M1 Leesvaardigheid - onbekende woorden

1 / 25
suivant
Slide 1: Vidéo interactive avec 1 diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

1

Slide 1 - Vidéo

00:53
The donkey is a bit confused. What does he think the monkey has got in his hand?

Slide 2 - Question ouverte

Why Read?

Slide 3 - Diapositive

Why do you think teens should read?
A
Because they have to
B
Because it makes them smarter
C
Because it is a sort of punishment
D
They should never have to read!!!!!!!!!

Slide 4 - Quiz

Welke voordelen zitten er nog maar aan lezen?

Slide 5 - Carte mentale

Wat kan moeilijk zijn aan lezen in het Engels?

Slide 6 - Carte mentale

Lezen = nieuwe woorden leren! 

Slide 7 - Diapositive

What to do if you don't know words in a text?

Slide 8 - Diapositive

Wat doe je als je een woord niet kent? 
  1. Kijk naar de zin waar het woord in staat. Waar gaat het over? Zijn er aanwijzingen die jou kunnen helpen de betekenis te raden? Kijk ook naar plaatjes bij een tekst! 
  2. Is het een werkwoord, zelf. naamwoord, een bijvoeglijk naamwoord, enz.
  3. Lijkt het op een woord in het Nederlands, Duits of Frans
  4. Gebruik alleen een woordenboek als je er echt niet uitkomt. 

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Wat doe je als je een woord niet kent? 
  1. Kijk naar de zin waar het woord in staat. Waar gaat het over? Zijn er aanwijzingen die jou kunnen helpen de betekenis te raden? Kijk ook naar plaatjes bij een tekst! 
  2. Is het een werkwoord, zelf. naamwoord, een bijvoeglijk naamwoord, enz.
  3. Lijkt het op een woord in het Nederlands, Duits of Frans
  4. Gebruik alleen een woordenboek als je er echt niet uitkomt. 

Slide 11 - Diapositive

welk woordsoort is het woord 'slugs'?
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
bijwoord

Slide 12 - Quiz

welk woordsoort is het woord 'harm'?
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
bijwoord

Slide 13 - Quiz

Wat betekent het woordje 'slugs'?

Slide 14 - Question ouverte

Wat betekent het woordje 'harm'?

Slide 15 - Question ouverte

Welk advies wordt gegeven?

Slide 16 - Question ouverte

Waarom wordt dat advies gegeven? 

Slide 17 - Diapositive

Wat zou 'beastly' hier kunnen betekenen?
A
beestachtig
B
kwaadaardig
C
smerig
D
hongerig

Slide 18 - Quiz

Moest je perse de betekenis weten van het woordje 'beastly' om het verhaaltje te begrijpen?
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quiz

Wat doe je als je een woord niet kent? 
  1. Kijk naar de zin waar het woord in staat. Waar gaat het over? Zijn er aanwijzingen die jou kunnen helpen de betekenis te raden? Kijk ook naar plaatjes bij een tekst! 
  2. Is het een werkwoord, zelf. naamwoord, een bijvoeglijk naamwoord, enz.
  3. Lijkt het op een woord in het Nederlands, Duits of Frans?
  4. Gebruik alleen een woordenboek als je er echt niet uitkomt. 

Slide 20 - Diapositive

Op welk nederlands woord lijkt het onderstreepte woord? 
  1. There was a yacht in danger at sea.
  2. It was just luck that we won a prize. 
  3. Who stole the cookies

Slide 21 - Diapositive

Maar pas op!
  1. The test was very hard. I think I've got a fail.
  2. It is a rare animal. I have never seen it. 

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Waar lijkt 'out of sight' op?

Slide 24 - Question ouverte

Wat kun je doen als je een woordje niet weet? 

Slide 25 - Diapositive