10 les - 23 nove - Leesvaardigheid - onbekende woorden

1 / 31
suivant
Slide 1: Vidéo interactive avec 1 diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

1

Slide 1 - Vidéo

00:53
The donkey is a bit confused. What does he think the monkey has got in his hand?

Slide 2 - Question ouverte

Hello HV1B :) How are you today?
Mehh
Okay
Pretty good!
AMAZING!

Slide 3 - Sondage

How have you been preparing for our reading test?

Slide 4 - Carte mentale

Check homework:
p. 108, 109, 110
Exercises 46C (in Dutch) 48 & 49

Slide 5 - Diapositive

Exercise 44 C
1. om haar schooljaar nog eerder te beginnen
2. om het voor atleten mogelijk te maken te kunnen trainen als het nog licht is/dag is. 
3. C
4. Door goed te slapen voel je je emotioneel beter, gelukkiger en minder stress. Je geheugen werkt beter en het is makkelijker om problemen op te lossen. 
5. Jilly  heeft hard gewerkt om het protest te leiden en een online petitie te starten, haar mede leerlingen en docenten aan te moedingen en om bewijs te vinden dat ze kon presenteren aan de schoolleiding.  Het was de moeite waard omdat de school heeft besloten om de lessen te beginnen om 8:55. Dit leidde tot positieve resultaten voor de leerlingen en het sport team. 


Slide 6 - Diapositive

exercise 47

Slide 7 - Diapositive

1. 
2. 
3. 
4. 
5. 
6. 
7. 
8.
decide
enough
struggle
compare

remember
creativity
find out
explain

Slide 8 - Question de remorquage

Why Read?

Slide 9 - Diapositive

Why do you think teens should read?
A
Because they have to
B
Because it makes them smarter
C
Because it is a sort of punishment
D
They should never have to read!!!!!!!!!

Slide 10 - Quiz

Welke voordelen zitten er nog maar aan lezen?

Slide 11 - Carte mentale

Wat kan moeilijk zijn aan lezen in het Engels?

Slide 12 - Carte mentale

Lezen = nieuwe woorden leren! 

Slide 13 - Diapositive

What to do if you don't know words in a text?

Slide 14 - Diapositive

Wat doe je als je een woord niet kent? 
  1. Kijk naar de zin waar het woord in staat. Waar gaat het over? Zijn er aanwijzingen die jou kunnen helpen de betekenis te raden? Kijk ook naar plaatjes bij een tekst! 
  2. Is het een werkwoord, zelf. naamwoord, een bijvoeglijk naamwoord, enz.
  3. Lijkt het op een woord in het Nederlands, Duits of Frans
  4. Gebruik alleen een woordenboek als je er echt niet uitkomt. 

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Wat doe je als je een woord niet kent? 
  1. Kijk naar de zin waar het woord in staat. Waar gaat het over? Zijn er aanwijzingen die jou kunnen helpen de betekenis te raden? Kijk ook naar plaatjes bij een tekst! 
  2. Is het een werkwoord, zelf. naamwoord, een bijvoeglijk naamwoord, enz.
  3. Lijkt het op een woord in het Nederlands, Duits of Frans
  4. Gebruik alleen een woordenboek als je er echt niet uitkomt. 

Slide 17 - Diapositive

welk woordsoort is het woord 'slugs'?
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
bijwoord

Slide 18 - Quiz

welk woordsoort is het woord 'harm'?
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
bijwoord

Slide 19 - Quiz

Wat betekent het woordje 'slugs'?

Slide 20 - Question ouverte

Wat betekent het woordje 'harm'?

Slide 21 - Question ouverte

Welk advies wordt gegeven?

Slide 22 - Question ouverte

Waarom wordt dat advies gegeven? 

Slide 23 - Diapositive

Wat zou 'beastly' hier kunnen betekenen?
A
beestachtig
B
kwaadaardig
C
smerig
D
hongerig

Slide 24 - Quiz

Moest je perse de betekenis weten van het woordje 'beastly' om het verhaaltje te begrijpen?
A
ja
B
nee

Slide 25 - Quiz

Wat doe je als je een woord niet kent? 
  1. Kijk naar de zin waar het woord in staat. Waar gaat het over? Zijn er aanwijzingen die jou kunnen helpen de betekenis te raden? Kijk ook naar plaatjes bij een tekst! 
  2. Is het een werkwoord, zelf. naamwoord, een bijvoeglijk naamwoord, enz.
  3. Lijkt het op een woord in het Nederlands, Duits of Frans?
  4. Gebruik alleen een woordenboek als je er echt niet uitkomt. 

Slide 26 - Diapositive

Op welk nederlands woord lijkt het onderstreepte woord? 
  1. There was a yacht in danger at sea.
  2. It was just luck that we won a prize. 
  3. Who stole the cookies

Slide 27 - Diapositive

Look out!
  1. The test was very hard. I think I've got a fail.
  2. It is a rare animal. I have never seen it. 

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Waar lijkt 'out of sight' op?

Slide 30 - Question ouverte

I know how to tackle difficult words:
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Sondage