Werkwoordsvormen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1,2

Werkwoordsvormen

Leerdoelen:

1. Ik kan de persoonsvorm (pv) in een zin vinden.
2. Ik kan het voltooid deelwoord (vdw) in een zin vinden.
3. Ik kan de infinitief (inf.) in een zin vinden.

Elke goede zin heeft een persoonsvorm/persoonsvormen.

1. Waar
2. Niet waar

Wat is de pv: Waarom ben jij zo laat thuis gekomen?

1. Waarom
2. Ben
3. Gekomen

Wat is de BESTE manier om de persoonsvorm/persoonsvormen in een zin te vinden?

1. Vraagzin maken
2. Zin in andere tijd zetten
3. Zin in meervoud/enkelvoud zetten

Waarom is een vraagzin maken niet altijd handig om de pv te vinden?

1. Soms staat er geen pv in de zin en dan werkt het niet
2. Soms kun je geen vraagzin maken en dan werkt het niet
3. Soms staan er meerdere pv's in de zin en dan werkt het niet

Zet de volgende zin in een andere tijd, welk werkwoord verandert mee?
Mijn broertje heeft beloofd aardig te zijn.

Hoeveel pv's heeft de volgende zin:
Ik zit in klas 2 en we moeten best veel huiswerk maken.

1. 0
2. 1
3. 2
4. 3

Wat zijn de pv's?
Ik zit in klas 2 en we moeten best veel huiswerk maken.

1. Zit en moeten
2. Zit en maken
3. Moeten en maken

Wat is de persoonsvorm?

De persoonsvorm

Mijn broer

heeft

een auto

gekocht.

Wat is de persoonsvorm?

De persoonsvorm

De vader van Lina

had

een auto

gekocht.

Wat is de persoonsvorm?

.

De persoonsvorm

Janneke

heeft

haar werk

goed

gedaan

Kan het voltooid deelwoord het enige werkwoord in een zin zijn?

1. Ja
2. Nee

Met welke werkwoordsvorm staat het vdw altijd in een zin?

1. Pv
2. Inf.

Wat is het vdw?
Mijn zusje gelooft nog in Sinterklaas, dat vind ik vet schattig!

1. Gelooft
2. Vind
3. Er staat geen vdw in

Waarom is 'gelooft' in deze zin geen vdw? Tip: zet de zin in een andere tijd!
Mijn zusje gelooft nog altijd in Sinterklaas, dat vind ik vet schattig!

1. Gelooft is geen werkwoord
2. Gelooft is de infinitief
3. Gelooft is de persoonsvorm

Wat is het vdw?
Zullen we morgen naar de Mac gaan of ben jij vandaag al geweest?

1. Zullen
2. Gaan
3. Ben
4. Geweest

Wat is het vdw?
Hij vertelt zijn vriendin dat hij stiekem een ijsje heeft gegeten.

1. Vertelt
2. Gegeten
3. Heeft

Werkwoord

Voltooid deelwoord

Infinitief

Gaan

Gegeten

Rijden

Gereden

Voltooid deelwoord

geen voltooid deelwoord

gelopen

geslapen

gebeuren

gedaan

doen

schrijven

Wat is een ander woord voor infinitief?

1. Werkwoord
2. Heel werkwoord
3. Voltooide tijd
4. Onvoltooide tijd

Wat is de inf. in deze zin?
Wij hebben een rondreis door Amerika gemaakt.

1. Hebben
2. Gemaakt
3. Er staat geen inf. in

Leg uit waarom 'hebben' geen inf. kan zijn.

Wij hebben een rondreis door Amerika gemaakt.

Wat is de inf.?
De kinderen vragen aan hun ouders of ze een ijsje mogen kopen.

1. Er staat geen inf. in
2. Vragen
3. Mogen
4. Kopen

Had je de vorige vraag fout?

De kinderen vragen aan hun ouders of ze een ijsje mogen kopen. 

TIPS van een pro:

Stap 1: Zoek altijd eerst de pv/pv's (zet zin in andere tijd)

Stap 2: Houd je werkwoorden over? Check of het vdw of inf. zijn

Wat zijn de pv's in deze zin:
De kinderen vragen aan hun ouders of ze een ijsje mogen kopen.

Nog een keer de zin

De kinderen vragen aan hun ouders of ze een ijsje mogen kopen.

Pv's: vragen en mogen (want als je het in een andere tijd zet, veranderen vragen en mogen in vroegen en mochten: De kinderen VROEGEN aan hun ouders of ze een ijsje MOCHTEN kopen)

Werkwoord dat je overhoudt (dat dus niet mee verandert in een andere tijd), is 'kopen'. En dat is dan de inf. want het is een heel werkwoord.

Mijn zusjes gaan logeren.

persoonsvorm

infinitief

gaan

logeren

In de vakantie willen wij naar een de Ardennen gaan.

persoonsvorm

infinitief

gaan

willen

Zouden jullie willen lachen?

persoonsvorm

infinitief

zouden

willen

lachen

Mijn ouders willen dat wij gaan logeren.

persoonsvorm

infinitief

willen

gaan

logeren

Infinitief

Voltooid deelwoord

Persoons-

vorm

Dit heeft een zin altijd!

Dit is het hele werkwoord

Geeft aan dat iets al is gebeurd.

Ik heb het leerdoel behaald!

😒🙁😐🙂😃