Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
'Als je puber te laat naar bed gaat'
Slide 1 - Diapositive
Wat is het hoofdonderwerp van deze tekst?
A
Afwijkend slaapritme bij pubers.
B
Conflict tussen pubers en hun ouders over bedtijd.
C
Langdurig slaaptekort bij pubers.
D
Slechtere schoolprestaties van puber door slaapgebrek.
Slide 2 - Quiz
Welke alinea vormt of welke alinea’s vormen de inleiding van deze tekst en waarom?
A
Alleen alinea 1, want in deze alinea wordt het onderwerp benoemd;
alinea 2 laat vervolgens de andere kant van het onderwerp zien.
B
Alinea’s 1 en 2, want beide alinea’s schetsen een verschijnsel;
vanaf alinea 3 volgt een verklaring.
C
Alinea’s 1, 2 en 3, want in deze alinea’s wordt een probleem
weergegeven; vanaf alinea 4 volgt een vergelijking.
Slide 3 - Quiz
“Dat is bij veel zoogdieren zo” (regel 35) Citeer het zinsgedeelte waarnaar ‘Dat’ verwijst.
Slide 4 - Question ouverte
Dat jongeren later gaan slapen dan hun ouders eigenlijk willen, is iets van alle tijden, blijkt uit de tekst.
Citeer de zin uit alinea 1, 2, 3 of 4 waarin dit verschijnsel wordt vermeld.
Slide 5 - Question ouverte
Als een puber vroeg opstaat, kan hij dan direct goed functioneren, zoals een volwassene die vroeg opstaat?
Geef antwoord op de vraag en licht je antwoord toe. Baseer je antwoord op de informatie in alinea 5. Noteer je antwoord in maximaal 15 woorden
Slide 6 - Question ouverte
Welk deelonderwerp hebben de alinea’s 6 en 7?
A
onderzoek naar schoolcijfers
B
slaaptijden en schoolresultaten
C
vermoeidheid en motivatie
D
vermoeidheid tegenover luiheid
Slide 7 - Quiz
Hoe kan het slot van deze tekst opgevat worden?
A
als aanbeveling aan scholen om andere schooltijden te hanteren
B
als aansporing van pubers om beter te leren voor school
C
als advies aan ouders om pubergedrag te accepteren
D
als waarschuwing voor pubers om eerder naar bed te gaan
Slide 8 - Quiz
De schrijfster gebruikt informatie uit twee onderzoeken en zij citeert een deskundige.
Met welk doel gebruikt zij deze informatie en citaten?
A
om de boodschap over dit onderwerp te ondersteunen
B
om de verdeeldheid over dit onderwerp te laten zien
C
om een discussie over dit onderwerp te beginnen
D
om haar eigen mening over dit onderwerp te kunnen geven
Slide 9 - Quiz
Wat is het belangrijkste doel van deze tekst?
A
adviseren om lesuren aan te passen aan de slaapbehoefte van pubers
B
amuseren met herkenbare anekdotes over slaperige pubers
C
informeren over het ontregelde slaapritme van pubers
D
overtuigen om meer begrip te hebben voor slaperige pubers
Slide 10 - Quiz
Welke zin vat deze tekst het best samen?
A
Ouders en docenten ergeren zich aan pubers die ’s ochtends moe zijn,
omdat ze de avond ervoor te laat naar bed zijn gegaan.
B
Ouders en docenten zouden meer begrip kunnen hebben voor het
slaapritme van pubers, omdat de melatoninepiek bij pubers op een
ander tijdstip valt dan bij volwassenen.
C
Pubers presteren steeds slechter op school, omdat hun
melatoninespiegel op hol is geslagen.
D
Pubers kunnen niet op tijd opstaan voor school, omdat de blootstelling
aan blauw licht hun biologische klok ontregelt.