CE GT_2021_TV1 (tekst 4)

'Als je puber te laat naar bed gaat'
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

'Als je puber te laat naar bed gaat'

Slide 1 - Diapositive

Wat is het hoofdonderwerp van deze tekst?
A
Afwijkend slaapritme bij pubers.
B
Conflict tussen pubers en hun ouders over bedtijd.
C
Langdurig slaaptekort bij pubers.
D
Slechtere schoolprestaties van puber door slaapgebrek.

Slide 2 - Quiz

Welke alinea vormt of welke alinea’s vormen de inleiding van deze tekst
en waarom?
A
Alleen alinea 1, want in deze alinea wordt het onderwerp benoemd; alinea 2 laat vervolgens de andere kant van het onderwerp zien.
B
Alinea’s 1 en 2, want beide alinea’s schetsen een verschijnsel; vanaf alinea 3 volgt een verklaring.
C
Alinea’s 1, 2 en 3, want in deze alinea’s wordt een probleem weergegeven; vanaf alinea 4 volgt een vergelijking.

Slide 3 - Quiz

“Dat is bij veel zoogdieren zo” (regel 35)
Citeer het zinsgedeelte waarnaar ‘Dat’ verwijst.

Slide 4 - Question ouverte

Dat jongeren later gaan slapen dan hun ouders eigenlijk willen, is iets van
alle tijden, blijkt uit de tekst.

Citeer de zin uit alinea 1, 2, 3 of 4 waarin dit verschijnsel wordt
vermeld.

Slide 5 - Question ouverte

Als een puber vroeg opstaat, kan hij dan direct goed functioneren, zoals
een volwassene die vroeg opstaat?

Geef antwoord op de vraag en licht je antwoord toe. Baseer je antwoord
op de informatie in alinea 5. Noteer je antwoord in maximaal 15 woorden

Slide 6 - Question ouverte

Welk deelonderwerp hebben de alinea’s 6 en 7?

A
onderzoek naar schoolcijfers
B
slaaptijden en schoolresultaten
C
vermoeidheid en motivatie
D
vermoeidheid tegenover luiheid

Slide 7 - Quiz

Hoe kan het slot van deze tekst opgevat worden?
A
als aanbeveling aan scholen om andere schooltijden te hanteren
B
als aansporing van pubers om beter te leren voor school
C
als advies aan ouders om pubergedrag te accepteren
D
als waarschuwing voor pubers om eerder naar bed te gaan

Slide 8 - Quiz

De schrijfster gebruikt informatie uit twee onderzoeken en zij citeert een deskundige.

Met welk doel gebruikt zij deze informatie en citaten?
A
om de boodschap over dit onderwerp te ondersteunen
B
om de verdeeldheid over dit onderwerp te laten zien
C
om een discussie over dit onderwerp te beginnen
D
om haar eigen mening over dit onderwerp te kunnen geven

Slide 9 - Quiz

Wat is het belangrijkste doel van deze tekst?
A
adviseren om lesuren aan te passen aan de slaapbehoefte van pubers
B
amuseren met herkenbare anekdotes over slaperige pubers
C
informeren over het ontregelde slaapritme van pubers
D
overtuigen om meer begrip te hebben voor slaperige pubers

Slide 10 - Quiz

Welke zin vat deze tekst het best samen?
A
Ouders en docenten ergeren zich aan pubers die ’s ochtends moe zijn, omdat ze de avond ervoor te laat naar bed zijn gegaan.
B
Ouders en docenten zouden meer begrip kunnen hebben voor het slaapritme van pubers, omdat de melatoninepiek bij pubers op een ander tijdstip valt dan bij volwassenen.
C
Pubers presteren steeds slechter op school, omdat hun melatoninespiegel op hol is geslagen.
D
Pubers kunnen niet op tijd opstaan voor school, omdat de blootstelling aan blauw licht hun biologische klok ontregelt.

Slide 11 - Quiz