7.1 Gezond eten

1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

7.1 Leerdoelen:
  • Je kunt uitleggen wat eetgewoonten zijn en van welke 3 dingen eetgewoonten afhangen. 
  • Je kunt onderscheid maken tussen voedingsmiddelen en voedingsstoffen.   
  • Je kunt uitleggen wat voedingsvezels zijn en waarom ze belangrijk zijn. 
  • Je kunt 3 voedingsmiddelen noemen waarin voedingsvezels zitten.   
  • Je kunt de 6 voedingsstoffen indelen in 3 groepen   

Slide 3 - Diapositive

Je kunt uitleggen wat eetgewoonten zijn en van welke 3 dingen eetgewoonten afhangen. 

Eetgewoonten:
Wat je gewend bent te eten, hoe je dat doet en wanneer je dat doet:
  • Hangt af van je eigen voorkeur
  • Hangt af van het land waar je woont of vandaan komt
  • Hangt af van je geloof

Slide 4 - Diapositive

Wat zijn voedingstoffen en voedingsmiddelen? 

Slide 5 - Diapositive

6 voedingsstoffen

Slide 6 - Diapositive

Plantaardige voedingsmiddelen
Dierlijke voedingsmiddelen

Slide 7 - Diapositive

Begrippenlijst ISK
Koolhydraten: Koolhydraten zijn voedingsstoffen die je lichaam energie geven. Je vindt ze in voedsel zoals brood, pasta, rijst, en aardappelen. Je lichaam zet koolhydraten om in suiker, wat je energie geeft om te bewegen en denken.

Eiwitten: Eiwitten zijn belangrijke bouwstenen voor je lichaam. Ze helpen bij het opbouwen en herstellen van spieren en weefsels. Eiwitten zitten in vlees, vis, eieren, bonen, en noten.

Vetten: Vetten geven je lichaam energie en helpen bij de opname van vitamines. Er zijn verschillende soorten vetten, zoals gezonde (onverzadigde) en minder gezonde (verzadigde) vetten. Vetten vind je in olie, boter, noten, en avocado.

Vitamines: Vitamines zijn stoffen die je in kleine hoeveelheden nodig hebt voor een gezond lichaam. Ze helpen je immuunsysteem en zorgen voor groei en energie. Vitamines zitten in fruit, groenten, vlees en melkproducten.

Mineralen: Mineralen zijn stoffen die je lichaam nodig heeft voor sterke botten, tanden, en voor andere belangrijke functies zoals het regelen van je hartslag. Voorbeelden van mineralen zijn calcium, ijzer, en kalium. Deze vind je in zuivel, vlees, en groenten.

Vezels: Vezels helpen je spijsvertering goed te werken en zorgen ervoor dat je makkelijk naar het toilet kunt. Ze zitten in groenten, fruit, bonen, en volkoren producten zoals volkorenbrood.

Water: Water is heel belangrijk voor je lichaam. Het helpt bij het regelen van je temperatuur, het vervoeren van voedingsstoffen, en het afvoeren van afvalstoffen. Genoeg water drinken is nodig om gezond te blijven.

Slide 8 - Diapositive

maken 7.1: 1 t/m 12 
timer
10:00

Slide 9 - Diapositive

7.1

Slide 10 - Diapositive

Eetgewoonten hangen af van 3 dingen, welke?

Slide 11 - Question ouverte

Noem zoveel mogelijk voedingsmiddelen

Slide 12 - Question ouverte

Noem de zes voedingsstoffen

Slide 13 - Question ouverte

Leerdoelen:
  • Je kunt uitleggen wat de taak is van energierijke stoffen, bouwstoffen en beschermende stoffen.
  • Je kunt adviezen voor een gezonde voeding geven. (schijf van vijf)
  • Je kunt uitleggen hoe schimmels en bacteriën voedselbederf veroorzaken.

Slide 14 - Diapositive

Je kunt de 6 voedingsstoffen indelen in 3 groepen   
1. Energierijke stoffen= energie om warm te blijven en om te bewegen
2. Bouwstoffen= nodig voor groei
3. Beschermende stoffen= nodig om gezond te blijven

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Waarom eet je gezond?

  • Je moet gezond eten om niet ziek te worden.
  • Je moet gezond eten om sterk en fit te worden.
  • Eet gevarieerd om gezond te blijven.
  • De schijf van vijf helpt gevarieerd te eten!

Slide 18 - Diapositive

Hoe werkt de Schijf van vijf?

  • De schijf zorgt ervoor dat je gevarieerd eet.
  • Deze schijf bestaat uit vijf vakken.
  • Eet elke dag uit deze vijf vakken!
 
  1. groente en fruit
  2. olie en vetten
  3. vlees, vis, ei, melkproducten, peulvruchten, noten
  4. brood, pasta, rijst, aardappelen
  5. dranken




Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Wanneer kun je het beste eten?
  • Veel scholieren ontbijten niet. Dat is een ongezonde eetgewoonte. Als je niet ontbijt, krijg je in de loop van de ochtend honger en voel je je lusteloos en koud.

  • Om gezond te blijven kun je het beste drie hoofdmaaltijden verdeeld over de dag eten: ontbijt, lunch en avondeten. In deze drie maaltijden zitten alle voedingsstoffen die je nodig hebt.

Slide 21 - Diapositive

Waardoor bederft je eten?
Voedselbederf ontstaat door schimmels en bacteriën

Kunnen op je eten komen door bijvoorbeeld de lucht, je handen, de snijplank.
1. Schimmels vermeerderen door sporen
2. Bacteriën vermeerderen door celdeling

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Leerdoelen 7.1
Maken 12 t/m 17
Leren stof 7.1: leerdoelen


timer
7:00

Slide 24 - Diapositive