Blok 3 grammatica

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Lesdoel

• je kan PV en WWG in zin benoemen
• je kan WWG met TE benoemen
• je kan het OW + LV benoemen
  

Herhaling :
Hoe vinden we het WWG in de zin ?

NIEUW : 

WWG met TE

we kijken samen naar het volgende filmpje

WWG : 

PV + te + hele ww

vb. De kat lag te spinnen

vb. De paarden staan in de wei te grazen.

WWG ?
Wij zullen hem binnenkort ontmoeten.

1. zullen
2. zullen binnenkort
3. zullen ontmoeten
4. ontmoeten

WWG ?
Mijn moeder kleedt mijn zusje aan.

1. kleedt
2. kleedt aan
3. kleedt mijn zusje
4. zusje aan

WWG ?
Wij rekenen straks alles af.

1. wij rekenen
2. rekenen
3. rekenen straks
4. rekenen af

WWG ?
Da atleet hoopt de 50 km te halen.

1. hoopt te halen
2. hoopt halen
3. atleet hoopt
4. 50 km

https:

ONDERWERP

Wie of Wat + wwg ?

vb. Myra gaat een brood kopen.

OND ?
Mijn moeder kleedt mijn zusje aan.

1. kleedt
2. Mijn moeder
3. mijn zusje
4. zusje

OND ?
De atleet hoopt de 50 km te halen.

1. hoopt
2. hoopt halen
3. De atleet
4. de 50 km

https:

LIJDEND VOORWERP

Wie of Wat + WWG + OND ?

vb. Myra gaat een brood kopen.

Maak een zin met WW
'repareren'

Maak een zin met WW
'opzoeken'

Maak een zin met WW
'zwemmen'

https: