Herhaling woordenschat H1 en H2 synoniemen en betekenis/omschrijving - 14 oktober

Wat gaan we doen?

  • Drie presentaties 
  • Geven van tips en tops
  • huiswerk bespreken H1 opdracht 2 en 3 en H2 opdracht 4
  • Opdrachten in LessonUp
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Wat gaan we doen?

  • Drie presentaties 
  • Geven van tips en tops
  • huiswerk bespreken H1 opdracht 2 en 3 en H2 opdracht 4
  • Opdrachten in LessonUp

Slide 1 - Diapositive

Weet je het nog?
  • Wat is een synoniem ook al weer? 
  • Kun je een voorbeeld geven?

Slide 2 - Diapositive

Synoniemen
Een synoniem ander woord met dezelfde betekenis.
Vb. auteur = schrijver, dominant = overheersend


Slide 3 - Diapositive


Huiswerk bespreken opdracht 2 en 3 op blz. 25

Slide 4 - Diapositive

Uitwerking opdracht 2 (blz. 25)
1 alles goed en wel; dat kan zo zijn (maar)
2 alles kort en klein slaan; alles vernielen
3 bont en blauw; zwaar toegetakeld
4 heg noch steg weten; ergens totaal onbekend zijn; de weg niet weten
5 huis en haard verlaten; alles achterlaten wat je bezit
6 kant noch wal raken nergens op slaan; onzin zijn

Slide 5 - Diapositive

vervolg uitwerking opdracht 2 (blz. 25)
7 met hangen en wurgen met zeer grote moeite; met grote tegenzin
8 met horten en stoten; zeer onregelmatig; schoksgewijs; niet soepel verlopend
9 open en bloot zeer openlijk; zonder schaamte; zeer duidelijk zichtbaar
10 schots en scheef erg slordig; rommelig; chaotisch
11 te hooi en te gras; zo nu en dan; zonder systeem of regelmaat; op willekeurige plaatsen en tijden
12 zonder slag of stoot; zonder tegenstand


e iets vertellen wat een last wordt
6 Bij alinea 4, omdat daar gesproken wordt over de angst voor afwijzing. 
7 Dat je door je geheim niet ongelukkig moet zijn. Praten helpt dan. 
8 Diegene moet zonder oordeel zijn, niets doorvertellen en iets kunnen met de informatie.

Slide 6 - Diapositive

Uitwerking opdracht 3 (blz. 25)
1 in kannen en kruiken
2 van toeten noch blazen weten
3 in vuur en vlam staan
4 have en goed
5 mitsen en maren
6 pracht en praal


Slide 7 - Diapositive

Antwoorden opdracht 4.1 (blz. 56)
1 legendarische befaamde – synoniem
2 van oudsher sinds lang – omschrijving
3 aanhankelijk gehecht – synoniem
4 jegens tegenover – synoniem
5 prototype schoolvoorbeeld – synoniem
6 epos heldendicht – synoniem
7 decennium periode van tien jaar – omschrijving
8 dolen zwerftochten maken – omschrijving; zwerven – synoniem
9 gecamoufleerd vermomd – synoniem

Slide 8 - Diapositive

Antwoorden opdracht 4.1 (blz. 56)
10 veronachtzamen geen aandacht geven (aan) – omschrijving
11 subtiel fijntjes – synoniem
12 aangeslagen geroerd; verdrietig – synoniem
13 dramatisch hartverscheurend – synoniem
14 iets met argusogen bekijken
iets nauwlettend in de gaten houden of met wantrouwen bekijken – omschrijving
15 argwaan wantrouwen; achterdocht – synoniem
16 de klassieken de schrijvers, dichters en kunstenaars uit de oudheid – definitie
17 hoeder bewaker – synoniem
18 etymologie wetenschap die bestudeert en beschrijft waar woorden en uitdrukkingen vandaan komen - definitie


