Druk 2
1 / 10
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat is kracht?
A
Grootheid die voorwerp van vorm kan doen veranderen.
B
Grootheid die voorwerp van snelheid kan doen veranderen.
C
Grootheid die voorwerp van vorm en snelheid kan doen veranderen.
D
Grootheid dat voorwerp niet kan veranderen.
Slide 2 - Quiz
Druk in gassen en vloeistoffen meet je
met een manometer. Geef één voorbeeld
waarbij een manometer als meetinstrument
wordt gebruikt.
met een manometer. Geef één voorbeeld
waarbij een manometer als meetinstrument
wordt gebruikt.
Slide 3 - Carte mentale
Geef de formule van druk.
Slide 4 - Question ouverte
Als je een oppervlakte wilt indrukken, moet de druk ... zijn en de contactoppervlakte ... zijn.
A
Klein - groot
B
Groot - klein
Slide 5 - Quiz
Wat is de SI-eenheid van kracht?
A
Druk
B
Oppervlakte (A)
C
Kracht (F)
D
Pascal (Pa)
Slide 6 - Quiz
Geef één voorbeeld van druk IN een vloeistof.
Slide 7 - Question ouverte
Geef één voorbeeld van druk OP een vloeistof.
Slide 8 - Question ouverte
Duid de correcte 'wet van Pascal' aan.
A
Druk uitgeoefend op gehele vloeistof, plant zich ongewijzigd voort in deel vloeistof.
B
Druk uitgeoefend op deel vloeistof, plant zich ongewijzigd voort in gehele vloeistof.
C
Druk uitgeoefend op een vaste stof, plant zich ongewijzigd voort in een deel van de vaste stof.
D
Druk uitgeoefend op een gas, plant zich ongewijzigd voort in de gehele vloeistof.
Slide 9 - Quiz
Geef één voorbeeld uit het dagelijks leven waarbij een hydraulische pers gebruikt wordt.
