H1 - woordenschat / woordraad strategie - synoniemen

Wat gaan we doen?
Eerste uur:
  • Drie presentaties 
  • Theorie H1 'Woordenschat' - synoniemen 
  • oefening(en) maken en bespreken
  • Filmpje
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Wat gaan we doen?
Eerste uur:
  • Drie presentaties 
  • Theorie H1 'Woordenschat' - synoniemen 
  • oefening(en) maken en bespreken
  • Filmpje

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
Tweede uur:
  • Drie presentaties 
  • Theorie H2 'Woordenschat' - woordraadstrategie 'zoek een omschrijving of definitie'.
  • oefening(en) maken en bespreken
  • voor de snelle leerling -> vragen beantwoorden in LessonUp

Slide 2 - Diapositive

Doel van deze eerste les:


Eerste deel van woordraadstrategieën:
zoeken naar synoniem



Slide 3 - Diapositive

Synoniemen
Een synoniem ander woord met dezelfde betekenis.
Vb. auteur = schrijver, dominant = overheersend

Een synoniem kun je vaak halen uit de context.
Vb. Oom Gerrit doet altijd erg joviaal, maar tante Sientje is helemaal niet zo hartelijk.

Slide 4 - Diapositive

Synoniemen
Nu jullie! Geef een synoniem voor:

'aanvangen'              



Slide 5 - Diapositive

Synoniemen
Nu jullie! Geef een synoniem voor:

'aanvangen'                      ->   beginnen        
formeel taalgebruik     ->   informeel taalgebruik


Slide 6 - Diapositive

Synoniemen
Nu jullie! Geef een synoniem voor:

        
'accomodatie'     


Slide 7 - Diapositive

Synoniemen
Nu jullie! Geef een synoniem voor:

'accomodatie'                -> verblijf
formeel taalgebruik    ->  informeel taalgebruik


Slide 8 - Diapositive

Synoniemen en aanverwanten
synoniem = een ander woord met dezelfde betekenis

homoniem = hetzelfde woord heeft een andere betekenis
vb. bank om op zitten - bank om geld te sparen of te lenen

antoniem = een betekenistegenstelling
vb. groot - klein, man - vrouw, kopen - verkopen

Slide 9 - Diapositive

Zelf aan de slag
We hebben het gehad over 'synoniemen' als woordraadstrategie

Tweede deel van woordraadstrategieën:
- zoeken naar een omschrijving of definitie
en
wat is een synoniem?


Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Zelf aan de slag
Je gaat in stilte zelf aan de slag met opdracht 1, 2 en 3 (blz. 24 en 25).
Let erop dat je het synoniem haalt uit de tekst. Dus NIET zelf een woord bedenken. Wat je niet weet, sla je over.

Na 10 minuten bespreken we alle opdrachten klassikaal. 
Ben je eerder klaar, vergelijk jouw antwoorden met die van je buurman/vrouw.
timer
10:00

Slide 12 - Diapositive

Uitwerking opdracht 1 (blz. 24)
1 spectaculaire - buitengewone
2 opkomst - groei
3 communicatie - uitwisseling (van berichten)
4 verstandhouding - relatie
5 virtueel (hier) internet-; via internet; niet echt
6 permanente - onafgebroken
7 interesses - (gedeelde) belangstelling
8 intieme -  vertrouwelijke
9 fysiek -  lijfelijk


Slide 13 - Diapositive

vervolg uitwerking opdracht 1 (blz. 24)
10 frequent - veelvuldig
11 volstaan - met genoeg vinden
12 doorgaans vaak - gewoonlijk
13 onbenullig - onnozel
14 reële - echte; werkelijke
15 onderscheiden - een verschil maken


Slide 14 - Diapositive

Uitwerking opdracht 2 (blz. 25)
1 alles goed en wel; dat kan zo zijn (maar)
2 alles kort en klein slaan; alles vernielen
3 bont en blauw; zwaar toegetakeld
4 heg noch steg weten ergens totaal onbekend zijn; de weg niet weten
5 huis en haard verlaten; alles achterlaten wat je bezit
6 kant noch wal raken nergens op slaan; onzin zijn

Slide 15 - Diapositive

vervolg uitwerking opdracht 2 (blz. 25)
7 met hangen en wurgen met zeer grote moeite; met grote tegenzin
8 met horten en stoten; zeer onregelmatig; schoksgewijs; niet soepel verlopend
9 open en bloot zeer openlijk; zonder schaamte; zeer duidelijk zichtbaar
10 schots en scheef erg slordig; rommelig; chaotisch
11 te hooi en te gras; zo nu en dan; zonder systeem of regelmaat; op willekeurige plaatsen en tijden
12 zonder slag of stoot; zonder tegenstand


e iets vertellen wat een last wordt
6 Bij alinea 4, omdat daar gesproken wordt over de angst voor afwijzing. 
7 Dat je door je geheim niet ongelukkig moet zijn. Praten helpt dan. 
8 Diegene moet zonder oordeel zijn, niets doorvertellen en iets kunnen met de informatie.

Slide 16 - Diapositive

Uitwerking opdracht 3 (blz. 25)
1 in kannen en kruiken
2 van toeten noch blazen weten
3 in vuur en vlam staan
4 have en goed
5 mitsen en maren
6 pracht en praal


Slide 17 - Diapositive

Zelf aan de slag


Maak individueel opdracht 4 blz. 56
Klaar: maak dan de opdrachten in LessonUp.

Slide 18 - Diapositive