De brandweerlieden (bevrijden pvvt) de automobilist uit zijn auto.

Bevrijde

Bevrijdde

Bevrijdden

Bevrijden

Zitten

Staan

Staan op stoel

Staan op 1 been

PVVT

De docent (tobben) met het nieuwe normaal

Tobde

Tobdde

Tobte

Tobtte

Zitten

Staan

Staan op stoel

Zitten op de grond

Werken aan opdrachten in LearnBeat

Wat: opdrachten maken;

Hoe: open je laptop en kijk in de studieplanner bij de betreffende week en dag;

Tijd: 15 minuten, eerste 5 minuten geen ruimte voor vragen;

Uitkomst: je oefent met de stof van deze week;

Klaar: geef een seintje, ik activeer de antwoorden dan voor je, zodat je kunt gaan nakijken.

Uitleg van nieuwe leerstof met voorbeelden en visueel materiaal. Aan de uitleg wordt direct de instructie gekoppeld: wat moeten de studenten doen.

Wat hebben we geleerd?

Waar ging het eigenlijk over?

1. Wat hebben we deze les gedaan?
2. Waarom hebben we dit gedaan?
3. Wat heb ik geleerd?
4. Wat kan ik ermee?
5. Welke vragen heb ik nog?
6. Wat kan ik over deze les aan meneer Van der Berg vertellen?

Donderdag SO Spelling

Zie Magister!

Einde van deze les

• Kijk om je heen, zie je rotzooi liggen, neem dit dan mee
• Schuif je stoel aan en zet je tafel recht
• Pak je tas, groet me/wens me een fijne dag en ga naar de volgende les of pauze

Welkom!

• Mijn telefoon zit in de telefoontas
• Ik ga zitten op de plek van de plattegrond
• Mijn leesboek ligt klaar op tafel
• Mijn tas staat op de grond

 

Lezen

Wat? We lezen in ons fictieboek

Tijd? 10 minuten

Klaar? Zijn de 10 minuten om, stop je boek dan in je tas en start LearnBeat op

Wat gaan we vandaag doen?

15 min	Toets bekijken
25 min	Huiswerk/mindmap maken

Einde van deze les

• Kijk om je heen, zie je rotzooi liggen, neem dit dan mee
• Schuif je stoel aan en zet je tafel recht
• Pak je tas, groet me/wens me een fijne dag en ga naar de volgende les of pauze