Slide 9 - Diapositive

Antwoorden opdracht 4.2 (blz. 56)
a om de tuin leiden                                       - beetnemen; bedriegen
b onverschillig                                                -  laks; ongeïnteresseerd; nonchalant
c (een) opgeheven vingertje                    -  waarschuwing; vermaning
d benaderen                                                    -  dichterbij komen
e kritisch                                                            - scherp beoordelend
f aan de kaak stellen                                     - iets wat verkeerd is onder de aandacht brengen
g nederzetting                                                 - plaats; kolonie; vestiging
h afgunstig                                                        - jaloers

Slide 10 - Diapositive

Oefeningen in LessonUp
  1. Log in op LessonUp met je e-mailadres van school.
  2. Vul in de klascode: cqfbv
  3. Maak de opdrachten die staan in de les 'Nederlands' -> 'oefeningen woordenschat'


Slide 11 - Diapositive

Verbind een woord uit de linker rij met een passend woord uit de rechter rij.
passie
relatie
sympathie
waarnemen
verdediging
weerzin
hartstocht
genegenheid
afkeer
band
defensie
observeren

Slide 12 - Question de remorquage

Vul het passende woord in:

Als we het voorstel goed ..., zal de directie het wel aannemen.
A
veronachtzamen
B
om de tuin leiden
C
aan de kaak stellen
D
beargumenteren

Slide 13 - Quiz

Wat is een synoniem voor roddelen?
A
praten
B
kwaadspreken
C
zingen
D
vrouwen die praten

Slide 14 - Quiz

Vul het passende woord in:

De hoogbejaarde dame liet zich ... door de zogenaamde collectant.
A
beargumenteren
B
kritisch
C
om de tuin leiden
D
aan de kaak stellen

Slide 15 - Quiz

Vul het passende woord in:

Via acties willen de bewoners van Groningen het boren naar gas ...
A
met argusogen bekijken
B
aan de kaak stellen
C
veronachtzamen
D
onvoltooid

Slide 16 - Quiz

Wat is een synoniem van:

begrijpen
A
aarzelen
B
gemakkelijk
C
snappen
D
taak

Slide 17 - Quiz

Vul het passende woord in:

De dronkaard gedroeg zich er agressief ... de twee agenten.
A
afgunstig
B
kritisch
C
legendarisch
D
jegens

Slide 18 - Quiz

Verbind de woorden in de linker rij met de omschrijving in de rechter rij. 
vaak gezongen lied, veelgelezen boek etc.
voorwerp dat als kenmerk aan iets of iemand wordt verbonden
weergave van iets in de vorm van een afbeelding of tekening
rijm waarbij de beginmedeklinker van woroden of lettergrepen hetzelfde zijn
manier van uitdrukken waarbij een beeld duidelijk maakt wat je wilt zeggen
vierhoek waarvan de overstaande zijden evenwijdig zijn
klassieker
beeldspraak
pictogram
attribuut
parallelellogram
alliteratie

Slide 19 - Question de remorquage

Een synoniem is ...
A
... een ander woord met de tegenovergestelde betekenis.
B
... een ander woord met dezelfde betekenis.
C
... een woord dat lijkt op een ander woord.
D
... een onbekend woord in een tekst.

Slide 20 - Quiz

Wat is een synoniem voor lokale?
A
nationaal
B
klaslokaal
C
plaatselijke
D
mondiaal

Slide 21 - Quiz

Synoniem voor:
gevaar
A
risico
B
ongeluk
C
uitglijden
D
ongevaarlijk

Slide 22 - Quiz

Vul het passende woord in:

Meneer Strik kreeg ... toen hij zag dat wij dezelfde fouten hadden gemaakt.
A
argwaan
B
executie
C
alliteratie
D
subtiel

Slide 23 - Quiz

Wat is een synoniem voor:

kritisch
A
jaloers
B
nadelig
C
gevaarlijk; vol risico's
D
scherp beoordelend

Slide 24 - Quiz

Vul het goede woord in.
Het verzoek om ... voor de terdoodveroordeelde is afgewezen.
A
executie
B
gratie
C
etymologie
D
hoeder

Slide 25 - Quiz

Je kunt en weet nu...
hoe je de betekenis van een onbekend woord kunt raden met behulp van een synoniem of een omschrijving of definitie uit de tekst.

Slide 26 - Diapositive

Fijn weekend!

Slide 27 - Diapositive