staat te.....herhalen scheidbaar werkwoord, oefenen toets
Francien van Beusekom
Maandag 31 januari
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 1
Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 120 min
Éléments de cette leçon
Francien van Beusekom
Maandag 31 januari
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we vandaag doen?
Huiswerk nakijken
te
scheidbaar werkwoord
oefenen toets
Disk
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Maak een zin met te+lopen Mijn broertje schreeuwt.
Slide 6 - Question ouverte
Maak een zin met te+zitten Natasja maakt huiswerk.
Slide 7 - Question ouverte
Maak een zin met te+liggen Mijn oma slaapt op de bank.
Slide 8 - Question ouverte
Maak een zin met te+staan Mijn zus luistert aan de deur
Slide 9 - Question ouverte
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Herhaling scheidbaar werkwoord
Slide 13 - Diapositive
Maak een zin met opeten in de gebiedende wijs.
Slide 14 - Question ouverte
Maak een zin met uitlachen in de verleden tijd.
Slide 15 - Question ouverte
Maak een zin met insmeren in de voltooide tijd.
Slide 16 - Question ouverte
Maak een zin met uitnodigen en een modaal werkwoord.
Slide 17 - Question ouverte
Maak een vraagzin met voordoen.
Slide 18 - Question ouverte
Maak een zin met te en aanbieden.
Slide 19 - Question ouverte
Maak deze zin af met het woord 'aanbranden'. Het stinkt hier, ik denk dat .........
Slide 20 - Question ouverte
Oefenen voor de toets
Slide 21 - Diapositive
Disk
Vul het juiste woord in. Lees de zin heel precies zodat je geen informatie mist! Zet de werkwoorden in de goede vorm. LET OP: Er zijn drie woorden die je niet kunt gebruiken.
Kies uit: best, commentaar, desnoods, het evenwicht, gebruiken, mislukken
Slide 22 - Diapositive
Kies uit: best, commentaar, desnoods, het evenwicht, gebruiken, mislukken
1. Hij verloor zijn............................en viel in het water. 2. Mijn moeder ......................altijd veel suiker in haar thee 3. Ik ga zeker naar zeker naar het feest, ook als mijn vrienden niet kunnen................................ga ik alleen.
Slide 23 - Question ouverte
Disk
Opdracht 2. Schrijf zinnen met de woorden. Let op: de zinnen moeten bestaan uit minimaal acht woorden!! Maak dus niet te korte zinnen.
Slide 24 - Diapositive
1. beantwoorden 2. beleefd
Slide 25 - Question ouverte
Opdracht 3. Schrijf het meervoud. Vergeet het lidwoord (de/het/een) niet.
Bijvoorbeeld:
0. de kast …de kasten……………………...
Slide 26 - Diapositive
Schrijf het meervoud
1. het besluit 2. de eeuw 3. de keuze
Slide 27 - Question ouverte
Opdracht 4. Zet de zin in de verleden tijd. Alle werkwoorden zijn regelmatig.
Voorbeeld: Ik ren naar school. Ik rende naar school.
Slide 28 - Diapositive
1. Hij .................dat hij niet gespiekt heeft. (beweren) 2. Nederland.............de slavernij pas laat ...(afschaffen)
Slide 29 - Question ouverte
Opdracht 5. Zet de zin in de voltooide tijd. De werkwoorden zijn regelmatig.
Slide 30 - Diapositive
1. Hij heeft............dat hij niet heeft gespiekt. (beweren) 2. Nederland heeft de slavernij pas laat ..... (afschaffen)
Slide 31 - Question ouverte
Opdracht 6. Maak zinnen bij de plaatjes. Lees de opdracht goed!
- Je maakt per plaatje twee zinnen waarin je vertelt wat iemand doet (ofwat ze doen)
- In de eerste zin gebruik je “aan het”
-In de tweede zin gebruik je lopen/liggen/zitten/staan en te
Slide 32 - Diapositive
Slide 33 - Question ouverte
Opdracht 7. Scheidbare werkwoorden
Zet het werkwoord tussen haakjes in de goede vorm en op de goede plek(ken) in de zin. Schrijf de hele zin over.
Voorbeeld: Ik moet vanavond mijn moeder. (opbellen):
Ik moet vanavond mijn moeder opbellen.
Slide 34 - Diapositive
1. Ik wil mijn zus (uitnodigen). 2. Heb je Sarah ook (uitnodigen)? 3. mijn broer! (uitnodigen) -gebiedende wijs
Slide 35 - Question ouverte
Opdracht 8. Scheidbare werkwoorden
Zet de woorden in een goede volgorde (meerdere mogelijkheden). Je moet een logische zin maken en beginnen met het woord met de hoofdletter. Let op: de (scheidbare) werkwoorden moet je vaak nog aanpassen
Slide 36 - Diapositive
Ik-uit zijn boek-mijn broertje-hebben-voorlezen
Slide 37 - Question ouverte
nog een keer-Kunnen-de oefening-u-voordoen?
Slide 38 - Question ouverte
Ook leuk, voor als we nog tijd over hebben.
Slide 39 - Diapositive
Vertelspel
1 leerling kijkt naar deze video.
Hij/zij vertelt aan een andere leerling wat hij/zij heeft gezien,
deze leerling vertelt het weer verder, tot dat iedereen het verhaal heeft gehoord. Wat klopt er nog van?